In het boek Platbodemjachten van J.K. Gipon schrijft Jan Kooijman: Van 1966 dateert het 10.00 meter tjalkje 'Volharding', gebouwd bij Van der Torre Brielle. Mijn vrouw en ik hebben dit scheepje tot ons grote genoegen een jaar gevaren. Het bleek een snelle zeiler, mede dankzij de waterlijnlengte. Ook was het goed mogelijk op nauwe vaarwaters te kruisen. De onderdeks strijkende mast met contragewicht was op toertochten door Nederland een heerlijkheid. Het leek wel of obstakels van bruggen voor ons nauwelijks bestonden. De plattegrond van de 'Volharding' bezat voor zo'n vrachtscheepje een zeer ruime accommodatie voor zes tot acht personen, ook al was de kajuit niet doorgetrokken tot voorbij de mast.
Kort daarna werd een zusterscheepje gebouwd bij Kooijman en De Vries in Deil. Het was in hoofdzaak gelijk maar qua inrichting verschilde het van het vorige schip. Men ziet in het vooronder vijf slaapplaatsen; daarachter in een ruimte een toilet en een wasbak, vervolgens een zitruimte met twee langsscheepse banken met daartussen een klaptafel. De bank aan BB-zijde kon tot tweepersoons kooi worden uitgetrokken. Tenslotte was er aan weerszijden van de kajuitingang een kombuis met gootsteen, kooktoestel, buffetkast en veel bergruimte. De grote kuip had een zelflozende kuipvloer met daaronder een 22 pk tweecilinder Sabb-diesel. In dit tweede scheepje was de kajuit doorgetrokken tot voorbij de mast om de bewoonbare ruimte maximaal te benutten. De mast stond op het vooronderschot en kon niet onderdeks worden gestreken. De zwaarden waren uiteraard de platte, brede tjalkzwaarden. Het roer had een gebogen helmstok met klik, die voorzien werd van de gebruikelijke hoorn des overvloeds in houtsnijwerk
