Waart Oe

Waart Oe Niet actief

Ronde en Platbodemjachten, die binnen deze groep (Categorie Z) vallen, zijn ooit met een 9000-registratie-nummer in het Stamboek geregistreerd. Ze hebben nooit een plaquette gehad. Dit schip staat geregistreerd in Categorie Z in het Stamboek en wordt dus gekenmerkt als 'Inactief'. 
Vanwege de doelstelling van de SSRP om alle historie van de in het Stamboek opgenomen schepen vast te leggen, worden in de Schepenlijst wel de in het stamboekarchief beschikbare gegevens van dit ooit geregistreerde schip en summiere gegevens van de (oud-)eigenaren getoond.
Bij een 'Actieve' inschrijving krijgt zo'n schip alsnog een plaquettenummer. Wanneer zeker is dat het schip niet meer bestaat, verhuist het naar Categorie V.

De bouwer, dominee Matzer van Bloois vertelt in 1956 in de Waterkampioen: Voor de zéér geïnteresseerden: de tekening is van Eduard en Co uit Amsterdam als uitgangspunt, en die is 6,75 m bij 2,20 m. Ik zette de mast iets naar voren, benevens z'n grootste breedte. Maakte de kop iets hoger (en voller) en bovenkant van de spiegel iets lager. Zo vind ik 'm mooier en beantwoordt hij aan mijn particuliere idee van lijnen en inhoudsverdeling.

In het Overzicht van in het Stamboek ingeschreven jachten, die nooit een plaquette hebben gekregen staat het volgende:
86. Grundel 'Waart Oe', 7,04m, Matzer van Bloois, Groningen, 1956-1960. Waar deze grundel is gebleven weten wij niet.
Volgens de gegevens in het Stamboek heeft Ds. Matzer van Bloois in 1961 een stalen Grundel gekocht van Kooijman en de Vries die onder dezelfde naam heeft gevaren.

Eigenschappen

Plaquette nummer:9070 Zeil nummer:
Categorie:Z Tekening nummer:
Type:Grundel

Bouw

Bouwjaar:1956 Ontwerper:J. Matser van Bloois
Werf:Eigen bouw J. Matser van Bloois Werf plaats:Groningen
Motor: Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:7,04 m Breedte berghout:0,00 m
Diepgang:0,00 m Masthoogte water:0,00 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1956 – 1960 J. Matzer van Bloois ( Waart Oe)

Geschiedenis

1956

1956

1956: Waterkampioen 1956

Dominee bouwt zijn eigen Grundel

Degenen van u die mijn schaarse publikaties lazen, o.a. die over het krom branden van planken, zal het interesseren te vernemen, dat de nieuwe grundel klaar is.
Omdat mijn gastheer aan uitbreiding en verbouwing van zijn opslagplaatsen lijdt, moest ik weg en was ik gedwongen op te schieten. Deze dwang kwam op een psychologisch gunstig moment: ik zag er nl. tegenop om na de zomer weer aan de slag te gaan. Het werd nl. voor de vijfde keer september sinds ik eraan begon! 't Is eigenlijk een iets te grote kluif voor een amateur alleen. Wel heb ik af en toe „losse" hulp gehad. Eens een jongen om te helpen bij die lange delen die ik niet alleen baas kon. Eens een paar meisjes om krullen en zaagsel op te vegen uit het schip, opdat ik er weer een volgende laag lijnolie op kon smeren, en op het vlak bronze-bottom-paint met een beetje meniepoeder erdoor. De eerste kwast was een royale petroleum-beurt met, voor de kleur, wat bruine teer erdoor.

De tekening

Ik ben zeer benieuwd hoe de huid zich op den duur houdt. Het is yang en dat „dronk" zomaar olie, hoewel het behoorlijk harsrijk is. Heeft iemand er ervaring mee?
De lengte is 7,04, nu ik hem nameet, en de breedte, zonder de berghouten 2,40 m. Hij ligt een paar centimeter boven z'n waterlijn: het vlak loopt voor iets boven water. Maar als de mast en het tuig erop staan, als alle comaliewant aan boord is en nog de bemanning, hoop ik dat-ie precies goed is. Ik gaf hem (nog) geen loef-bieter. Weliswaar hebben alle tekeningen, die ik zag, dat wèl, maar ik heb nog nooit een punter gezien, die er een had, en ik zie niet goed in waarom de kop zou weggieren. De punters, ook de vrij grote, die ik roeide, boomde of zeilde, hadden daar geen last van, en ik hoop dat de wendbaarheid beter is zonder.

Ervaringen

Het enige wat ik nu al zeggen kan is: hij ligt goed (behalve dus iets te hoog). Hij is niet lek, en hij liep lekker en liet zich goed sturen toen ik 'm van de kraan naar z'n loods boomde. In het a.s. voorjaar komt de hele tuigage erop en ik ben afschuwelijk benieuwd naar z'n zeilcapaciteiten. Ik behield de oude zwaarden van de schouw. Ze zijn iets te klein, maar ik stel al m'n hoop op hun profiel om dat wat op te vangen. Overigens overweeg ik zeezwaarden, wanneer ik bekomen ben van dit karwei en weer moed heb om te gaan schaven. Ten slotte kan ik het bouwen toch niet laten; ik droom van een eigengemaakte kromme gaffel en daar ben ik eigenlijk wat bang van. Ook zou ik niet weten waar ik een smid vandaan moet halen voor het ijzeren beslag.

Voor de zéér geinteresseerden

Voor de zéér geinteresseerden: de tekening is van Eduard en Co uit Amsterdam als uitgangspunt, en die is 6,75 m bij 2,20 m. Ik zette de mast iets naar voren, benevens z'n grootste breedte. Maakte de kop iets hoger (en voller) en bovenkant van de spiegel iets lager. Zo vind ik 'm mooier en beantwoordt hij aan mijn particuliere idee van lijnen en inhoudsverdeling.

Groningen, Ds. J. Matzer van Bloois

1971

1971

1971: Eduard & Co (Amsterdam) in scheepsbenodigdheden

Honderd jaar geleden al was de Gelderse Kade in Amsterdam het erkende bolwerk van de handelaren in scheepsbenodigdheden. In het gebied rond de Schreierstoren werden tal van zaken gevestigd, die scheepswaren leverden aan de voor de kade afgemeerde zee- en binnenschepen. Nu nog zijn er in dit gedeelte van Amsterdam vele zaken te vinden, waar het binnen nog gezellig naar touwwerk ruikt, waar de scheepse sfeer als het ware te proeven is. In het jaar 1882 dreef Hein Tiggers een bloeiende zaak in scheepsbenodigdheden, aan de befaamde Gelderse Kade. Zijn twee oudste zoons namen in 1917 het bedrijf over. Eduard Tiggers, de vader van de tegenwoordige zaak aan de Kromme Waal, zag in de dertiger jaren steeds meer brood in de jachtsector. Er was veel vraag naar speciale beslagen voor jachten en jachtjes. Tot dan moest men zulk beslag laten maken door een smid of een bankwerker. Het beslag, dat in de scheepsbenodigdhedenzaken gekocht kon worden, was duidelijk voor de beroepsvaart bestemd: te zwaar en esthetisch op laag niveau. Tiggers Sr. kreeg wel mooi beslag onder ogen. In de toenmalige Sixhaven lag de crème de la crème op het gebied van jachtbouw. Op die schepen was nogal eens Engels en Amerikaans beslag gemonteerd en juist die (voor die tijd uiterst progressieve) pronkstukjes interesseerden Tiggers in hoge mate. Hij maakte er copiën van, bracht zelfs verbeteringen aan en kreeg al spoedig naam in de jachtwereld. Anno 1971 is er wel veel veranderd in de zaak aan de Kromme Waal, die de naam Eduard & Co draagt. (De zaak draagt de voornaam van Tiggers Sr.).

Tekeningen

Een dubbeldikke catalogus komt op tafel. Vol trots bladert Tiggers door het boekwerk, af en toe een bladzijde aanstippend: mooi scheepje, veel verkocht of: volgend-jaar brengen we een wat modernere versie uit. Tiggers doelt op de tekeningen-catalogus, waarin ongeveer 250 ontwerpen zijn opgenomen. „We zijn er voor de oorlog eigenlijk al mee gestart", zegt Tiggers. „Bijna alle ontwerpen stammen van de tekentafel van Gijsbregt van Schaick Zillesen. Men kan tekeningen bestellen voor een bijbootje van 2,35 m, maar ook voor een kruiser van 18,00 m. Bij vrijwel alle ontwerpen is een bouwhandleiding geschreven, om het de zelfbouwer gemakkelijker te maken. Ook in die ontwerpen signaleren we een zekere evolutie. We proberen aan de vraag van het publiek te voldoen, door ieder jaar een 10 tot 15 ontwerpen aan de collectie toe te voegen, terwijl dan tevens verouderde ontwerpen uit de lijst worden geschrapt. Tekenend voor het tegenwoordige comfortbesef is de vraag naar schepen met stahoogte. Ook moet er, als de binnenruimte dat maar even toelaat, een gesepareerd toilet aan boord zijn. Het leuke is, dat we door die ontwerpen vaak een fijne klantenbinding krijgen. Het gebeurt vaak, dat iemand uit b.v. het zuiden tijdens een bezoek aan Amsterdam even bij ons binnenwipt om te vertellen over zijn afbouw project en je kunt er verzekerd van zijn, dat hij en passant een stukje beslag aankoopt. Ook met de jeugd hebben we goed contact. Voor de heel kleinen hebben we achter de toonbank altijd lollies klaarstaan . . ."

Opzet van Eduard & Co

Al met al vergt een bedrijf - in de opzet van Eduard & Co - enorme investeringen. In de magazijnen onder de verkoopruimte treffen we een extra voorraad artikelen aan, zodat men ook op topdagen niet „zonder" komt te zitten. Het kan erg druk worden in de nieuwe showroom (geopend op 16 februari 1970), maar altijd kunnen de verkopers het bijbenen. „Watersporters zijn geduldige mensen, ze wachten rustig hun beurt af. Ze vinden dat echt niet erg, er is in de zaak immers zoveel te zien . . ." 

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht