WDN11
Niet actief
Dit schip heeft een plaquette van de SSRP aan boord van een eerdere inschrijving, maar staat nu "geregistreerd" in Categorie X in het Stamboek en wordt dus gekenmerkt als 'Inactief'. Schip en eigenaar zijn op dit moment NIET "actief" aangesloten bij de SSRP als Behoudsorganisatie. De huidige eigenaar is (nog) niet in onze administratie opgenomen. Deelname aan Evenementen waarbij de eis wordt gesteld, dat het schip en de eigenaar zijn aangesloten bij dezelfde Behoudsorganisatie als onderdeel van de FVEN, is vanuit de SSRP daarom NIET mogelijk.
Dit betekent dat het schip nog onderdeel is van de Aanmeldingsprocedure (her-inschrijving) of, en dat geldt voor de meeste schepen, de eigenaar heeft het schip niet her-aangemeld en betaalt dus ook geen jaarlijkse bijdrage aan de SSRP voor Inschrijving in het Stamboek. Eventueel vermelde gegevens van schip en oud-eigenaren dateren meestal uit de periode van eerdere 'actieve' Inschrijvingen en zijn waarschijnlijk niet volledig en mogelijk niet correct. Voor dit schip kan, omdat het niet aantoonbaar voldoet aan de Criteria van de SSRP, geen Meetbrief door de KNWV worden afgegeven.
Vanwege de doelstelling van de SSRP om alle historie van de in het Stamboek opgenomen schepen vast te leggen, worden in de Schepenlijst wel de in het stamboekarchief beschikbare gegevens van dit ooit geregistreerde schip en summiere gegevens van de (oud-)eigenaren getoond.
Heeft u informatie over dit schip of bent u eigenaar en wilt u het graag weer 'activeren'? Laat het ons weten!
De familie Mantel uit Wijdenes gaf in 1915 opdracht tot het bouwen van de schouw. Zij hebben oude foto’s én een krantenartikel uit 1971 over het 50 jarig bestaan van scheepswerf Voorwaarts van Theun van der Beldt, de bouwer van de schouw. Theun van der Beldt vertelt daarin:
“Op een keer komt er een visser (Mantel) naar ons (Jan Heijman en hij) toe met het verzoek om voor hem een ijzeren Lemsterschouw te bouwen. Ik had zo’n schip nooit gemaakt en ging daarom eerst een poolshoogte nemen in Hoorn waar ik er één wist. Met de eigenaar van dat schip kwam ik overeen het op de helling te zetten, zodat ik alle maten goed op papier kon zetten. Dat werd het eerste scheepje dat ik bouwde. Samen met een knecht van veertien en de allerberoerdste machines moesten we dat karwei klaren. Nadat het schip was afgeleverd, heb ik er nog 4 gemaakt.”
Oud-eigenaresse Anouk Becht vertelt: "Als wij in april 2012 een visserman zeeschouw kopen weten we weinig meer dan dat het scheepje gebouwd zou zijn in 1946 te Lemmer als leerproject om lassers aan het werk te helpen. Dat de schouw ST10 zou heten en een zusterschip van de ST12 zou zijn. Er zou mee gevist zijn in Stavoren en later door een binnenvisser uit Sneek en op wat details van de motor na, is dat de informatie waar we het mee moeten doen."
"Omdat we allebei geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van schepen, (Carlo de Boer vanuit Vereniging Behoud Volendammer Botters en Anouk door op te groeien op en in de zalmschouwen in Woudrichem) willen we graag het verhaal eens naspeuren, niet in de laatste plaats om eventueel het visserijnummer ST10 op het boeisel te gaan voeren."
Eigenschappen
| Plaquette nummer: | 2195 | Zeil nummer: | |
|---|---|---|---|
| Categorie: | X | Tekening nummer: | |
| Type: | Zeeschouw |
Bouw
| Bouwjaar: | 1915 | Ontwerper: | Heijman/Van den Beldt |
|---|---|---|---|
| Werf: | Scheepswerf Voorwaarts, Th. van den Beldt | Werf plaats: | West-Graftdijk |
| Motor: | Inbouw | Motor type: | |
| Materiaal romp: | Staal | Materiaal kajuit: | Staal |
| Materiaal zeil: | |||
| Onderwaterschip: | Knikspant | Kiel: |
Afmetingen
| Lengte stevens: | 9,00 m | Breedte berghout: | 3,45 m |
|---|---|---|---|
| Diepgang: | 0,90 m | Masthoogte water: | 12,40 m |
| Oppervlakte grootzeil: | 0,00 m2 | Oppervlakte fok: | 0,00 m2 |
| Oppervlakte botterfok: | 0,00 m2 | Oppervlakte kluiver: | 0,00 m2 |
| Oppervlakte totaal: | 0,00 m2 | Oppervlakte overig: | 0,00 m2 |
Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip
| 1915 – 1940 | Fam. Mantel ( WDN11) |
|---|---|
| 1940 – 1957 | Wietse van Dijk, Stavoren ( ST7) |
| 1957 – 1986 | Gebr. de Leeuw, Sneek |
| 1986 – 1998 | Tjalling Terpstra, Ureterp |
| 1998 – 2007 | B. van der Wurf |
| 2007 – 2012 | W. ten heuvel |
| 2012 – 2023 | A. Becht en N.H.G. de Boer, Monnickendam ( WDN11) |
| 2023 – (Eigenaar - Zeeschouw WDN11 niet "actief" in het Stamboek) | E. van der Lans, Noordwijkerhout ( WDN11) |
Geschiedenis
2013
2013
2013: De geschiedenis van de Zeeschouw WDN11 uitgezocht door de eigenaren Anouk Becht en Carlo de Boer
Van lasproject naar pioniersschouw - We starten onze speurtocht in Stavoren
Een eenvoudig begin van de speurtocht brengt ons bij de site: staversevissersvloot.nl, daar vinden in ieder geval geen aanknopingspunten voor de ST10. Onder dat visserijnummer heeft van alles gevaren; aken, kotters, markerrondbouwen en een jol, maar géén schouw. En van een zogenaamd lasproject in Lemmer is ook niets te vinden. Daarbij komt dat het schouwtje hier en daar sporen heeft van oud klinkwerk wat het lasproject-verhaal weer een beetje eigenaardig maakt. We hebben wat te doen.
We gaan in onze vakantie naar Stavoren en komen via via in contact met Jan Visser. Een bijzonder behulpzame man met een indrukwekkend archief van de Staverse visserij. Hij bevestigt direct dat ST10 onmogelijk kan kloppen, maar vindt een aanknopingspunt in het “zusterschip ST12” verhaal. De ST12 had wel een zogenaamd zusterschip, maar dat was de ST7. Samen te zien op ansichtkaarten. De schouwen visten vaak samen. Van de ST7 is bekend dat het een schouwtje was uit 1914 uit Wijdenes en in 1940 naar Stavoren is gekomen. In het archief van Jan Visser is zichtbaar dat de schouw in 1957 verkocht wordt aan de gebroeders de Leeuw in Sneek. De schouw verdwijnt dan uit beeld. Het zou natuurlijk mooi zijn, een schouw uit Wijdenes. Het zou het oude klinkwerk wel verklaren en er zitten meer overeenkomsten in de verhalen (Stavoren, Sneker visser en motordetails) maar om nou te zeggen dat het een sluitend verhaal is ….. Tussen de verhalen “lasproject uit 1946” en “1914 Wijdenes” zitten wat ons betreft ondanks de vele overeenkomsten teveel onzekerheden.
Met behulp van de archivaris van de gemeente Sneek achterhalen we de zogenaamde gebroeders de Leeuw uit Sneek. De drie broers Andries (1915), Obbe (1918) en Gerrit (1920) zijn in de jaren ’80 alle drie overleden, maar een van de drie trouwde een vrouw die uit een eerder huwelijk kinderen had en daar kunnen we er na heel veel bellen een van vinden. Zij is zelf al 74 en wil geen contact met ons, maar haar zoon Andries, vernoemd naar zijn stiefopa wil graag vertellen. Hij noemt een aantal leuke details; de broers visten voornamelijk op paling in de Brekken en het scheepje was zo dik geteerd dat het letterlijk droop van de teer in de zomer. Hij had graag het bootje graag gehad, maar omdat zijn moeder “slechts” stiefkind was, werd door bloedverwanten/erven anders besloten. Inmiddels weten we van deze familie de meest gekke details, maar waar de schouw gebleven is…… Het spoor lijkt dood te lopen.
Terug naar Wijdenes en vervolgens naar Ureterp
Ondertussen hebben we ook contact gezocht met de familie Mantel uit Wijdenes. De familie die opdracht gaf tot het bouwen van de schouw. Zij hebben oude foto’s én een krantenartikel uit 1971 over het 50 jarig bestaan van scheepswerf Voorwaarts. De werf van Theun van der Beldt, de bouwer van de schouw. Theun van der Beldt vertelt daarin: “Op een keer komt er een visser (Mantel) naar ons (Jan Heijman en hij) toe met het verzoek om voor hem een ijzeren Lemsterschouw te bouwen. Ik had zo’n schip nooit gemaakt en ging daarom eerst een poolshoogte nemen in Hoorn waar ik er een wist. Met de eigenaar van dat schip kwam ik overeen het op de helling te zetten, zodat ik alle maten goed op papier kon zetten. Dat werd het eerste scheepje dat ik bouwde. Samen met een knecht van veertien en de allerberoerdste machines moesten we dat karwei klaren. Nadat het schip was afgeleverd, heb ik er nog 4 gemaakt.”
In het artikel staan allerlei aanknopingspunten. We krijgen via via een chronyke van de scheepswerf, waarmee het verhaal mooier wordt, maar de geschiedenis niet sluitend. We proberen aan de hand van oude foto’s en moderne scans onze schouw en de WDN11 zoals de schouw gebouwd is over elkaar heen te leggen. De lijn van het scheepje lijkt best, en de oplopende kont is heel karakteristiek, maar toch klopt het niet. Omdat niet alleen wij, maar kenners het ook graag willen zien krijgt het opboeien van het scheepje om het geschikt te maken voor de Staverse visserij de schuld, maar we nemen er geen genoegen mee. Daarbij komt dat de 4 schouwen die ná de WDN11 zijn gebouwd aantoonbaar 8.50 meter zijn en onze schouw is zo’n 9 meter en hoe aannemelijk is het dat je eerst een schouw bouwt van 9 meter, om vervolgens een serie van 4, 8.50m te maken? Niet heel aannemelijk inderdaad.
De lijn van toen naar nu tekent een mooi verhaal op, maar lijkt toch niet op alle punten te kloppen en bovenal loopt het dood. Ons opgebouwde archiefje bestaand uit briefjes, aantekeningen foto’s artikel en memo’s, lijkt in de open haard te kunnen. Toch is er nog dat andere lijntje. De lijn van nu naar toen. De vorige eigenaar kocht de schouw via een makelaar, maar op oude rekeningen vinden wij een naam. Dat blijkt inderdaad de voorlaatste eigenaar te zijn. Deze meneer kan zich alleen “Terpstra uit Ureterp” herinneren verder niet veel. Ja dat het “een oude man was, vermoedelijk al overleden en dat het een zonderling type was, dat het bepaald geen zeiler was, meer een knutselaar”.
Later blijkt van dat alles meer dan het tegendeel. We bellen de twee Terpstra’s in Ureterp en omdat de gemeente geen medewerking mag verlenen (privacy schending, te kort geleden) daarna nog eens lukraak 23 Terpstra’s in Drachten. De reacties van al die Terpstra’s zijn hartverwarmend, maar leveren niets op. Makelaars in Ureterp zijn zelfs bereid om na te denken over loodsen, werven en werfjes in de buurt denken mee, maar het levert allemaal niks op. We laten ons hoofd hangen.
U bent op zoek naar mij?
Als aller-allerlaatste poging mailen we nóg een keer (we hebben hem dan al gestalkt) de voorlaatste eigenaar met de mededeling dat we willen adverteren in lokale krantjes en dat we om die reden wel zeker willen weten dat de naam Terpstra klopt. En ineens weet hij meer/vindt hij een aantekening. Het zou ene Tjalling Terpstra zijn met een telefoonnummer erbij. Dat nummer klopt (natuurlijk) niet meer, maar Tjalling is zelfs voor friese begrippen een beter te zoeken naam dan bijvoorbeeld Jan. We googelen en komen via Zuid Afrika terecht bij familie en dan worden op een woensdagavond gebeld door Tjalling Terpstra met de simpele opmerking: “u bent op zoek naar mij?”.
Wat er dan met dat ene telefoontje gebeurt is heel onwerkelijk.
Het lijntje van toen naar nu loopt tot 1957 en dat van nu kunnen we tot 1998 terughalen. Dat is een behoorlijk gat. Maar al luisterend, vragend en pratend wordt dat gat in een keer gedicht. Terpstra blijkt de schouw in 1986 gekocht te hebben van een de Leeuw uit Sneek. “Het waren broers en visten op de Brekken. Er was wat gedoe over de verkoop, want ik kocht hem uit een erfenis. Hoe dat precies zat weet ik ook niet. Het scheepje was zo slecht, ik kocht het voor oudijzer prijs en een beetje voor de motor.” Als we hem vragen of hij de naam ST10 in de wereld heeft geholpen antwoordt hij: “Nee zeker niet. Het scheepje zat zo dik in de teer dat ik het er pas in de Elfstedenwinter van ’86, toen de teer hard werd pas goed af heb kunnen bikken. Toen kwam er wel een Stavers visserijnummer tevoorschijn, ik dacht ST12 of ST7 in ieder geval iets met een zwanenhals dus zeker geen 10."
Het meest verlossende woord volgt als hij begint over het vlak. “Dat was zo slecht dat heb ik bijna helemaal vervangen. Ik vond de schouw ook wat klein en heb er toen ook maar 60cm tussen gezet.” Daarmee is de afwijkende lengte van de schouw ook verklaard. Alle briefjes, kladjes, verhalen en memo’s vallen als een perfect passende puzzel in elkaar. Dat is na een jaar zoeken en graven en vooral doodlopende paadjes even leuk als onwerkelijk. Het kost ons een paar dagen om het te durven geloven, maar na keer op keer alle aantekeningen langs te lopen zien we echt niet wat we over het hoofd hebben kunnen zien. En uiteindelijk is de geschiedenis tamelijk overzichtelijk.
Carlo de Boer en Anouk Becht
2021
27 september 2021
27 september 2021: Reactie van oud-eigenaar Tjalling Terpstra
Carlo de Boer en Anouk Becht schrijven in hun overzicht van de geschiedenis:
Tjalling Terpstra vond de schouw ook wat klein en heeft er toen ook maar 60cm tussen gezet.” Daarmee is de afwijkende lengte van de schouw ook verklaard.
Tjalling Terpstra mailt ons in 2021 dat dat verhaal over de verlenging iets genuanceerder is.
Hij schrijft ons:
Ik heb de schouw gerestaureerd en weer onder zeil gebracht. Er is geen 60 cm tussen gezet, maar ik heb de boorden verhoogd. Door de grootte van het voor- én achter bord aan te houden werd de schouw 60 cm langer. Ik heb berghout en alles wat daarboven zit verwijderd. Daarna heb ik 20cm. op de boorden gezet, daar een iets breder berghout op gezet. Vervolgens een nieuw voor- en achterbord met de zelfde maten als de oude gemaakt en deze geplaatst op de verhoogde boorden. Hierdoor is de schouw voor en achter +/_30 cm langer geworden. De reden van deze operatie was dat het vooronder 102 cm hoog was en daarna 125cm.