Wieke Mare
In het boek "Platbodemjachten van J.K. Gipon" wordt over het 8.50m lage Grundeljacht geschreven:
Het schip had een doorgetrokken kajuit met tamelijk grote ramen. De voortstuwing per motor werd eerst verzorgd door een buitenboordmotor, opgehangen aan een bok achter de spiegel. Later is die vervangen door een binnenboordmotor, wat ook aanpassing van scheg en roer noodzakelijk maakte. De 8.50 meter grundel biedt een soortgelijke accommodatie als de 8.00 meter, maar heeft relatief wat minder holte, terwijl de plattegrond uiteraard een wat ruimere indeling toelaat. Door de aanvankelijke constructie, waarbij het dak niet spantloos was uitgevoerd en het vlak voorzien was van spanten en wrangen, was de stahoogte gering. Door wijziging van die constructies is de stahoogte ongeveer gelijk aan die van de 8.00 meter grundel.
Bij de grundels is ermee geëxperimenteerd de strijkklampen eveneens schuin te zetten. Het blijkt echter niet voordelig te zijn. Het smalle vleugelprofiel van de zeezwaarden verdraagt die schuine stand wel, de platte brede grundelzwaarden doen dat echter niet. Het beste is de strijkklampen van de grundelzwaarden evenwijdig aan de scheepsas te houden.
De firma Loose aan de Stationsstraat in Drimmelen, met zes medewerkers, waarvan Jan Loose eigenaar was, was een echte cascobouwer. Er zijn diverse casco's gebouwd voor particulieren voor zelf-afbouw. Eén daarvan was het casco van de 'Wieke Mare' (eerdere naam 'Kerstin'), gebouwd in 1965.
Zeilgarderobe van de 'Wieke Mare'
|
Grootzeil:
Botterfok:
|
Stagfok:
Uitvoering: Luxe (authentieke) uitvoering. |
Eigenschappen
| Plaquette nummer: | 2179 | Zeil nummer: | |
|---|---|---|---|
| Categorie: | B | Tekening nummer: | |
| Type: | Grundel |
Bouw
| Bouwjaar: | 1965 | Ontwerper: | J.K. Gipon |
|---|---|---|---|
| Werf: | Jachtwerf Loose | Werf plaats: | Drimmelen |
| Motor: | Inbouw | Motor type: | Farymann P 20 |
| Materiaal romp: | Staal | Materiaal kajuit: | Staal |
| Materiaal zeil: | Dacron | ||
| Onderwaterschip: | Knikspant | Kiel: |
Afmetingen
| Lengte stevens: | 8,50 m | Breedte berghout: | 2,80 m |
|---|---|---|---|
| Diepgang: | 0,70 m | Masthoogte water: | 10,00 m |
| Oppervlakte grootzeil: | 22,25 m2 | Oppervlakte fok: | 0,00 m2 |
| Oppervlakte botterfok: | 15,00 m2 | Oppervlakte kluiver: | 0,00 m2 |
| Oppervlakte totaal: | 37,25 m2 | Oppervlakte overig: | 0,00 m2 |
Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip
| onbekend – 2007 | C. van Kammen, Drachstercompagnie ( Kerstin) |
|---|---|
| 2007 – Nu (laatst bekend) | K. de Jong, Wageningen ( Wieke Mare) |
Geschiedenis
2020
maart 2020
maart 2020: De 'Wieke Mare': de oudste stalen grundel ingeschreven in het Stamboek
Eigenaar Klaas de Jong schrijft:
Sinds 2007 varen wij met een Grundel in Friesland. Het is een schip dat er al meer dan een halve eeuw vaargeschiedenis op heeft zitten. Na het nodige onderzoek door de SKVR blijkt het één van de twee Grundels te zijn, waarmee Jan Kooijman destijds het nodige geëxperimenteerd heeft. Dit schip stamt nog uit de tijd voordat de werf in Deil ontstond. Deze Grundel liet hij bouwen bij Loose in Drimmelen. Het experiment bestond uit het bouwen van het kajuitdak in watervast multiplex, dat afgewerkt werd met teakhouten delen. Een techniek die voor die tijd nogal opvallend was en later op nog meer schepen uit het assortiment werd toegepast. Nadat het schip ingetimmerd was, volgde het kajuitdak als een deksel over het binnenste van het schip.
Ruim 10 jaar geleden waren wij op zoek naar een passende platbodem, die in ons budget paste. Veel schepen passeerden de revue, maar op een goed moment liepen wij tegen een Grundel aan van 8.50 m. Echter … deze Grundel had in 10 jaar nauwelijks onderhoud gehad en dat was het schip ook wel aan te zien. Maar lijn en maten sloten helemaal aan bij onze bedoelingen. Door enkele deskundigen werd het schip aan een stevig onderzoek onderworpen. Het verfwerk was hard aan een forse onderhoudsbeurt toe. De motor, een Farymann van 22 pk, moest gerevideerd worden. Van het kajuitdak was 1/3 gewoon slecht. Voor een succesvolle schilderbeurt moest de romp gestraald worden. Opvallend goed was de binnenzijde van de romp, die met een soort teersysteem geweldig was geïmpregneerd. De giek was ook deels verteerd. De zeilen hadden er de nodige decennia opzitten. Kortom, wat doe je, waar begin je aan? De staat van het schip werd een belangrijk onderhandelingspunt – wij kochten de grundel.
Tja, toen moesten de handjes gaan wapperen. We hebben de restauratie grotendeels zelf uitgevoerd. Het maken van een nieuw kajuitdak met een mooie zeeg was nog wel even een dingetje. Wij losten het op door in lagen van telkens 2 mm te werken, waarmee hij het gewenste profiel van een gebogen 20 mm plaat kon bewerkstelligen. Deze basisconstructie werd afgewerkt met polyester, versterkt met glasvezel om lekkage in de toekomst uit te sluiten. Tenslotte volgde de eindafwerking met het leggen van teakdelen en dat gaf de boot al direct een fraaie uitstraling. De giek werd deels vernieuwd.
De motor kreeg een grondige inspectiebeurt en onderging de noodzakelijke revisie. De klus werd afgerond met het laten stralen en coaten.
Na het voltooien lag er weer een mooi schip uit de stal van Jan Kooijman. Als bewijs dat een leeftijd van 50 jaar totaal niets afdoet aan de uitstraling en kwaliteit. De “Wieke Mare” , vernoemd naar onze kleindochters kon als herboren te water worden gelaten en biedt ons een prettig vakantieverblijf op de Friese wateren. Want daar kun je de “Wieke-Mare” tegenkomen met een tevreden eigenaar aan de helmstok.
Na een jaar of vijf zeilen schoot een kous los uit het grootzeil. Dat was het moment om langs te gaan bij Simon de Boer. De reactie van Simon was ”Oh, ik zie het al, dat is werk van mijn opa. Oerdegelijk, maar wel een beetje slordig”. Intussen beweegt de “Wieke Mare” zich sinds 4 jaar voort met een nieuwe set zeilen. Dat maakt echt een groot verschil!