De criteria in 1976

In het Jaarverslag van 1976 wordt vermeld dat een speciale commissie in april 1975 de definitieve tekst van de te hanteren Criteria aan het bestuur heeft aangeboden. Deze Criteria zijn vervolgens door het bestuur geaccordeerd en gaan dienen voor de toelating van schepen in het Stamboek.
De aanmelding van steeds meer schepen, nieuwgebouwd of gerestaureerd, maakte bezinning op de inschrijvingscriteria noodzakelijk. Een commissie, bestaande uit de heren ir. H. W. Stapel, J. K. Gipon en H. Lunstroo, werd met deze taak belast en kwam eind 1975 met een concept gereed. Na bespreking in het Stichtingsbestuur werd dit concept toegezonden aan een 30-tal werven en ontwerpers en daarna met hen in een speciale vergadering doorgenomen. Tenslotte, in april van dit jaar, werd de definitieve tekst vastgesteld en gepubliceerd.

Door het hierboven vermelde overleg tussen Stichting, ontwerpers en werven. werd reeds vooruitgelopen op een wens in die richting, geformuleerd op het Hiswa-symposium van enige maanden later. Op datzelfde symposium werd overigens door een werfeigenaar een voor mij onbegrijpelijke tegenstelling geconstrueerd tussen „de zeer museaal ingestelde bestuurderen van de Stichting en de bouwers, respectievelijk ontwerpers van zulke schepen, waarvan velen een meer karakterologisch standpunt huldigen**.
Begrijpt u het?
Het was overigens duidelijk dat verschillende symposiumbezoekers de doelstelling van de Stichting niet kennen, namelijk het behoud van het oud-Nederlandse scheepstype zoals zich dit tot het einde van de zeiltijd in binnenvaart en visserij heeft ontwikkeld en dan in het bijzonder wanneer de schepen als jachten worden gebruikt.
Daardoor zijn bij voorbeeld de te gebruiken materialen voor de romp uitdrukkelijk beperkt tot massief hout en ijzer-staal en zal daarvan niet worden afgeweken, zolang deze materialen nog in voldoende mate verkrijgbaar zijn. Dáárom worden geen schepen van kunststof geaccepteerd.
Dat zeilen van kunststof wel getolereerd worden vindt z'n oorzaak in het feit dat geen vlas of langvezelig katoen meer wordt verbouwd. Maar wel heeft de Stichting het gebruik van katoen trachten te stimuleren door twee jaar geleden nog een 5000 meter langvezelig Egyptisch katoen in te voeren, waarvan nog een beperkte voorraad aanwezig is.

Terug naar vorige pagina

pdf Archief versie: Criteria mei 1976