Paterswolde: Vereniging Watersport De Twee Provinciën

De zeilvereniging De Twee Provinciën (DTP) werd opgericht op 3 juli 1911 door zeventien enthousiaste zeilers van het Paterswoldsemeer. De Koninklijke goedkeuring kwam af in 1912. Korte tijd later, in 1912, sloot DTP zich aan bij de door Jan Evert Scholten opgerichte en wat breder georiënteerde Vereeniging Watersport Paterswolde (ook voor viswedstrijden!). Omdat Scholten de Paalkoepel te klein vond voor het ontvangen van gasten, liet hij een nieuwe Buitensociëteit bouwen, die op 27 mei 1917 op sobere wijze werd geopend, en die heden ten dage nog steeds het fraaie, in 2004 gerestaureerde, Clubhuis is.
Het Paterswoldse meer
Nog niet zo lang geleden, afgemeten aan het tijdpad van de geschiedenis, was het gebied rond - wat nu Paterswoldse meer heet - de Groningers tot last. Toen er nog geen meer was en het gebied Neerwold heette. Het was heel lang, tot 1740, een sompig veenmoeras. In de tijd daarna werd besloten het moeras te vervenen. Daarvoor werden vreemdelingen opgetrommeld, specialisten uit Friesland, uit de omgeving van Rottevalle en Oostermeer. De Friese "kolonisten", waaronder veel personen met de naam Nijdam, werden beloond met een belastingvrije woning in de "Colonie" en een schooltje aan de Hoornse Dijk.
In de loop van de 19e eeuw liepen de inkomsten uit het turfsteken steeds meer terug. Rond de eeuwwisseling van 1900 werd er een nieuwe markt voor het Paterswoldse meer ontdekt: recreatie en toerisme. Aanvankelijk waren het de "hogere" klassen die zich een plekje verwierven aan het meer. De andere lagen van de bevolking volgden, mede door de opmars van fiets, paardentram en autobus, na de Eerste Wereldoorlog.
Eerst een overzetkraan (1911), en later (1927) een sluisje, zorgden ervoor dat het Paterswoldse meer een verbinding kreeg met het Noord-Willemskanaal, zodat recreatievaart van en naar het meer ook mogelijk werd. Belangrijk voor de ontwikkeling van het meer was ook de aanleg van de Kunstweg - zo genoemd naar de problemen met de aanleg ervan - een weg die Haren en Eelde met elkaar verbond en later is herdoopt in Meerweg.

Zeilen
Het summum van de sportbeoefening in die tijd waren de Olympische Spelen, die in 1896 in Athene in een 'eigentijds' jasje waren gegoten. De berichtgeving hierover was bij de communicatiemogelijkheden van die tijd uiteraard nog mondjesmaat, maar genoeg om de wereld in vervoering te brengen. De Olympische koorts bereikte ook Groningen. Een van de eersten die werd aangestoken door dit sportvirus was Hendrik Herman Niemeyer. Ook een jongen van de gegoede burgerij, want hij was de kleinzoon van Theodorus Niemeyer, de man die in Groningen met veel succes handel dreef in tabak, koffie en thee. Deze Hendrik Niemeyer werd in zijn jeugdjaren gegrepen door het zeilen. Hij wilde een zeilboot en vervolgens meedoen aan de Olympische Spelen. Dat eerste bleek geen probleem. Vader Willem kon gemakkelijk zo'n vaartuig kopen. En ook had Hendrik het nodige water gevonden om te kunnen zeilen, het nog kakelverse Paterswoldse meer, dat de betere stand van Groningen wenkte om zich te komen ontspannen.
Niet alleen trof je er de Niemeyers, maar ook de farnilie van grootindustrieel Jan Evert Scholten en andere invloedrijke mannen van heinde en ver. Speciaal voor zijn party's en zakelijke contacten had Jan Evert Scholten er de zogeheten Paalkoepel laten bouwen, gestut door 25 palen, een meter boven het veen. Vanuit de Paalkoepel organiseerde de farnilie Scholten "waterfeesten", roei- en zeilwedstrijden.
Een andere trekker van de watersport was Wiendelt Visser, die aan de Hoornsedijk was begonnen als vervener en klompenmaker, maar de vorming van het meer in 1900 aangreep om aan de zuidwestkant van het water een nering te beginnen als bouwer en verhuurder van roeiboten. Zijn initiatief werd al snel, in 1902, gevolgd door de visserman Jacob Helder, Visser en Helder zijn namen die tot in de eeuwigheid met het Paterswoldse meer zullen zijn verbonden. Als visionairs, als botenbouwers en als wedstrijdzeilers.

DTP en de VW Paterswolde
Hendrik Herman Niemeyer nam als twintiger het initiatief om aan de Kunstweg een zeilvereniging op te richten, zodat hij zijn stevige sportieve ambities gestalte kon geven. Niemeyers idee werd met instemming begroet door de Hooge Heeren van Stad en Ommeland. Tot de eerste leden behoorde ook Jan Evert Scholten. Hij was een alom gewaardeerde en buitengewoon succesvolle captain of industry. Hij leidde de door zijn vader Willem A. Scholten gestichte multinational. De Scholtens, schatrijk geworden dank zij de aardappelmeel, dreven handel in heel Europa, tot aan de Oekraine toe. Jan Evert Scholten liet een majestueuze buitensociëteit bouwen aan de boorden van het Paterswoldse meer, pal naast zijn eerder gebouwde Paalkoepel, want als deze Scholten iets wilde uitstralen, was het wel voornaamheid.

Hendrik Niemeyer was de initiatiefnemer van de eerste zeilvereniging in Stad en Ommeland, DTP genoemd, initialen die staan voor De Twee Provinciën, omdat de Gronings- Drentse provinciegrens dwars door het meer is getrokken. De oprichtingsvergadering was op 3 juli 1911 en bij die gelegenheid onderscheidden de weinige aanwezigen zich door het accepteren van bestuursfuncties: M. Bakker, die secretaris werd, G. Heukers (penningrneester), H.R. Bruce en P. Camphuis. Bruce bestierde een kledingzaak in de Herestraat en Camphuis, wonend op het landgoed Vennebroek in het Friesche veen, bezat een steenkolenhandel. Gezamenlijk kochten zij ook een van de eerste scherpe jachten, de 'Brunica', waarin de namen van Bruce, Niemeyer en Camphuis terug te vinden zijn.
Het bleef niet bij de oprichting van een zeilvereniging alleen. Enkele maanden later, op 23 februari 1912, richt Jan Evert Scholten ook een vereniging op: de Vereeniging Watersport Paterswolde. Geen concurrent van DTP, maar een aanvulling. De pure zeilvereniging DTP sloot zich graag bij de breder georiënteerde VWP aan. En dus niet andersom, wat misschien op basis van anciënniteit logischer zou zijn geweest. Het leek er verdacht veel op dat Jan Evert Scholten de touwtjes aan het meer stevig in handen wilde houden.
Stevige bewijzen van deze gedachte zijn er niet, want de geschiedschrijving van de eerste DTP- en VWP-jaren is summier. In 1974 fuseerden beide verenigingen en de naam werd VDWTP.
Visser en Helder
Toen de vervening van het gebied tussen Groningen, Haren en Eelde een feit was en het Paterswoldse meer was ontstaan, waren er de Vissers. Met als grondlegger Wiendelt Visser, die zich in 1900 aan het meer vestigde om er handel te bedrijven. Hij begon er een jachtwerf en zette tegelijk in op verhuur van roeiboten. Niet veellater, in 1902, volgde de eersteling van de Helder-dynastie - Jacob geheten - aan de zuidoever om er boten te gaan bouwen en verhuren. De Helders en Vissers vormden een drie-eenheid met het Paterswoldse Meer. Eigenlijk kan er zelfs worden gesproken van een kwartet, want DTP wordt in deze connectie ook altijd in een adem genoemd. De Helders en Vissers hebben, dat mag na een eeuw rustig worden geboekstaafd, de zeilvereniging zelfs sportief op de kaart gezet. Niet alleen en vooral nationaal, maar ook internationaal.
Bij Visser en Helder bouwden ze niet alleen hele mooie, goede en innovatieve zeiljachten, in het verlengde daarvan konden de familieleden ook heel goed zeilen. In elk geval beter dan alle DTP'ers bij elkaar. Niet zo verwonderlijk natuurlijk, want de Vissers en de Helders leerden het 'bootje varen' spelenderwijs. In feite waren zij professionals, destijds nog een vies woord in de sport. Sporten deed je voor je plezier en zeker niet voor het geld. Niet dat de Helders en Vissers geld verdienden met hun prestaties als zeilers, maar vanuit hun beroep verbleven ze bijkans hele dagen op het water.
Het 100-jarig bestaan in 2011
VWDTP vierde het jubileum groots met een klassieke vlootshow in aanwezigheid van koningin Beatrix. Na de ontvangst van hare majesteit ging het gezelschap aan boord ging van de visserman Vollenhovense bol 'Wilster' om een vlootschouw af te nemen vanaf het Paterswoldsemeer. Tientallen oude klassieke houten zeilboten van 35 jaar en ouder voeren vervolgens in eskaders van vier aan de vorstin voorbij, evenals moderne wedstrijdschepen en optimisten met jeugdige zeilers. Na de fraaie vlootschouw was spectaculair en vond plaats bij windkracht 5.

De geschiedenis op schrift
Ter gelenheid van het 100 jarig bestaan van de VWDTP is er een gedenkboek verschenen: 'Op Eigen Kiel'. Daarnaast verscheen er ook een publicatie genaamd: 'De zeilsport kreeg de wind in de zeilen op het Paterswoldsemeer'.
De zeilsport kreeg de wind in de zeilen op het Paterswoldsemeer
Wedstrijdzeilen op het Paterswoldsemeer in het begin van de 19e eeuw
We kregen op 10 augustus 2021 een mail van mevr. Hillien van Heuveln-Brockbernd PR VWDTP:
Vandaag kreeg ik 2 zeil penningen. De info die ik kreeg was dat het penningen zijn die Dhr. FJ Kniphorst heeft gekregen bij zeilwedstrijden op het Paterswoldsemeer bij zeilvereniging DTP. Ik zou graag willen weten of u meer info heeft over Dhr Kniphorst.
Het antwoord van Gerard ten Cate:
Wat leuk dat je deze medailles gekregen hebt. Dergelijke penningen of medailles stammen inderdaad uit de periode rond 1914. Wie de heer Kniphorst was weet ik niet, en ik heb nog niet teruggevonden in en met
welke boot hij deze medaille gewonnen heeft.
De medaille cq penning stamt uit de beginperiode van Zeilvereniging DTP (De twee Provinciën) opgericht in 1911. Op dat moment stond de ontwikkeling van de watersport en de recreatie rond het Paterswoldsemeer nog helemaal in de beginfase. Het Paterswoldsemeer was nog een veenmeer dat toen nog uitgegraven werd. Het meer had toen nog geen open vaarverbinding met het Nederlandse kanalenstelsel. Er bestond
een overzet (lees kraan) waarmee kleine boten van het ene in het andere boezem gezet konden worden.
De zeilsport op het Paterswoldsemeer werd toen vooral aangestuurd door Groninger industriëlen, notabelen, oud kapiteins uit de kustvaart en kunstenaars (oa en met name George Martens). Daarnaast waren er twee verveners families die zich richtten op de watersport en het bouwen van boten, Visser en Helder. Hun (zeil)boten waren bedoeld voor de verhuur met schipper en het varen met gasten. In eerste instantie vooral gasten van het nog altijd bestaande Familiehotel. Later ook dagjesmensen uit de regio. In de weekenden werden ze daarnaast gebruikt voor het zeilen van wedstrijden. Bij loting werden ze toegekend aan leden van zeilvereniging DTP.
Boten, en boten in particulier eigendom, waren er in 1914 nog nauwelijks op het Paterswoldsemeer. De nadruk lag toen nog vooral op "tjotters" die door Visser waren gebouwd. In de winter van 1911/1912 bouwden zowel Visser als Helder hun eerste scherpe vaartuigen. Het wrak van het eerste door Helder gebouwde scherpe zeiljacht heb ik nog liggen en zou ooit een keer gerestaureerd moeten worden.
Tijdens het schrijven van deze mail kreeg ik een terugkoppeling van Peter Nannenberg (oud voorzitter DTP) dat hij de naam Kniphorst in 1914 een keer tegen kwam met een zesde prijs in de boot 'Selma'. De naam van dit schip kennen we wel, maar details ontbreken. Ik bezit een foto van latere datum met daarop gedeeltelijk zichtbaar een tjotter 'Selma'. Of dit hetzelfde schip is weet ik niet.
Bij DTP bestaat niet of nauwelijks meer een archief waarin iets terug gevonden kan worden. Ik moet mijn eigen archief er nog eens op naslaan, of ik meer kan vinden. Verder is het misschien raadzaam om eens op
Delpher.nl te gaan zoeken. Mogelijk dat daar wedstrijdverslagen van 1914 van DTP terug te vinden zijn.
De geschiedenis in oude foto's en ansichtkaarten
Een aantal jaren geleden is de Stichting Oud Zeilend Hout opgericht. De stichting, bestuurd door een 5-tal enthousiastelingen op het gebied van restauratie en in-stand-houding van oude houten zeilboten, wil proberen om zoveel mogelijk eigenaren en belangstellenden in deze boten met regelmaat bij elkaar te brengen. Op hun website www.oudzeilendhout.nl kunt u heel veel oude foto's en ansichtkaarten van het ontstaan van de zeilsport op het Paterswoldse meer en de scheepsbouw daaromheen.