Sneek: Koninklijke Watersport Vereniging Sneek

Sneek kreeg in 1851 een zeilvereniging omdat de veranderende omstandigheden voor het hardzeilen problematisch werden en een aantal zeilende notabelen de noodzaak inzagen de handen ineen te slaan. Zo waren er zomers waarin cholera uitbrak en massabijeenkomsten als zeilwedstrijden voor lange of korte tijd waren verboden. Ook lieten de kasteleins van voorheen het afweten. De popularisering van het wedstrijdzeilen vroeg om meer en betere wedstrijdorganisatie, arbitrage, accommodatie voor het publiek en bovenal solide inkomsten. Initiatiefnemende Snekers lieten een aspirant-Iedenlijst rondgaan, belegden een eerste informele bijeenkomst en vervolgens een oprichtingsvergadering.

Beknopte geschiedenis van de Koninklijke Watersport Vereniging Sneek (KWS)

De Koninklijke Watersportvereniging Sneek (afgekort: KWS), een fusie van de Koninklijke Zeil Vereniging Sneek (KZVS) en de Sneeker Zeil Club (SZC). De KWS is opgericht op 1 juni 1851 als Zeil Vereniging Sneek. Het clubgebouw van de KWS stond in de beginjaren op de Roekepolle, het startschip van de KWS is hiernaar vernoemd. In de periode 1914-1918 heeft de verhuizing plaats gevonden van de Roekepolle naar het Kolmeersland. De KWS kreeg in 1925 het predicaat Koninklijk. Koningin Beatrix heeft het predicaat in 2010 met 25 jaar verlengd.
Het clubgebouw van de KWS is De Kajuit in De Domp. Op 18 april 2009 heeft de KWS het Kielboot Trainingscentrum Sneek in gebruik genomen. Het clubblad van de KWS heet het KWS Journaal, dat circa twee maandelijks verschijnt. De vlag van de KWS bestaat uit vier gelijke vlakken, rechtsboven geel, linksboven zwart, rechtsonder zwart en linksonder geel. Hierop staat een blauw kruis met in het middel een gekroond wapenschild met een afbeelding van een zeilschip.
De Sneekweek is het grootste evenement op binnenwater in Europa. De KWS is de organisator van de Sneekweek, die sinds 1935 wordt gehouden. De Sneekweek begint op de vrijdag voor de eerste zaterdag in augustus en duurt tot en met de donderdag daarna. 


Waterkampioen mei 1941 nummer 727 - A. ten Cate wordt Eere-lid der Koninklijke Zeilvereeniging Sneek

De vergadering nam met leedwezen van dit besluit kennis en benoemde den sympathieken voorzitter, die niet alleen in Friesland, maar ook in Holland in zeilerskringen groote bekendheid geniet, op voorstel van den heer S.J. Olij, die, evenals enkele andere leden, de vele verdiensten van den heer ten Cate schetste, tot eere-lid, welke onderscheiding t.z.t. ook nog in den vorm van een oorkonde zal worden uitgedrukt.
Het was naar aanleiding van dit afscheid en deze eervolle benoeming, dat wij den heer ten Cate bereid vonden, ons een onderhoud toe te staan, teneinde onzen lezers iets te kunnen vertellen over het in dienst van de zeilsport welbestede leven van dezen sympathie-ken man, die helaas in de laatste jaren door lichamelijk lijden gekweld wordt, maar desondanks steeds zijn opgeruimd humeur en zin voor humor heeft behouden.

Succesvolle zeilersloopbaan.
Reeds als jongen van 12 jaar, aldus vertelde de heer ten Cate ons, begon ik te zeilen in het tjottertje „Argo" van den toen ook jeugdigen N. J. Wouda, in welk scheepje ik de eerste schreden op mijn lange zeilers-loopbaan heb gezet.
Na mijn opleiding buiten Sneek keerde ik in 1904 in deze stad terug, waarna ik in 1905 tot bestuurslid van de Sneeker Zeilclub en een jaar daarna in het bestuur van de Zeilvereeniging „Sneek" werd benoemd. Direct na mijn terugkomst in Sneek kocht ik de 4.80 m tjotter „Albert en Nelly" van den heer Jan Zwart, met welk scheepje ik jaren lang in vrijwel alle Friesche wedstrijden met veel succes ben uitgekomen. Met deze tjotter stak ik ook spoedig voor de eerste maal de voormalige Zuiderzee over om deel te nemen aan de wedstrijden van „Hollandia" en van de K.N.R. & Z.V. te Amsterdam, waarin ik direct de eerste prijzen won. Op deze wijze bracht ik het contact tusschen de Friesche en Hollandsche zeilers tot stand, dat later tot de bekende Holland-Friesland-wedstrijden in de Regenboogklasse heeft geleid.
Ik heb dat contact steeds bestendigd, door ieder jaar deel te nemen aan de najaarswedstrijden van de Koninklijke, eerst geruimen tijd en in verschillende klassen als lid der bemanning van wijlen den heer Hibma, later met mijn eigen open V-klasser „Philine" en vanaf 1919 met mijn 35 m2-kruiser „Waterrat". In al deze wedstrijden heb ik zeer veel prijzen gewonnen, maar mijn laatste Kaag-borden dateeren van het jaar 1934. Daarna kon ik niet meer, zooals daarvóór, in de D-klasse uitkomen.
Natuurlijk bewaar ik aan al de wedstrijden, waaraan ik deelnam, de meest prettige herinneringen, aldus ging onze zegsman voort, maar enkele daarvan liggen wel zeer vast in mijn geheugen. Een van mijn mooiste wedstrijden was die ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan der Zeilvereeniging „Langweer" in 1909. Ik voer toen nog in mijn 4.80 tjotter en startte daar met nog 10 deelnemers. In dat sterk bezette veld won ik den prijs en dit was eigenlijk een van mijn mooiste overwinningen. Langweer was bij wijze van spreken de bakermat van die vier-acht-booten, die er steeds de hoofdklasse vormden en zoodoende heb ik meer dan 25 jaren achtereen den tocht naar Langweer ondernomen. Op die wijze ben ik ook zeer bevriend geraakt met de Langweerder zeilers en in 1940 benoemde de zeilvereeniging „Langweer" mij tot eere-lid.
Bij de „Koninklijke" in Amsterdam zeilden we eens op het IJ, een zeer emotioneelen wedstrijd in de groote schouw van wijlen den heer Folkert de Jong. Wij waren toen naar Holland getogen om daar wat propaganda voor de groote Friesche schouwen te maken en zeilden tegen de z.g.n. „Polle-schouw" van Grouw. Het was vliegend stormweer, zoodat van alle gestarte schepen maar ongeveer een derde deel door de finish kwam, waaronder natuurlijk ook onze beide schouwen. Wij behaalden de overwinning, voornamelijk doordat we met zes man bemand waren, waarvan vier doorloopend bezig waren het water uit de boot te hoozen. Onze concurrenten waren met hun vieren en konden al het buiswater niet zoo vlug over boord werken en mede daardoor verloren zij den wedstrijd. Maar achteraf gezien was het tóch een mooie strijd, die echter, uit propagandistisch oogpunt bezien, weinig of geen resultaten heeft opgeleverd. Wel kwamen er toen in Holland eenige schouwen, maar de goede wedstrijdzeilers, die ons met kans op succes zouden kunnen bekampen, wilden er niet aan.
Tenslotte stonden we nog even stil bij de verschillende functies, die de heer ten Cate in de zeilwereld heeft vervuld en nog bekleedt. Gedurende zijn 35-jarig bestuurslidmaatschap van de Kon. Zeilver. „Sneek" was hij de meeste jaren secretaris, maar ook maakte hij eenige jaren deel uit van het wedstrijd-comité. In 1937 volgde hij wijlen den heer J. G. Hibma als voorzitter op, welke functie hij dus thans na veel innerlijken strijd heeft moeten neerleggen. Veel heeft hij in dien tijd echter mee tot stand gebracht, o.a. den nieuwen steenen starttoren op het eigen terrein van de Vereeniging op het Kolmeersland, terwijl tijdens zijn voorzitterschap ook de Sneek-week, op initiatief van en in samenwerking met de S.Z.C., werd ingevoerd.
Tevens is hij nog bestuurslid van de Noord-Nederlandsche Watersport Vereeniging en van het „Friesch Scheepvaart Museum" te Sneek en mede-oprichter van de N.V. Sneeker Jachthaven. Die beide bestuursfuncties zal hij vermoedelijk nog wel eenige jaren blijven vervullen, maar het wedstrijd zeilen heeft hij er reeds jaren geleden aan gegeven.

pdf Waterkampioen 1941 nr727 mei - A. ten Cate Eere-lid der Koninklijke Zeilvereeniging Sneek

Het schilderij "Sneeker Hardzeildag", schilder Gerrit jan Veenstra, collectie Fries Scheepvaart Museum
Het schilderij "Sneeker Hardzeildag", schilder Gerrit jan Veenstra, collectie Fries Scheepvaart Museum

Het eerbiedwaardig verleden van de Sneeker Hardzeildag door H. Halbertsma, conservator Fries Scheepvaart Museum

H. Halbertsma van het Fries Scheepvaart Museum schrijft in zijn boekje "Sneeker Hardzeildag":
Er vallen wel weinig gebeurtenissen te vermelden welke zo diep in het Friese volksleven verankerd liggen, en op zulk een eerbiedwaardig verleden kunnen bogen als Sneeker Hardzeildag. Zeker, het aantal gelegenheden dat de Friezen binnen hun gewest gelegenheid bood hun krachten op het water te meten is altijd legio geweest, waarbij wij niet alleen denken aan de daartoe door ondernemende herbergiers uitgeloofde prijzen doch ook aan de onderlinge wedijver, iedere dinsdag en vrijdag ten toon gespreid door de tientallen veerschippers bij het verlaten van Sneek en Leeuwarden na afloop van de weekmarkten. Daarnaast leidde de omstandigheid, dat zo vele Friese boeren en kooplieden voor hun affairen bij voorkeur van een eigen zeilschip gebruik maakten en daarbij het nuttige met het aangename wisten te verenigen tot een algemeen verbreid streven, deze vaartuigen zo snel en wendbaar te maken als de omstandigheden het toelieten. Niet het minst met de bedoeling de voldoening te smaken, een meeloper in te halen en achter zich te laten. Het Friese volkskarakter, zo gekenmerkt door genoegen te scheppen in onderlinge krachtmetingen, waarbij lichamelijke behendigheid niet minder telt dan wiskundig overleg, kwam bij het hardzeilen bovendien zeer tot zijn recht.
Op het eerste gezicht zou men wellicht geneigd zijn Sneeker Hardzeildag geen grotere betekenis toe te kennen dan andere hoogtijdagen op dit gebied en daarbij zelfs met recht kunnen wijzen op het feit, dat de zeilvereniging `Oostergoo', gevestigd te Leeuwarden, reeds in het jaar 1848 werd opgericht, de zeilvereniging Sneek daarentegen eerst in het jaar 1851. Zonder twijfel is de eerste gebeurtenis niet zonder invloed op de tweede gebleven doch men houde hierbij wel in het oog dat de daad van de oprichtingen louter een vorm was, waarin een reeds veel eerder bestaand gebruik werd gegoten. Veeleer was het namelijk zo gesteld, dat de tijd tegen het midden van de 19de eeuw rijp werd voor een nieuwe vorm van maatschappelijk verkeer, waarbij bepaalde kringen zich los wensten te maken van de kasteleins, die tot dusverre de meeste zeilpartijen hadden plegen te regelen - met het uiteindelijk oogmerk uiteraard, daar stoffelijk beter van te worden. 
Het boekje "Sneeker Hardzeildag"

Terug naar vorige pagina