Onderscheid moet er zijn

Pleziervaren in Nederland, een cultuurgeschiedenis

De pleziervaart is een Nederlandse uitvinding die begin zeventiende eeuw ontstond toen rijke Amsterdamse kooplieden speeljachten lieten bouwen. Op initiatief van prins Hendrik werd in 1846 de eerste watersportvereniging opgericht, de Koninklijke Nederlandsche Yacht Club (KNYC). Rond 1900 waren jachten met een kiel in plaats van zijzwaarden een vertrouwde verschijning. Ook deed de motorboot zijn intrede. Tijdens het interbellum bouwden velen zelf een bootje. De naoorlogse welvaart bracht het plezierscheepje binnen het bereik van vrijwel iedereen. Het massale watertoerisme van de laatste decennia leidde niet alleen tot 'overbevolking' op het water, maar ook tot ergernissen bij de oude vaarelite over nieuwkomers die de watersporttraditie en de vaaretiquette niet kennen.
In dit fraai geïllustreerde boek beschrijft Eerde Beulakker vier eeuwen pleziervaart in Nederland. Hij laat zien welke factoren hebben bijgedragen aan de popularisering hiervan. Juist deze popularisering heeft economische, culturele, en nautische verschillen op het water zichtbaar gemaakt: onderscheid moet er zijn.

Proefschrift in 2012

De studie is ook als proefschrift aan de Universiteit Leiden verschenen. ANWB Watersport publiceerde in 2012 daarover het artikel 'Doctor in de Watersport'.
Watersport is een wereld van oudere, witte heren. Bavariavaarders zijn zo gek nog niet. En hoe krijgen we jongeren van hun scooter in een snelle motorboot? Zomaar drie dingen die blijven hangen na een gesprek met zeiler, reisschrijver en kersverse 'doctor in de watersport' Eerde Beulakker. Zijn proefschrift "Onderscheid moet er zijn" is de eerste serieuze studie naar pleziervaren. Wetenschappelijk onderzoek moet niet alleen de buitenstaander, maar misschien juist wel de onderzoeker zelf nieuwe inzichten verschaffen. En Eerde Beulakkers onderzoek betekende niet alleen de eerste echte inventarisatie van het fenomeen watersport in Nederland. Het opende ook z'n eigen ogen. "Mijn onderzoek en de resultaten van de enquêtes zorgden ook bij mij voor verrassende resultaten", zegt hij. "Zo bleek de hoeveelheid 'nautisch kapitaal' - de hoeveelheid 'geschiedenis' en ervaring die iemand meebrengt in de watersport - onder de bezitters van de moderne prijsvechters zoals Bavaria, Beneteau of Jeanneau, aanzienlijk groter dan ik had verwacht. Daar zitten echt heel ervaren zeilers tussen." Het leidde bovendien tot een andere blik op die boten zelf: "Bavaria-importeur Thomas Thurau nam de moeite om mij uitgebreid het product Bavaria te laten zien. Dat is echt veel beter dan het imago dat het merk heeft onder de oude, traditionele watersporter." Beulakker draait er niet omheen: "Gedurende het werk verschoof mijn waardering voor het oude schip steeds meer naar waardering voor het nieuwe. Neem de boten van Ricus van de Stadt. Ik heb zijn schepen nooit echt mooi gevonden, maar mijn waardering voor het moderne jacht, bij de ontwikkeling waarvan hij een pioniersrol vervulde, is sterk gegroeid."

pdf Waterkampioen, Doctor in de Watersport, Eerde Beulakker

De opzet van het boek 'Onderscheid moet er zijn'

Een aantal malen wordt prins Hendrik, een broer van koning Willem III, opgevoerd als een soort peetvader van de watersport. Hij was in 1841 in Rotterdam en woonde daar een roeiwedstrijd bij. Dat bracht hem op het idee, in navolging van de Engelsen, een watersportvereniging op te richten. Sport lijkt niet zijn hoofdmotief te zijn geweest, hij wilde vooral de belangstelling voor de zee en de scheepvaart stimuleren. Dat zou de zeventiende-eeuwse geest weer doen herleven en paste in het opkomend nationalisme van die tijd. Zijn initiatief leidde pas in 1845 tot de daadwerkelijke oprichting van een vereniging, die door zijn financiële steun en persoonlijke betrokkenheid een aantal jaren bleef bestaan, maar na zijn dood al snel ten onder ging. Bovendien bleef het lidmaatschap toch vooral tot de hogere standen beperkt en bleven zeilen en roeien, net als andere sporten, lange tijd een tijdverdrijf voor de elite, die er de tijd en de financiële middelen voor had. Inmiddels waren er in Amsterdam en Friesland eveneens verenigingen opgericht en aan het einde van de negentiende eeuw leidde dat tot een bloeiende watersport. Pas na de Tweede Wereldoorlog verbreedde zich het draagvlak en aan het einde van de twintigste eeuw werd pleziervaart massaal beoefend.

Eerde Beulakker begint zijn verhaal al in de vroegmoderne tijd, toen er in Amsterdam door rijke kooplieden plezierjachten werden gebouwd, waarmee op vrije dagen over de Zuiderzee en diverse rivieren werd getoerd. Al eerder werd ook voor het plezier gevaren, maar de schaarste aan bronnen laat niet toe, dit gedetailleerd te beschrijven. Beroepsschippers wilden onderling nog wel eens een wedstrijdje snelzeilen houden en ook herbergiers trokken klandizie door de organisatie van roei- en zeilwedstrijden. Dat paste precies in de wijze waarop ook andere sporten in die tijd waren georganiseerd. Pas in de negentiende eeuw, onder invloed van Amerikaanse zeilers, werden speciale zeiljachten gebouwd die puur voor het winnen van races waren bedoeld, een mode die ook door diverse Nederlandse werven en jachtenbouwers werd overgenomen.

'Onderscheid moet er zijn' wil aangeven dat er verschillende maatschappelijke groeperingen met watersport bezig waren en zijn, vanuit verschillende motieven en belevingswerelden. Daar speelt mogelijk een verschil tussen hoge en lage cultuur mee, waar de echte zeiler, met oog voor scheepslijnen en techniek, historie en vaartraditie tegenover de volkse motorsloepvaarder staat, die met een krat bier de plas op gaat om feest te vieren.

Het boek is onderverdeeld in 4 delen:

  1. Spelevaren, 1622 - 1846
  2. Watersport op stand, 1846 - 1900
  3. Een boot voor iedere beurs, 1900 - 1945
  4. De Babyboomers steken van wal, 1945 - 2011

 

Leiden Repository: De diverse hoofdstukken van het boek zijn in PDF-formaat beschikbaar

Leiden Repository consists of a number of repositories for Leiden University and institutes affiliated to the university. They contain both publications by scholars and student theses. Where possible the publications have been made freely accessible (Open Access). The repositories are divided into collections for various domains.

Onderscheid moet er zijn : pleziervaren in Nederland, een cultuurgeschiedenis kunt u hier ook vinden.

Uitgever E. Beulakker en Uitgeverij Verloren

Softcover, Nederlands, 500 pagina's
November 2012
ISBN - 978-90-8704-328-5


 

Over de auteur

Eerde Beulakker (1944) studeerde pedagogiek aan de RUG, doceerde psychologie in het hoger onderwijs en promoveerde in Leiden op deze studie. Door de jaren heen zeilde hij met zijn vrouw Hedwig van den Brink naar verre koude kusten en schreef reisboeken.

Watersporttijdschrift "Zeilen" december 2014 nr12 - Onbekende beroemdheid Eerde Beulakker

Bijzondere zeilprestaties zijn niet alleen voorbehouden aan mensen uit de categorie Bekende Nederlanders. Zeilen belicht een aantal van die vergeten zeilers onder de noemer 'Onbekende beroemdheden'. 
Eerde Beulakker was iemand die in zijn zeilende leven vooral koude kusten aandeed. zijn boot, de zee, zijn vrouw en de kou waren zijn trouwste metgezellen. Hoe kan het ook anders bij iemand die als kind Erik de Noorman werd genoemd? Lang en blond. De jonge Eerde Beulakker zag er volgens zijn omgeving uit als een Viking. 'Erik de Noorman', noemde men hem weleens. 'Dus veel keus heb ik niet', zou hij later over zijn leven als zeiler schertsen'. Maar de liefde voor de zee en de koude kusten kreeg hij toch vooral van zijn vader. Die hield ervan om verhalen over reizen en verre oorden te vertellen en bracht Eerde ook de liefde voor reisboeken bij. 'De zee was een onderwerp waarop mijn vader en zijn drie zoons elkaar vonden', schrijft Eerde later'. Vooral Willem Barentsz en Nova Zembla spraken tot de verbeelding van de jonge Eerde, die het bij verhalen over eilanden in de buurt van de evenaar maar plakkerig warm kreeg.

Zijn vrouw Hedwig van den Brink

Wanneer Hedwig over Eerde vertelt is ze vol bewondering. "Hij was een verrukkelijke man. Een verteller, een man met voetnoten." Wat bedoelt ze met die voetnoten? "Altijd studeren, altijd lezen, altijd verbanden leggen. Humor, creatief, een scherpe geest." Er is meer dan de zeiler. Eerde had drie passies: zeilen was daar één van, schrijven een andere. Daarnaast deed hij veel aan lange-afstandlopen. In het programma Myndomyn van Omroep Fryslân zegt Beulakker, terwijl hij aan de helmstok van Taeke Hadewych zit: "Eigenlijk zou je over water moeten kunnen lopen. Dat je zegt: het is rustig, ik laat mijn bootje dobberen, ik doe mijn schoentjes aan en ik loop met haar mee. Kun je het je voorstellen? Dát zou het volmaakte geluk zijn." In haar Friese woonkamer vertelt Hedwig me: "Als hij ergens was aangekomen, bijvoorbeeld in Engeland of Schotland, deed hij twee dingen: hij trok zijn sportschoenen aan om direct te gaan hardlopen en hij zocht de boekwinkels op. Daar vertoefde hij, kocht hij boeken, sprak met mensen." Beulakker was in Leeuwarden ook lid van de debatingclub. Bij lezingen over zijn reizen kreeg hij nogal eens de vraag of hij misschien geschiedenis had gestudeerd. Dat was niet zo, Beulakker was sociaal wetenschapper. 

Het slotakkoord van het leven

Het slotakkoord van het leven van Eerde Beulakker kondigde zich enkele jaren geleden aan. Het was niet alleen zo dat Eerde Beulakker de kou opzocht - de kou zocht hem (in figuurlijke zin) ook op, in de vorm van de spierziekte ALS. Hierover schreef hij zelf in 2011 in de Waterkampioen: 'Enige tijd geleden werd bij mij na langdurig onderzoek de fatale spierziekte ALS gediagnosticeerd. Een dramatisch bericht. Al veel eerder bemerkte ik mijn ademnood bij het hijsen van de zeilen en het strak zetten van de schoten op de lieren van ons schip. Inmiddels ben ik zover dat het zeilen niet meer lukt, ik in een scootmobiel zit en ons leven over de kop is gegaan. Helaas zijn we genoodzaakt onze trouwe Taeke Hadewych van de hand te doen.' Het vooruitzicht aan de ziekte te overlijden was eerder een stimulans voor hem om de marathon van zijn leven te eindigen met een eindsprint dan om de zeilen te strijken. Beulakker zette zich aan het afronden van zijn in 2007 gestarte proefschrift over de cultuurgeschiedenis van de pleziervaart in Nederland. "Dat proefschrift was een mooie afleiding voor hem", verklaart Hedwig. Zij ondersteunde hem met de afronding van het typewerk toen dat voor Eerde op het laatst steeds moeilijker werd. In 2013 promoveerde Eerde Beulakker aan de universiteit van Leiden met zijn proefschrift "Onderscheid moet er zijn".

pdf Zeilen december 2014 nr12 - Onbekende beroemdheid Eerde Beulakker

De Koninklijke Verbonden Nederlandsche Watersport Vereenigingen 60 jaar

Ernst Crone schrijft:
Vanouds hebben in ons land centra van zeilerij bestaan en wel in de eerste plaats te Amsterdam, aan de Zaan en in Friesland. De hoofdstad bezat reeds in de aanvang der 17de eeuw een jachthaven. Later waren er meer aan de Y-zijde en aan de Amstel. Jaarlijks kwamen de zeilers uit die havens bijeen en beoefenden zij het admiraalzeilen. Ook de Zaan en Friesland kenden deze ontmoetingen, die van een ernstige oefening in manoeuvreren gaandeweg overging in een gezellig feest. Dan trok de gehele bevolking naar de waterkant. Het was een schouwspel voor ieder, zoals heden nog de „hardzeildag" in Sneek een feestdag voor de stad is.
Op 22 Februari 1890 werd bij Krasnapolsky een bijeenkomst gehouden, waarbij zeven Nederlandse en twee Belgische verenigingen waren vertegenwoordigd. Hadden tot zover twaalf verenigingen in Nederland, de twee zo juist genoemde Belgische verenigingen en de Société Royale Nautique Anversoise te Antwerpen deelgenomen aan het contact en waren zij mitsdien uitgenodigd, ook waren dit de Sport Nautique d'Ostende, de Zeilvereeniging Lekkerkerk, Zwolsche Zeil- en Roeivereeniging, Zeil- en Roeivereeniging Neptunus te Delfzijl, Noorder Zeilvereeniging te Den Helder en de zeilverenigingen te Grouw, Heeg, Lemmer, Poppingawier, Warga, Wartena, Wartens en Workum. Omdat de verenigingen te Ostende, Delfzijl en Den Helder en geen der Friese antwoord hadden gegeven op brieven, circulaires en amendementen, werden zij later niet meer uitgenodigd. Nadat in April nogmaals een vergadering had plaats gehad en overeenstemming over de meting en reglementen was bereikt, kon voor de 22ste Mei de slotvergadering in het gebouw van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen worden uitgeschreven. Toen de hamer van de voorzitter viel, was de "band" (de "bond") tot stand gekomen.
 


 

100-jarig bestaan van de Koninklijk Nederlands Watersport Verbond in 1990

Met 'Het water op, 400 jaar pleziervaart in Nederland' verschijnt voor het eerst een boek over de belangrijke rol van Nederland in de ontwikkeling van de watersport. Dit boek is aantrekkelijk voor zowel de amateurzeiler als de professionele scheepsbouwer, de motorbootvaarder en de surfer, de roeier en de kanovaarder; kortom voor al die mensen die de watersport in ons land beoefenen en een warm hart toedragen. De samenstellers hebben veel nieuw materiaal en onbekende illustraties verzameld. Hierdoor is een ongekend beeld van de Nederlandse pleziervaart ontstaan.

Speciale aandacht is er voor het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond, dat in 1890 in Amsterdam werd opgericht. In 1990 bestaat het 100 jaar en zijn geschiedenis wordt in dit boek op de voet gevolgd. Een uitgave ter gelegenheid van het Eeuwfeest van het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond en de tentoonstelling 'Het water op' in het Rijksmuseum Nederlands Scheepvaart Museum, zomer 1990.

Terug naar vorige pagina