De Gudsekop

In 1908 een scheepje gebouwd ...

Het bereiken van de 65-jarige leeftijd is voor een hoop mensen een mijlpaal. Men moet ophouden met werken en kan zijn memoires gaan schrijven. Bij schepen ligt dat anders, die gaan altijd maar door (rust roest en arbeid adelt ... ), tot slopens toe, of tot ze er bij neerzinken.
Niettemin is de 65e verjaardag van de tjalk .. Gudsekop" een goede aanleiding om een stapel herinneringen tot jubileumboekje te bundelen. Tot nog toe was het immers maar zelden dat er van een schip een levensverhaal geschreven werd - laat staan van binnenschepen - en in het onderhavige geval is er een complete geschiedenis te vertellen! Het is verrassend te bedenken, dat deze geschiedenis pas kortgeleden uit losse legpuzzelstukjes is opgebouwd. Tot voor enkele jaren wist men in de kringen van Kamp- en Reiswerk VCJC alleen maar te vertellen, dat het schip vroeger van de Sneeker padvinders was geweest.

De herkomst van het schip

De herkomst van de boeierwerf uit Joure was niet meer dan een vaag gerucht, soms ook weer in lijnrechte tegenspraak met alle mogelijke soorten stellige verhalen van oude schippertjes. Het scheepje zou een Drachtster kop hebben - het zou als kermisscheepje dienst hebben gedaan - zekere zegsman zou in zijn jonge jaren nog eigenhandig de platen aan elkaar geklonken hebben; de grond van al die verhalen ligt natuurlijk in het feit, dat er vroeger zoveel van deze kleine beurtscheepjes hebben rondgevaren.

Zekerheid

Door een toevallige samenloop van omstandigheden heeft de geschiedenis van de Gudsekop opeens konkrete gestalte gekregen. In het boekje van U.E.E. Vroom, Vracht- en Vissersschepen van Eeltjebaas en Aukebaas, staan een paar tekeningen die sterk aan de Gudsekop doen denken. Bij nazoeken in de daar geciteerde werfboeken kon het bouwplan van de Gudsekop tot in details met dat van het "Schip van Walma" geïdentificeerd word en. De bewijsvoering werd waterdicht, toen schipper Walma nog in levende lijve in Joure woonachtig bleek en wist te vertellen, dat zijn schip via de aardappelhandel Doevendans in Sneek bij de waterpadvinders was beland. Zo kwam een samenhangende keten van vraaggesprekken op gang met personen, die het schip in een der achtereenvolgende fasen meegemaakt hadden. Het was overigens soms treffend te merken, dat men ook hier als regel nauwelijks op de hoogte was van de voorgeschiedenis en de latere lotgevallen van het tjalkje.

Biografie van een tjalk

Het resultaat is een vrij unieke scheepsbiografie, het reilen en zeilen van - een vrachtvarend beurtscheepje, met daarbij al die typerende trekjes van schipperskunst, die het tjalkwezen onderscheiden van bijvoorbeeld het - inmiddels zo goed beschreven - botterwezen. Deze biografie is uiteraard niet volledig. In de eerste plaats, de 65-jarige hoopt nog wel 100 te worden! In de tweede plaats zijn er ongetwijfeld vele verhalen, foto's e.d. uit vervlogen tijden in de vergetelheid blijven liggen. Wie over dergelijke aanvullende gegevens beschikt, zou de redactie daar een groot plezier mee kunnen doen ten behoeve van een volgende bijgewerkte oplage. Veel dank is. verschuldigd aan allen, die met genoegen hun dierbare herinneringen aan de redactie overbrachten, of die haar met foto- en documentatie-materiaal bereidwillig steunden.

De samenstellers hopen met deze uitgave de belangstelling voor de authentieke tjalkzeilvaart te verlevendigen, en een stimulans te verschaffen aan andere tjalkbezitters om zich in de historie van hun schip te verdiepen.

Samenstelling en druk

Samengesteld en bewerkt door de Gudsekopkommissie, najaar 1973.
Barend Kraal, Alida van der Meulen, Jaap Mulder, Geert van Dorp, Aart Loomeyer ,Lodewijk van Nieuwenhuijze, Richard Bakker, 1974

Gedrukt door Schotanus & Jens Utrecht B.V.
Gesteund door de Ottema Kingma Stichting en de Stichting Stamboek Ronde- en Platbodemjachten.
Uitgegeven door de Stichting Kamp- en Reiswerk VCJC, Nieuwe Gracht 23, Utrecht.

Terug naar vorige pagina