De Friese Palingaken - Jan Zetzema

In de vaart op Londen en de Oostzee

Een boek over het leven en werken aan boord van de Friese palingaken in de vaart op Londen en de Oostzee

Van 1929 tot 1933 maakte de schrijver deel uit van de bemanning van een in 1872 op de werf van Eeltje Holtrop van der Zee te Joure gebouwde Friese palingaak. Dat was de laatste van een vloot die in de bloeitijd van de Friese palinghandel op Londen, uit een twintigtal schepen bestond. Eeuwenlang is deze handelsvaart voor Holland en Friesland van grote betekenis geweest. Na een ontwikkeling die ergens in de 14de eeuw begonnen moet zijn en waarin Amsterdam, de Zaanstreek, en het omliggende Waterland een voorname rol hebben gespeeld kwam deze voor wat Holland betreft in de 17de eeuw op het toppunt van zijn bloei. Daarna ging Friesland een steeds grotere rol spelen met als hoogtepunt de tweede helft van de 19de eeuw toen er regelmatig drie of vier schepen tussen Friesland en Londen onderweg waren.

In Engeland gold voor de Hollandse en Friese schippers een merkwaardig privilege. Zij betaalden voor de voor hun schepen gereserveerde ligplaats geen havengeld, en voor hun handel die zij op de markt van Billingsgate verhandelden ook geen marktrechten. Talloos zijn de vaak romantisch gekleurde verhalen over het ontstaan van dit privilege, waarmede in dit boek helaas moest worden afgerekend.

Het is Zetzema's verdienste dat hij, toen hij als negentienjarige op een van de laatste nog in de vaart zijnde palingaken aanmonsterde, direct begreep dat hij nog even zou kunnen meespelen in een geweldig stuk maritieme geschiedenis van Friesland dat zich nog net niet aan het oog van de waarnemer onttrokken had. Met glasplaatcamera en tekenstift, door eigen waarneming en door gesprekken met oudere collega's verzamelde hij het materiaal waaruit hij dit boek kon samenstellen.

Auteur

Jan Zetzema

Uitgeverij De Tille BV Leeuwarden en A.J. Hilgersom Navigare Amsterdam

Hardcover gebonden, 1976, 160 pagina's, Fryske Akademy 500


Spiegel der Zeilvaart oktober 2018 nummer 8 - Port Salut 56 Holehaven Creek ca 1910 door Frits Loomeijer

Canvey Island ontwikkelt zich omstreeks 1900 tot een zomerresort voor bemiddelde Londenaren en daar hoort steeds vaker een jachtje bij. Dat alles maakt deze foto niet tot iets bijzonders. Het gaat om de typisch Nederlandse schepen die voor anker liggen. Drie stuks, de achterste goeddeels verscholen achter een Engels ogend stoomscheepje. Opvallend is de voorlijke plaatsing van de masten en de naar binnen getrokken kluiverbomen. Ze zien er tjalkachtig uit, maar het zijn geen gewone vrachtschepen.
Twee ervan voeren zichtbaar een visserijregistratie met de letters WB. Dat staat voor de gemeente Wymbritseradeel. De voorste heeft nummer twaalf, de tweede mogelijk zeventien. Dat is niet helemaal goed te zien. Dit is een unieke foto van drie palingaken uit het Friese Heeg; de 'Corneliske Ykes', van rederij W. & A. Visser Zonen, waarschijnlijk de 'Stad Workum' van Firma Gebr. Lankhorst en een onbekende derde. Gek eigenlijk dat ze een visserijnummer hebben (tot 1909), want het zijn geen vissersschepen.- Ze zijn gebouwd voor vistransport met centraal in het ruim een lange bun waarin ruim 20.000 pond paling levend over zee vervoerd kan worden. Vandaar de extreem voorlijke positie van de mast.
Het verhaal van de Friese palingaken is algemeen bekend. Zeker na verschijning van het monumentale boek van Jan Zetzema (1976) en het in de vaart komen van de reconstructie van de 'Corneliske Ykes II', negen jaar geleden. Tot begin jaren dertig van de vorige eeuw halen de schepen paling in Denemarken en brengen deze, samen met Friese aal, naar Londen.

pdf SdZ 2018 nr08 oktober - Port Salut 56 Holehaven Creek ca 1910

Terug naar vorige pagina