Makkumer Jeugdwerk

10 mei 2019

 Door Jacobus ten Zweege (1855-1917) gemaakte schets van de Groote Zijlroede
Door Jacobus ten Zweege (1855-1917) gemaakte schets van de Groote Zijlroede

Drie opeenvolgende generaties plateelschilders Ten Zweege hebben naam gemaakt bij de Makkumer aardewerkfabriek van Tichelaar. De laatste en meest getalenteerde was Jacobus ten Zweege (1855 - 1917), die in 1896 zijn vader Willem opvolgde als ontwerper en eerste schilder bij de gleifabriek van Tichelaar aan de Groote Zijlroede. Een jaar eerder was hij bij Tichelaar in dienst getreden, want hij ging trouwen met Dirkje Roosjen. Voor die tijd werkte hij ook wel voor Tichelaar, maar stond hij niet op de loonlijst. Hij had geen zin om onder zijn vader schilder te zijn bij de aardewerkfabriek. Hij werkte freelance als schilder en tekenaar in Makkum. Van deze oud-oom van mij bezit ik via nalatenschappen een schetsboek dat tot voor kort onbekend was gebleven bij Pieter Tichelaar, de oud-directeur die de geschiedenis van het Friese Aardewerk onderzocht en beschreef. Onbekend, want in privébezit.

Dat boekje bleek cruciaal te zijn als verklaring hoe onder leiding van Jacobus ten Zweege op het Makkumer aardewerk voor het eerst lokale voorstellingen zijn verwerkt. Onbekend bleef tot dusverre wanneer Kobus deze tekeningen maakte, want ze zijn niet van een datum voorzien. De maritieme geschiedenis van Makkum geeft echter aanwijzingen. De werf op de Bargekop die hij tekende, heeft bestaan van 1877 t/m 1880. In die periode is die tekening dus gemaakt, toen Kobus midden twintig was. Vijftien jaren later ging hij zijn jeugdwerk uit het schetsboek gebruiken als voorstellingen voor het sieraardewerk dat hij bij Tichelaar ontwierp van 1895 tot 1917 en dat tot 1970 kenmerkend werd voor het Makkumer aardewerk dat Tichelaar produceerde. Op de foto een tekening uit het schetsboek van Jacobus ten Zweege van de Groote Zijlroede met zicht op de Pruikmakershoek rechts van het midden en de zeesluis links ervan.

 


 

Terug naar vorige pagina