Pleziervaart
1 september 2019

Omstreeks 1870 werd er op de Zuiderzee bij Amsterdam een zeilwedstrijd georganiseerd, met daarbij aanwezig ZKH Prins Hendrik "de Zeevaarder" op zijn plezierbotter, afgebeeld op dit schilderij. Deze prins Willem Frederik Hendrik (1820 - 1879), de derde zoon van koning Willem II, was de grote initiator van de verbreiding van de zeilsport in de Nederlanden. Niet als volkssport, maar als tijdsbesteding voor de 'niet-werkende klasse', te beginnen bij de maatschappelijk elite van Rotterdam. Daar werd in 1846 op zijn initiatief de eerste watersportvereniging van Nederland opgericht: de Koninklijke Nederlandse Yacht Club. Dat naar Engels voorbeeld. Het plan was een netwerk van chique jachtclubs op te richten in Nederland, maar daar bleek in de jaren die volgden geen draagvlak voor te zijn. Alleen in Amsterdam was er interesse voor dit initiatief. In Rotterdam werd in 1851 voor de KNYC een riant clubhuis gebouwd aan de Veerhaven. Het pleziervaren in Rotterdam werd overigens niet echt een succes. In 1880 werd de KNYC mede vanwege financiële problemen opgeheven, kort na het overlijden van de voorzitter en geldschieter Prins Hendrik.
Dat de Yachtclub van de prins een zeilclub voor de elite was, dat spreekt voor zich. Twee jaren na de oprichting van de KNYC werd in Leeuwarden voor de Friese elite de zeilvereniging ' Oostergoo' opgericht op initiatief van Jhr. F. van Eysinga en in 1851 de Zeilvereniging Sneek, die de bekende 'Hardzeildag' op het Sneekermeer organiseerde. Reeds in 1859 werd in het dorpje Langweer de Watersportvereniging Langweer opgericht. De watersportende elites organiseerden zich in 'jachtclubs', de gegoede burgerij in 'zeilverenigingen' en voor de gewone man waren er de 'watersportverenigingen'. Het zou echter nog ruim een eeuw duren voordat de watersport in Nederland echt een volkssport werd, waar velen mee vertrouwd zijn en waar iedereen die dat wil aan kan deelnemen.
