Pag. 385-400 - Monografie 26 - Een Zuid-Hollandse tjalk als jacht

Varen met een oud roefschip (tjalk zeggen we tegenwoordig) als jacht. Wie ons dat 20 jaar geleden voorspeld zou hebben, zouden we waarschijnlijk hartelijk uitgelachen hebben en toch. ..

Er werd veel gevaren, we wonen aan het water, maar dat was met allerlei klein grut. 's Zomers waren we telkens enkele weken met de kleine bootjes en wat goede vrienden en vriendjes in een vakantiehuis aan de Loosdrechtse plassen. Maar dat liep mis toen de eigenaar ons liet weten dat hij verhuur in het seizoen niet meer wilde. Er moest dus wat anders gebeuren, maar wat?

Luidruchtig stommelde de bemanning van een juist binnengelopen 'motortjalk' de gelagkamer van de 'De Patrijs' in Colijnsplaat binnen, toen Ma, gezeten aan een raam aan de waterkant, de gedenkwaardige woorden sprak, 'waarom kunnen wij niet zoiets doen?', En zo is het gekomen.

Zes weken later, 24 mei 1969, vonden we haar. Ze lag op de drooggevallen oever van het Wantij, ontdaan van denneboom, lieren, een deel van het voordek en wat al niet. Maar de zon stond nog laag evenals het water en in het milde tegenlicht presenteerde ze zich op haar allervoordeligst. De oorspronkelijke schoonheid van haar vormen waren onmiskenbaar, Nog diezelfde dag stond een schets op papier waaruit bleek, dat alles wat we wilden er ruimschoots in zou kunnen en toen waren we voor f 2600,- eigenaar. Men had er een woonarkje van willen maken!

Geen ogenblik hebben we overwogen wat we ons op de hals gehaald hadden - zo gaat dat met liefde op 't eerste gezicht!

pdf SSRP Monografie 26 - Een Zuid-Hollandse tjalk als jacht

Terug naar vorige pagina