Pag. 47-82 - Monografie 05 - De Friese boeier 'Constanter' 1877 - 1977

"'k Geeft voor de waerheit uyt, al heeft het schijn van liegen;
"(De Tuygen zijn te veel, all socht ick te bedriegen.)
"Twee hondert kielen zijn voor Hofwijck heen getelt,
"Die dagelicks door Zeit of Mensch, of Peerds geweld
"Voor Hofwijck henen gaen."

Zo bezong 'Constanter' in 1653 het uitzicht vanuit zijn buitenplaats 'Hofwijck', gelegen aan de Vliet bij Den haag. Men zou in 1977, gezeten in de 'bollestal' van de boeier 'Constanter', bijna hetzelfde kunnen dichten tijdens een zomerreünie van de 'Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten'. 'Twee honderd kielen' zijn immers geen uitzondering meer tijdens een reünie. Onder al deze ronde en platbodems neemt de 'Constanter' wel een bijzondere plaats in, niet alleen omdat het één der fraaiste schepen is, maar ook omdat de eigenaren van dit 'varende monument' altijd een grote liefde voor het ronde jacht hebben getoond.

Het lijkt ons dan ook verantwoord eens wat dieper op de historie van dit schip in te gaan, te meer, daar het thans honderd jaar geleden is, dat het zijn vaart over de Friese wateren begon.

Het was in de herfst van het jaar 1876 dat de toenmalige griffier van het Gerechtshof te Leeuwarden, mr. Jan Minnema Buma, aan Eeltje Holtrop van der Zee opdracht gaf tot de bouw van een boeier. Dat 'het Jagt van den Heer Minnema Buma' (afb. 2) zoals van der Zee in zijn werfboek schrijft, inderdaad een boeier was, blijkt duidelijk uit de vermelding 'roef 8 voet' (zie bijlage I). Trouwens in de werfboeken 3) treft men meer schepen aan, aangeduid als 'jagt', die in feite door ons boeiers zouden worden genoemd. Dat Eeltjebaas wel de naam boeier kende, blijkt onder andere uit zijn dagboek in 1852, wanneer hij noteert: 'Een boeijer' gemaakt voor den heer A. Hulk van Amsterdam.

pdf SSRP Monografie 05 - De Friese boeier 'CONSTANTER' 1877-1977

Terug naar vorige pagina