Pag. 89-93 - Monografie 07 - De Houtrib - Van visserman tot botterjacht

In 1914 waren er twee scheepswerven in Huizen. De oudste was de werf van Schaap, die van 1856 dateert, dat is een paar jaar nadat Huizen zijn haven kreeg. De andere werf was die van Lindeboom en Kooi, waar de heer J. Kok in 1890 firmant werd en die door hem in 1916 geheel werd overgenomen.
In die dagen werkten ongeveer acht man op de werf en bouwde men een botter in circa 16 weken, afhankelijk van het bijkomende werk zoals bijvoorbeeld reparatie en onderhoud van andere schepen.
In een slappe periode in 1914 is een botter op stapel gezet, niet zoals gebruikelijk op bestelling, maar zogenaamd 'op koop gezet'.

Toen het vlak en de kimmegangen aangebracht waren, kwam een visser, Westland geheten, kijken omdat hij belangstelling voor een nieuwe botter had. Hij vertrouwde de zaak maar half omdat, zoals hij tegen Kok zei, je in een koopbotter toch maar rommel stopte. De heer Kok, die zich in zijn beroepseer aangetast voelde, gaf hem een garantie van 20 jaar op wat hij daar zag staan. Gratis te vervangen als er binnen die tijd wat aan bleek te mankeren.

Na 22 jaar kwam Westland met een klacht over een slechte stee in een watergang. Dat viel niet onder de garantie, ten eerste omdat de tijd van 20 jaar verstreken was en bovendien was het een watergang en die waren ten tijde van de overeenkomst nog niet aangebracht! Nu in 1977 zitten datzelfde vlak en diezelfde kimmegangen er nog onder.

pdf SSRP Monografie 07 - De 'HOUTRIB', van visserman tot botterjacht

Terug naar vorige pagina