Afsluiting, Drooglegging en Eilanden der Zuiderzee

Historisch overzicht van de ontwerpen tot landaanwinning in de Zuiderzee en het Plaatjesalbum uit 1925

Reeds in 1782 werd de aanwinning van voorland in de Zuiderzee ter sprake gebracht in eene verhandeling uitgegeven door de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen te Haarlem. Voorts werd in de voorrede van een beroemd Engelsch werk van 1827 over de geschiedenis der stoommachine melding gemaakt van het voornemen der Staten-Generaal tot droogmaking van een deel der Zuiderzee. Maar het eerste werk waarin dit onderwerp onder de aandacht van het algemeen is gebracht, dagteekent van 1848 en is geschreven door J. Kloppenburg, Oud-Zeekapitein en P. Faddegon, werktuigkundige, beiden te Amersfoort. 

Elseviers Geïllustreerd Maanschrift in 1894

Merkwaardig is het dat de eerste ontwerpers bijna geheel vergeten zijn en dat hun oorspronkelijk plan somtijds geheel omgekeerd wordt weergegeven door de zaak zoo voor te stellen, alsof zij de onmiddellijke afsluiting van de geheele Zuiderzee op den voorgrond hadden gesteld. De waarde van hun denkbeeld lag juist vooral in de practische uitvoerbaarheid, daar zij hadden voorgesteld eerst het IJ, dan het zuidelijk deel der Zuiderzee tot de lijn Enkhuizen-Stavoren en ten laatste het overblijvende deel aan de orde te brengen. Vele jaren later, in 1882, is de onmiddellijke geheele afsluiting echter weder op den voorgrond gesteld door den heer A. Buma , in een Wetsontwerp van 7 December.
"Er zal een onderzoek worden ingesteld omtrent de uitvoerbaarheid en de wijze van uitvoering betrekkelijk eene afsluiting en het droogleggen der Zuiderzee".
In de memorie van toelichting tot dit wetsontwerp, las men:
De gemeenschap van de Noord- en Zuiderzee wordt onderhouden, door de zeegaten of openingen tusschen de eilanden, gelegen in de rigting van den Helder en Ameland.

  1. "Het van Staatswege digten dier „zeegaten, om daardoor de vrije gemeenschap tusschen de beide zeeën te hervormen tot een zoetwatermeer".
  2. "Daarna het droogleggen en kanaliseeren van dit zoetwatermeer mede van Staatswege te ondernemen, of de uitvoering daarvan - althans voorloopig - over te laten aan den particulieren ondernemingsgeest".

Het denkbeeld van den heer Buma was , achter elk der eilanden , Texel, Vlieland, Terschelling en Ameland , afzonderlijke gedeelten dijk met sluizen en duikers aan te leggen en als deze gereed waren de overgebleven openingen, namelijk de Texelsche , Eyerlandsche, Vliesche en Amelandsche gaten door dammen af te sluiten. Dit wetsontwerp is later terecht door den voorsteller ingetrokken.

Oprichting Zuiderzee-vereeniging

Daarop is den 4-den Januari 1886 de Zuiderzee-vereeniging opgericht met den heer Buma als voorzitter. Zij gaf den 18-den Februari 1887 hare eerste Nota uit opgemaakt door de Ingenieurs J. van der Toorn , chef van het Technisch onderzoek en C. Lely , ingenieur der Zuiderzee-vereeniging. Drie-en-veertig jaren , van 1848 tot 1891 , zijn noodig geweest om bij het algemeen den indruk te vestigen, dat de aanwinning van de Zuiderzee geen hersenschim is maar ernstig onderzoek verdient.

pdf Artikel 1894 - Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift - Historisch Overzicht van de Ontwerpen tot Landaanwinning in de Zuiderzee

Plaatjes-album afsluiting, drooglegging en eilanden der Zuiderzee

Rond 1925 verscheen het "Plaatjes-album afsluiting, drooglegging en eilanden der Zuiderzee", een uitgave van Firma Simon Gaastra Stoomkoffiebranderij en Theehandel in Workum.
Zou er één land op de wereld te vinden zijn, waar in verhouding tot de grootte meer kilometers dijk te vinden zijn als in ons kleine landje, zoo terecht Nederland geheeten? We kunnen veilig zeggen: „Neen". En wij Hollanders weten allen, dat die dijken ons moeten beschermen tegen een machtig element, waartegen we al eeuwen strijden en nog strijden zullen. Die machtige vijand, die „water" heet, hebben we daardoor ook beter leeren kennen als eenig ander land. Die groote waterbouwkundige wetenschap heeft ons in staat gesteld, die vijand niet alleen te kunnen bedwingen, maar zelfs te overwinnen; denk maar eens aan het inpolderen van de groote meren in ons land, n.l. de Beemster, de Schermer, de Purmer, de Wormer en de grootste van die meren, de Haarlemmermeer en bovendien aan het aanwinnen van land aan de Friesche en Groningsche kust, de z.g. kwelders. Zoo is het dus ook zeer begrijpelijk, dat reeds vroeg plannen bestaan hebben de Zuiderzee geheel of gedeeltelijk droog te leggen. Het eerste plan dateert uit 1667. Ongeveer 2 eeuwen later kwamen wederom ernstige plannen tot droogmaking der Zuiderzee aan de orde. 
In 1882 deed de heer A. Buma, Friesch Kamerlid een vergeefsche poging bij de Regeering om tot indijking van de geheele Zuiderzee met de Wadden te geraken, doch in 1886 richtte hij met vele bekende persoonlijkheden de z.g. „Zuiderzee vereeniging" op, welke gebeurtenis een mijlpaal genoemd kan worden in de voorgeschiedenis der plannen. Reeds spoedig werd Ir. C. Lely als technisch adviseur dezer ver-eeniging aangesteld. Van zijn hand verschenen in de jaren 1887-1891 een 8-tal nota's, waarin een plan werd ontvouwd, waarbij alle technische onderdeelen uitvoerig werden toegelicht.
In 1892 werd een Staatscommissie benoemd om het plan van ir. Lely te onderzoeken. Dit onderzoek had tot resultaat, dat men in 't algemeen zich met zijn opzet geheel kon vereenigen.
Het duurde echter nog tot 1916, voor het aan ir. Lely, die toen voor de 3de maal Minister van Waterstaat was, gelukte, een wetsontwerp in te dienen, gebaseerd op het plan van 1891. In 1918 werd dit ontwerp tot wet verheven, waarmede aan de plannenmakerij een einde kwam en met de uitvoering kon worden begonnen. Allereerst moest nog veel voorbereidend werk worden gedaan, doch in 1920 werd reeds het eerste gedeelte van het werk aangepakt.

Het werk aan de Afsluiting en Droogmaking der Zuiderzee

pdf Plaatjesalbum Afsluiting, drooglegging en eilanden der Zuiderzee - ca 1925

Terug naar vorige pagina