Interview met watersportfotograaf Theo Kampa

Scherp gesneden - Vereniging Klassieke scherpe jachten: "Ik heb heel veel geluk gehad in mijn leven"

Iedere watersportliefhebber is - bewust of onbewust - vertrouwd met de foto's van Theo Kampa. Decennialang sierden zijn scheepsportretten de omslagen van tal van maritieme tijdschriften over de hele wereld. Met veel vakmanschap wist hij duizenden schepen op hun fraaist vast te leggen, ook schepen van de VKSJ. 
Theo Kampa heeft net zijn pols bezeerd en heeft daarom wat moeite de zware voordeur van zijn huis in IJlst te openen, maar dat euvel heeft weinig vat op zijn gemoed. In alles straalt hij uit dat hij een gelukkig man is. Zijn lange leven (hij is inmiddels 87) wordt gekenmerkt door, zoals hij het zelf noemt, 'mazzeltjes'. 'Ik heb veel geluk gehad in mijn leven', benadrukt hij een paar keer tijdens het interview. Maar die mazzel ging wel gepaard met een flinke dosis talent, want niet voor niets is Kampa een van de meest gevraagde fotografen binnen de watersportwereld geweest. 

In zijn woonkamer met uitzicht op de Geeuw vertelt hij over zijn werk als maritiem fotograaf. `Dat hele fotograferen is uit liefde voor het varen ontstaan. Dat begon toen ik als kind met mijn vriendje Kees mee mocht met de BM van zijn vader op het Spaarne. Ik heb later ook nooit een eigen fotostudio gewild, ik wilde vooral lekker varen. Het begon ermee dat ik naar zeilwedstrijden toe ging en daar allerlei mensen leerde kennen. Een daarvan was een man die Yamaha motoren importeerde en zich afvroeg hoe hij die aan de man kon brengen. Ik had wel een idee: mensen uit de offshore, vissers, zeilers. Ik stelde voor dat hij steeds een andere advertentie zou maken, en ik de bijbehorende foto, dat werd een mooie opdracht. Een ander kende iemand die een watersportblad wilde beginnen. Ik wilde dezelfde dag nog aan hem voorgesteld worden, al was het zaterdag.' Het tijdschrift in kwestie, Watersport, was toen (1966) nog in oprichting. Kampa introduceerde zich ietwat vrijmoedig als `fotograaf, gespecialiseerd in watersport' en kon als vaste medewerker aan de slag. Zo kwam hij in contact met vrijwel alle watersportbedrijven en ging het balletje rollen. 'Ik kreeg steeds meer opdrachten in het buitenland, ik heb voor allerlei bladen in heel Europa en daarbuiten gewerkt. Ja, dat was mazzel.' Kampa werkte onder meer voor Duitse bladen als Die Yacht en Boote, voor het Amerikaanse blad Yachting en voor Engelse bladen als Practical Boatowner en Yachting Monthly.
In die tijd, de jaren '6o, had Theo Kampa al een flink fotoarchief opgebouwd. Hij had inmiddels Wim de Bruijn leren kennen, de latere oprichter en hoofdredacteur van Spiegel der Zeilvaart. 'Midden in de winter kregen Wim en ik van het CPNB de opdracht om het boek Varend door Nederland te maken, dat als Boek van de maand uitgebracht zou worden. Het moest in het voorjaar al verschijnen, en de vaste fotograaf, Cas Oorthuys, had bedankt. Hij vond dat maar niets op het water, want het bewoog en zo.' Het archief van Kampa herbergde genoeg materiaal en daardoor kon het boek nog in het voorjaar verschijnen. Het werd een doorslaand succes, want in een maand tijd werden er 50.000 exemplaren verkocht.
Nog steeds heeft Theo wekelijks contact met Wim de Bruijn. Samen hebben ze zo'n 200 boeken gemaakt. 'Het geheim van ons succes was, als je het achteraf bekijkt, dat we het allebei zo leuk vonden om het water op te gaan. We gingen allerlei dingen verzinnen om maar te kunnen varen. Ik denk dat ik wel voor 80 of 90 procent van alle werven in Nederland heb gewerkt. En ik heb wel 25 jaar lang alle voorplaten voor de Watersport gefotografeerd. Mijn opdracht was om daarbij zoveel mogelijk schaars geklede modellen in beeld te brengen. Mijn uitgever wist dat als hij er alleen een boot op zette hij minder verkocht dan met een mooie vrouw erbij. Daar zou je nu niet meer mee wegkomen.'
In de loop der jaren ontwikkelde Theo Kampa een eigen signatuur. Niet alleen fotografeerde hij nooit vanaf de wal, maar voer hij in een volgbootje mee, soms tot onder de boegspriet. Ook zorgde hij ervoor dat van ieder schip dat hij voor zijn lens kreeg een stuk van de romp boven de horizon uitkwam. Op die manier kwam een schip het meest tot zijn recht, al betekende het wel dat hij zijn camera zo laag mogelijk moest houden. Hij ging ook regelmatig met stormweer varen, om het opspattende water, de hoge golven en het hellende schip zo dynamisch mogelijk vast te leggen. De camera droog houden was vrijwel onmogelijk, dus er ging regelmatig wat mis met de apparatuur, zeker in zout water.
In de jaren negentig heeft Theo Kampa de watersportfotografie een tijdlang laten liggen. 'Het was toen de overgangstijd van analoog naar digitaal fotograferen. Het aantal tijdschriften nam af en ook de resolutie van die eerste generatie camera's was laag. Ik stond toen voor de keuze om flink te investeren, ik had zeker wel 40.000 gulden nodig voor apparatuur en een computer. Ik dacht toen: weet je wat, ik stop er mee. We hadden mazzel met de verkoop van ons huis en zijn toen in Noorwegen gaan wonen. Ook daar heb ik weer veel geluk gehad, want ik kreeg al snel mooie opdrachten.'
Natuurlijk ziet Theo Kampa als geen ander de voordelen van digitale fotografie in. 'Het is natuurlijk veel makkelijker. Er gingen vroeger maar 12 opnamen op een cassette, nu is het eindeloos, net als de mogelijkheden van beeldbewerken. Maar vroeger was fotograaf zijn een echt beroep, nu fotografeert iedereen. En mensen hebben geen oog meer voor het verschil in kwaliteit. Zelf heb ik net een nieuw digitaal cameraatje gekocht, een heel handig zakformaat met allerlei functies erop. Maar ik fotografeer nu niet meer zoveel.'
Gevraagd naar zijn archief begint Theo te lachen. 'Misschien heb ik 100.000 negatieven, maar het kunnen er ook 900.000 zijn. Een groot deel was zwart-wit en dia's. Ik heb er helemaal geen zin in om dat te digitaliseren. Het interesseert me niets, waarom zou ik? Ik heb het met heel veel plezier gedaan en er bovendien mijn geld mee verdiend. Ik voel me zeer bevoorrecht.'
Zelf varen Theo en zijn vriendin Elisabeth Spits, als telg uit een schippersgeslacht en oud-conservator van het Scheepvaartmuseum Amsterdam net zo met water verbonden als haar vriend, nu in een Etap 20 uit 1982. Als je ouder wordt, wordt alles wat kleiner he', lacht Theo. We hebben een kleiner huis, een kleinere auto, een kleinere boot en inmiddels ook een piepklein cameraatje. En wij worden zelf ook kleiner. We zitten nu in de krimpfase haha, maar we blijven wél varen.'

Annemarie Lavèn

pdf Interview met watersportfotograaf Theo Kampa in Scherp Gesneden

Terug naar overzicht