Palingaak

De uitgebreide informatie over de Palingaak is opgenomen bij de beschrijving van het type op de Boekenplank.

In de nieuwe opzet van de beschrijving van de in het Stamboek opgenomen scheepstypes staat de tijdlijn van de ontwikkeling van het betreffende type centraal (=vergelijkbaar met bijv. het Stamboek van koeien met de ontwikkeling van het ras. De laatste koe in dat Stamboek is een doorontwikkeling van de eerst opgenomen koe). In die tijdlijn zitten allerlei duidelijk beschreven momenten, waarin aanpassingen werden doorgevoerd en bepalend waren voor de verdere ontwikkeling van het type. Als een schip van een bepaald type bij het Stamboek wordt aangemeld is aan de hand van de benoemde kenmerken direct duidelijk of het ook echt om een schip van dat type gaat. Met het jaartal van de bouw kan dan direct worden “ingeprikt” in de tijdslijn van het type om duidelijk te zien waar het schip in de ontwikkelingsfase van het type zit en kan het worden gerelateerd aan de sociaal-maatschappelijke en technologische ontwikkelingen in die tijd. Dit wordt weergeven in de algemene Tijdlijn van de ontwikkeling van de Ronde en Platbodemjachten.

We proberen alle in het Stamboek opgenomen scheepstypes op deze manier te beschrijven. Op onze Boekenplank is daarover al veel informatie te vinden. het verhaal is nog lang niet af, maar bij veel scheepstypes staat de verwijzing al naar de nieuwe opzet van de beschrijvingen van de oude scheepstypes.

De ontwikkeling van de Palingaak bekijken we vanuit een breed perspectief, waarbij de ontwikkeling van het scheepstype en de geschiedenissen van de schepen als uitgangspunt worden gehanteerd.


De Palingaak in het kort

De laatste palingaak is in 1946 gesloopt, maar in Heeg is begin deze eeuw een nieuwe replica gebouwd, de 'Korneliske Ykes II'. Het was een bijzonder en specialistisch werk om te achterhalen hoe deze schepen vroeger gebouwd zijn, maar men heeft uitgebreid onderzoek een tekening kunnen maken.
Bouwer Cees Sars vertelt: Sicco van Albada - schrijver van het boek De helling onder Heeg  – had zich verdiept in palingaken en had veel historische informatie zoals oude bestekken, rekeningen en foto’s verzameld. Met hem heb ik uitgebreide gesprekken gevoerd. Het door hem aangeleverde materiaal hebben we keer op keer minutieus bekeken om constructiedetails te achterhalen en te weten hoe allerlei onderdelen eruit moesten komen te zien.
Het werken in de praktijk tijdens de bouw met gangen van 10 centimeter dik en schotten van 20 centimeter dik was een hele ervaring. De gangen van het vlak zijn gebrand in een stellage van 8 meter lang en 4 meter hoog. Deze stellage heeft voorheen dienst gedaan bij de bouw van de 'Batavia' in Lelystad. De palingaak is 18,5 meter lang en 5 meter breed. De voorsteven toornt op het droge met 4,5 meter hoog boven je uit.

Terug naar vorige pagina