AM1

AM1

Er waren twee hellingen in Huizen, Joost Kok, de bekendste, aan de westkant van de oude havenkom en de Gebroeders Schaap. Daar werd in 1890 de HZ40 gebouwd voor visser Jacob Koeman, de prijs lag rond de 2500 gulden. Hij viste vooral op haring en ansjovis. Maar omdat het een snelle botter bleek, werd de HZ40 ook koopschuit. De vis werd bij andere vissers opgekocht en snel naar de afslag gezeild. In 1926 is de botter verkocht aan de Bunschoter visser Hendrik Heijnen. Het schip werd omgenummerd naar BU99.

Heijnen viste door ook na de Afsluitdijk, uiteindelijk op paling en snoekbaars tot in de jaren vijftig. In 1956 is het visserijnummer doorgehaald, in 1958 is het schip verkocht. In 1959 begon de inpoldering van Zuid-Flevoland, waarbij het anker van een BU99 bovenwater kwam. In 1960 is de BU99 verkocht aan Köster, die de botter in 1969 verkocht aan Kuhlemann. De nazaten van Hendrik Heinen hebben we later ontmoet; we hebben met ze gevaren. Ook met Horst Kuhlemann hebben we gevaren. In 1974 trof Nico Veerkamp het schip als wrak aan. Hij heeft het schip gered met een uitgebreide restauratie. Zie het Schuttevaer artikel.

Naar aanleiding van het Almeerse Botterfestival 2000 ontstond in het plan een gemeentebotter in de haven te krijgen in 2001, want dan bestond Almere 25 jaar. Dat is gelukt. Dat werd de BU99, omgenummerd tot AM1. In 2010 en in 2022 zijn forse restauraties uitgevoerd.

Eigen website

Eigenschappen

Plaquette nummer:1942 Zeil nummer:
Categorie:A Tekening nummer:
Type:Botter

Bouw

Bouwjaar:1890 Ontwerper:Gebr. Schaap
Werf:Gebr. Schaap Werf plaats:Huizen
Motor:Inbouw Motor type:Timray TMD 58Di 43,3/3000, nr. 584120506, 58 pk
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip:Knikspant Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:13,83 m Breedte berghout:4,37 m
Diepgang:0,95 m Masthoogte water:13,50 m
Oppervlakte grootzeil:49,10 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:45,30 m2 Oppervlakte kluiver:27,50 m2
Oppervlakte totaal:159,01 m2 Oppervlakte overig:37,11 m2

Register Varend Erfgoed Nederland

Registratie nummer:3285 Registratie datum:17-03-2022
Geregistreerd als:Varend Monument®

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1890 – 1926 Jacob Koeman, Huizen ( HZ40)
1926 – 1958 Hendrik Heinen, Spakenburg ( BU99)
1958 – 1960 Een Amsterdamse Kousenkoopman?, Amsterdam
1960 – 1969 Dr. Hans D. Köster, Recklinghausen (Dld) ( Jan Wellem)
1969 – 1974 Horst Kuhlemann en H.G. Krämer, Schliersee/Bayern (Dld) / Hagen (Dld) ( Jan Wellem)
1974 – 2000 N. Veerkamp, Urk ( BU99)
2000 – Nu (laatst bekend) Stichting tot behoud Almeerse botter, Almere ( AM1)

Geschiedenis

1911

1 juli 1911

1 juli 1911: Visserijregister nummer HK40

1926

28 juli 1926

28 juli 1926: De HZ40 wordt BU99

Deze kaarten kun je vinden in het Visserijregister, dat 40.000 kaarten telt en online te bekijken. Alle kaarten zijn gescand en inmiddels is meer dan de helft overgetypt. Alle scans en data zijn op zuiderzeecollectie.nl te bekijken en te doorzoeken. De kaarten hebben details over vaartuigen, vangstsoorten en bijzonderheden zoals scheepsrampen en inbeslagnames zijn ook voor historisch en economisch wetenschappelijk onderzoek interessant.”

1974

1974

1974: E-mail van Gertjan Rhebergen

2009

9 mei 2009

9 mei 2009: Achtergronden van de AM1: Weekblad Schuttevaer, rubriek de Erfenis Botter AM1

De in dit artikel genoemde maten van de Botter kloppen niet. Zie daarvoor bovenaan genoemde maten.
De in dit artikel genoemde maten van de Botter kloppen niet. Zie daarvoor bovenaan genoemde maten.

Eeuwenlang visten botters op het zuidelijk gedeelte van de Zuiderzee. Zware, robuuste, eiken vissersschepen met een brede, volle, hoge kop. Ook al hebben ze geen hoog tuig, de grote botterfok loopt ver door achter de ongestaagde mast en door de spleetwerking, draagt ze flink bij aan de goede zeileigenschappen. In 1800 stonden er 500 botters geregistreerd. Elke vissersplaats had zijn eigen type.
Gewild waren de snelle Gooise botters met hun hoge kop en geveegde kont uit Huizen. Vroeger zaten hier 18 rokerijen. In 1880 had Huizen nog 125 botters, de goede treinverbinding zorgde voor een ruime afzet in Nederland en Duitsland. Er werd vaak in span gezeild, twee botters trokken een groot kuilnet tussen zich in door het water. Na de aanleg van het Noordzeekanaal in 1876, visten de Huizer vissers zelfs op schol, met de kor vanuit IJmuiden op de Noordzee.

1890: De HZ40 gebouwd voor visser Jacob Koeman

Er waren twee hellingen in Huizen, Joost Kok, de bekendste, aan de westkant van de oude havenkom en Schaap. Daar werd in 1890 de HZ40 gebouwd voor visser Jacob Koeman, de prijs lag rond de 2500 gulden. Hij viste vooral op haring en ansjovis. Maar omdat het een snelle botter bleek, werd de HZ40 ook koopschuit. De vis werd bij andere vissers opgekocht en snel naar de afslag gezeild.

Paling

De Huizer vloot werd kleiner. Door overbevissing - toen al - werd de vangst minder. In 1919, na de Eerste Wereldoorlog, liep de afzet naar het ingestorte Duitsland terug. Door de aankondiging van de Zuiderzeewet verdween alle perspectief en het werd moeilijk nog een jonge knecht aan boord te krijgen. De Huizer haven verzandde en door de Afsluitdijk bleven haring en ansjovis weg. Het was gebeurd, slechts een klein aantal botters bleef doorvissen.
De HZ40 werd verkocht naar Spakenburg en werd nu de BU99. Hendrik Heinen viste op paling en snoekbaars tot in de jaren vijftig. Zuid-Flevoland werd ingepolderd. Dit is alles wat we weten uit de visserijperiode van deze botter, bar weinig dus.

Jaren-60: In de jaren-60 werd er niet meer met de HZ40/BU99 gevist

In 1960 kocht Dr. Hans D. Köster uit Recklinghausen de botter en noemde haar 'Jan Wellem'. Hij schilderde het boeisel wit, maakte een WC-hokje in de kuip en zette op het voordek een grote ijzeren koekoek. In 1974 kocht Nico Veerkamp als 15-16 jarige jongen de botter. Hij vond het schip bij Bolsward, kaal en en met een A-Ford. In een aantal jaren werd de botter door hem gerestaureerd. Toen het schip naar Almere werd verkocht, zette hij de zeilen over naar z'n nieuwe Lemsteraak, die ook de naam BU99 kreeg.

De BU99 heet 'Jan Wellem', in de nieuwe haven Koudum, 1972-1973
De BU99 heet 'Jan Wellem', in de nieuwe haven Koudum, 1972-1973

1974: Leerling Nico Veerkamp

‘Het was in 1974. Ik was nog een jongetje van vijftien, zestien jaar, net klaar met de middelbare school’, vertelt Nico Veerkamp. ‘Ik kon de kale botter met A-Ford voor 2500 gulden kopen. Ze lag in een kanaal bij Bolsward.

Met een sleepboot sleepten we haar naar Haarlem. Daar kon ze voor niet al teveel geld de kant op. Het hele onderwater schip zat in het blik. Toen we dat voorzichtig lostrokken, kwam het hout mee. De botter was rot, alles moest worden vernieuwd. Ik ging de hele zomervakantie bij de werf van Zeger Nieuwboer in Spakenburg aan de gang. Hij kon wel een gratis hulpje gebruiken. Daar heb ik in zes weken heel veel geleerd, zoals mallen maken en gangen branden. 

Zo zag de BU99 er uit toen het blik verwijderd werd
Zo zag de BU99 er uit toen het blik verwijderd werd

Scheepswerf het Kromhout in Amsterdam

Daarna kon ik via mijn vader terecht op de werf Het Kromhout, lekker dichtbij. Daar restaureerden Roelof van der Werf, Erik Slagmoolen en Johan Prins houten schepen en bouwden sloepen. Ook van hen heb ik veel geleerd. Ik mocht er de grote lintzaag gebruiken, zaagde de eiken spanten en bracht ze naar Haarlem. Naast de stoomhelling lag er ook nog een in onbruik geraakte sledehelling. Samen met Harry Bootsma heb ik die weer met een U-balk en betonblokken gangbaar gemaakt en we hebben eerst zijn botter, de VD153, helemaal vernieuwd.  Daarna kwam de BU99 aan de beurt.

Duur hout

‘In drie jaar is al het hout vervangen. Ik had weinig geld, het hout bleek de grootste kostenpost. We moesten 1500 gulden voor een eiken stammetje neertellen en die was zo weg getimmerd. Ik heb de BU99 25 jaar gehad en er fanatiek wedstrijden mee gezeild. Als de botter aan de wind flink had liggen te stampen, begon ze te lekken. Om de paar jaar moest je alle naden breeuwen. Om het onderhoud te verminderen, heb ik toen hetzelfde gedaan als de oude vissers deden. Ik heb het hele onderwaterschip alleen niet in blik, maar met vier millimeter plaat bekleed, met flink veel vet tussen het hout en ijzer. Dat werkte goed, alleen de naad tussen hout en ijzer bleef kwetsbaar. Daarna zijn we jaren van het lekken en het breeuwwerk geweest. Alleen de professoren van Botterbehoud hebben deze originele oplossing nooit kunnen waarderen. Vele jaren heeft de BU99 met zijn vaste wedstrijdbemanning steevast elke hardzeil-wedstrijd voor botters gewonnen. Maar er volgden ook heftige discussies over hoever je mocht gaan om zoveel mogelijk snelheid te halen uit zo’n oude botter. Kwade tongen beweerden zelfs, dat de BU99 doormidden gezaagd werd en met een meter verlengd. Dat beek bij de laatste hellingbeurt niet te kloppen, maar wel is in ijzer de achtersteven rechter op gezet en de scheg langer geworden, zodat de kont nu smal en geveegd is. Een klapschroef, balansroer en een loefbijter dragen natuurlijk ook bij tot een grotere snelheid. Voor de Vereniging Botter Behoud gaat dit allemaal veel te ver, zij zijn onverbiddelijk: eerbied voor de historie moet voorop staan. Alleen botters die zijn teruggebracht in de staat, zoals ze oorspronkelijk onder zeil gevist hebben, kunnen lid worden.

10 mei 2009

10 mei 2009: Hoe kwam Almere aan een eigen botter, de AM1?

Vanaf 1995 was er in Almere een Havenfestival, met een haven vol botters. Toen Almere in 2000 25 jaar bestond, ontstond het idee een eigen Almeerse botter te verwerven, om de festiviteiten in Haven te versterken, naast het Stoomfestival. Wethouder Smeeman zocht wat medestanders. Hij en anderen zamelden geld in bij bedrijven. Nu heet dat sponsoring, met contract en al. Toen ging men gewoon met de pet rond. Want in die tijd werden er zo’n 3000 huizen per jaar gebouwd plus allerlei bedrijfspanden en nutsgebouwen. Er werd goed verdiend door ontwikkelaars, architecten, makelaars en bouwers. De wethouder en de ambtenaren kenden hen allemaal en het lukte dus vlot om dat geld bij elkaar te krijgen, bij 21 bedrijven. Later hebben we uitgezocht of er ook bijgedragen is door de gemeente, maar daarover is in de boeken niets gevonden. Toch staat ook de gemeente als sponsor vermeld op het overdrachtsbewijs. Vermoedelijk is het bedrag, vast een klein bedrag door het grote aantal bedrijven, gewoon intern geregeld. 

Die botter is gevonden, de BU99, gebouwd in 1890 op de werf van Schaap te Huizen, toen met nummer HZ40. Huizen stond bekend om de bouw van snelle en ook wat duurdere botters. De bouwsom was in 1890 f2500. In 2000 is de BU99 gekocht van haar Urker eigenaren voor 150.000 gulden. De Urkers voeren graag en fanatiek wedstrijden met de BU99. Ze wonnen vaak. Dat kwam natuurlijk door hun zeilvaardigheden, maar de hydraulisch te verlengen giek en een grotere loefbijter hebben zeker geholpen. De BU99 werd om deze aanpassingen verwijderd uit het officiële botterregister. Bij de restauratie in 2010 is de AM1 weer in originele vorm teruggebracht en weer opgenomen in het botterregister. 

De Urkers namen het scheepsnummer BU99 mee en bouwden een Lemsteraak, met visserijnummer BU99 erop. De Almeerse botter moest dus een ander nummer krijgen. Dat werd AM1, maar slim was dat niet. Want in het visserijregister staat AM voor Amsterdam met vissersschepen in het verleden, maar niet meer in 2000. Ameland had AL en dus was ALM voor Almere logisch geweest, de ALM1.

De initiatiefnemers richtten de stichting Almeerse botter AM1 op, en de botter werd overdragen van de gemeente aan de stichting voor een gulden. Via via ontstond een groep vrijwilligers die het bottervaren in 2001 geleerd hebben van die Urkers. 

Er meldde zich in 2002 zelfs een scheepstimmerman, want er is altijd veel onderhoud aan zo’n stokoud houten schip. Hoewel, melden…. Restauratie-timmerman Jaap Thoen, is gewoon aangewezen, door schipper Ron. Die wist namelijk dat Jaap gouden handjes heeft, voor hout dan. Klampen, kluiverboom, blokken, rotte plekken, hij repareert het of maakt nieuwe. Ron heeft Jaap gewoon meegetroond naar voorzitter Bert Bonneveld met de tekst “En hier, Bert, heb je je scheepstimmerman. Jaap, je bent nu vrijwilliger van de AM1”. Jaap is dat nog steeds. 

Zo ging dat toen. Het werd geregeld, zonder beleidsplan of commissie. Gewoon doen.

2010

2010

2010: Restauratie

In 2010 vond een uitgebreide restauratie plaats op werf De Hoop in Workum. De ijzeren beplating uit de jaren 80 of 90 is verwijderd, waardoor 3,5 ton loodballast nodig was. Veel gangen en het vlak zijn vervangen, de hele achterkant ook. Op de foto's is te zien hoe rigoureus de restauratie was. Het is nog steeds een snelle zeiler. De gegeven maten zijn actueel. 

In 2010 mocht de AM1 weer volledig lid worden van de Vereniging Botter Behoud.

2018

2018

2018: Foto's Botter AM1

Voorjaar 2017 Onderhoud
Voorjaar 2017 Onderhoud
Drooggevallen op het Wad 2017
Drooggevallen op het Wad 2017
Den Oever 2017
Den Oever 2017
Voorjaar 2018
Voorjaar 2018

2018

2018: Onderzoek naar de eerdere eigenaren

​​Versie augustus 2025, verzorgd door Nico van Duijn, Stichting Almeerse botter AM1

In 2018 zocht de familie van Hendrik Heijnen uit Bunschoten contact met ons. We hebben met ze gevaren en documenten uitgewisseld. Met een andere kant van de familie Heijnen, Koelewijn uit Dronten, hebben we in 2025 contact gekregen. Ook met hen hebben gevaren en documenten uitgewisseld.

Hendrik Heijnen (1888-1970) heeft er mee gevist van 1926 tot 1956.

Uit hun familiegeschiedenis (G.Blokhuis, Steenwijk, 2008) komt het beeld naar voren van een strak gereformeerde visserman, die samen met zijn knecht Hendrik Spiek de Graaf ook een succesvolle schipper was. Hij voer tussen de toren van Volendam in een rechte lijn naar de toren van Harderwijk. Met de pikhaak proefde hij de klei van de bodem, of ze op goede visgronden voeren en dan ging de kuil overboord. Zijn vangsten waren vaak jaloersmakend beter; niemand wist hoe hij dat deed. Vrijdag thuis, en als het even kon vrijdagnacht nog een extra trek. Op hun oude dag waren hij en zijn vrouw Evertje in goeden doen.

Risico nam hij ook. Ze zijn eens in een Noordwesterstorm als enige van Enkhuizen naar Spakenburg gevaren; vrijwel pal zuid. Dat kan met een botter, we hebben dat uitgeprobeerd bij wind 5, met een speciale vastgesjorde zeilvoering, mits één koers zonder uitwijken, bij wind achterlijker dan dwars. De trim is dan uitstekend, weinig roerdruk, en is goed een paar uur vol te houden. Een andere keer was het zelfs nodig zo te varen. De windkracht werd Beaufort 9 op weg naar Terschelling, maar zat gelukkig in de goede hoek. Motoren gaat niet goed meer met 9. We zijn veilig aangekomen.

Het schip is verkocht aan een kousenkoopman, wellicht uit Amsterdam. Van hem heeft Hans D. Köster, uit Recklinghausen het schip gekocht in 1960. De BU99 kreeg de naam 'Jan Wellem'. Die bouwde een soort toilethokje in de kuip, verfde het boeisel wit en installeerde een koekoek in het voordek.

In 1969 is het schip overgedaan aan Horst Kuhleman. Die familie Kuhlemann nam in 2018 contact met ons op en heeft met de AM1 gevaren. De 78-jarige Horst heeft toen nog éénmaal aan het roer kunnen staan. Hij was ontroerd. Horst Kuhlemann heeft een fraai model van de BU99 bij hem thuis staan. Hij vertelde dat het schip eind 1973 gestrand is bij Gaast, bij sterke NW wind en motoruitval; aan lager wal dus. Twee vissermannen uit Hindelopen hebben het schip losgetrokken, overigens tegen de wens van de schipper. Op de werf De Bolder in Makkum bleek later dat de hoofdspant gebroken was. Het schip was total loss. Zo vond Nico Veerkamp uit Urk het schip, in een sloot bij Bolsward, met die oude A-Ford motor erin. Hij heeft het schip gered, zie het Schuttevaer artikel.

Nog drie keer AM1
Overigens zijn er meer vissersschepen met nummer AM1 geweest. Een Noorse walvisjager, gebouwd in 1925, is gebruikte als mijnenveger in de 2e Wereldoorlog en daarna weer walvisjager voor de Nederlandse Willem Barentsz (1946-1950), onder nummer AM1. Daarna verkocht aan Peru en toen aan Zuid-Afrika. Deze AM1 is daar vergaan in 1958. Verder is er in 1912 een 6 m vissersscheepje als AM1 geregistreerd geweest en in 1920 een kustvissersscheepje AM1.

Er was nog een BU99
Het nummer BU99 zat in de familie Heijnen. Zijn betovergrootvader, ook Hendrik geheten (1755-1797), heeft in 1783 een eerdere BU99 laten bouwen. Van die overdracht van werf naar koper bezit de familie een zilveren lepel met inscriptie “Ter gedagtenis van de botter van Hendrik Heyne Ao 1783”. Het schip en het nummer bleven generatieslang in de familie, vermoedelijk op verschillende botters. Erg duidelijk is dit niet, de gegevens zijn tegenstrijdig..

Historisch anker
Een dreganker van de BU99 is gevonden bij het sleuven graven in de nieuwe polder Zuidelijk Flevoland – drooggevallen in 1968. Van welke BU99 dit anker is, die uit 1890 of die uit 1783, dat blijft onzeker. Dit anker ligt in de tuin van een eerdere Urker eigenaar, bij ons bekend. Het anker ligt daar goed, hoewel we stiekem gehoopt hadden het op onze steiger te kunnen zetten.

Maten
In 2018 is het schip opnieuw opgemeten. En de gegeven zeilmaten zijn die van de nieuwe zeilen van 2019.

2022

januari 2022

januari 2022: Uit het fotoboek van Joke Werkhoven (familiealbum fam. Veerkamp)

In 1977 heeft Nico Veerkamp de botter BU99 (later AM1) uitgebreid gerestaureerd. Eerst in Spakenburg en daarna op werf 't Kromhout in Amsterdam. Samen met Harry Bootsma heeft hij eerst zijn botter, de VD153, helemaal vernieuwd. Daarna kwam de BU99 aan de beurt. In juli 1977 ging de gerestaureerde botter onder grote belangstelling weer te water. Van dit moment zijn diverse foto's gemaakt en ook van de reizen in de jaren er na. Wij mogen een deel van deze foto's hier plaatsen.

Tewaterlating juli 1977
Tewaterlating juli 1977
Varen met de BU99 vanaf 1978
Varen met de BU99 vanaf 1978

2022

2022: Nieuwe restauratie

In 2022 is weer een grote, wederom dure restauratie uitgevoerd, in Workum. Het berghout SB is geheel vernieuwd, berghout BB eraf, maar kon merendeels herbruikt worden. Eén nieuwe knie SB. Gangen onder het berghout rondom vernieuwd, aan SB het middenstuk van de 2e gang. Het vlak bleek in goede conditie. Vermoedelijk is zoiets in 2026 weer nodig.

Leeftijd onderdelen
Voor zover we weten, een overzicht van de leeftijd van een paar onderdelen. Van de botter uit 1890 is in feite alleen de mastklink uit die tijd. Het gedichtje op het deurtje is de originele tekst. Alle hout is in die 130 jaar natuurlijk meerdere keren vervangen. Hout aan een botter gaat geen 130 jaar mee. Voortdurend is hier en daar reparatie of vervanging nodig. Maar het is mogelijk dat een houten wandje naar het vooronder wel uit die tijd stamt. 

Voordek
In 1979 geplaatst, Iroko hardhout. Op een plaat, geheel gesloten, niet doorboord, licht bollend. Richels op de plaat gemaakt en daarop de delen vastgezet. In 2020 luikje vernieuwd

Zeilwerk
Vervangen in 2000.

Klaptop
De mast is te hoog voor de standaardhoogte van vaste bruggen, 12.50 m. Daarom is er een klaptop gemaakt, met een neerhaal en opzetmechanisme dat steeds verbeterd wordt. Bovenop zit een hemelboender, ten teken dat het schip is afbetaald, met het traditionele bladgoud.

Zwaarden
Eén is in 1979 gemaakt, de ander in 2003. In 2019 trad een breuk op in het stuurboordzwaard. Dit is gerepareerd met draadijzer erin gefreesd en met epoxy afgedekt, en een kleine beugel om de breuk, ook erin gefreesd. Na lakken niets meer van te zien. In 2019 is de ijzeren band om de hele zwaarden vervangen door een band van RVS. In 2021 zijn de zwaarden geheel kaalgehaald. Het hout bleek in prima conditie.

Onderwaterschip
Dit is in feite twee keer vernieuwd, in de jaren zeventig door Veerman na het verwijderen van het blik, en in 2010, toen de stalen omkleding door de Almeerders is verwijderd. De bun is gesloten, geen kaarborden.

Grootzeil, fok, kluiver
Het oude grootzeil is vermoedelijk – verhalen van eerdere eigenaren - uit de jaren zeventig. Fok, kleine en grote kluiver waren van 2009, allemaal van clipper canvas. In 2019 waren grootzeil en fok toch wel erg uitgelubberd. Grootzeil, fok en kluiver zijn nieuw aangeschaft, nu van dacron, tot afgrijzen van de museale stroming binnen de Vereniging Botter Behoud. Maar ja, dit is vormvaster, makkelijker te hanteren en gaat langer mee.

Kacheltje
Is er nog, maar niet meer in het vooronder; is opgeslagen

Mast
Midden jaren negentig tijdens een Ansjooprace bij Urk vloog een helikopter van de televisie te dicht bij de BU99. Met die klap wind hoorde de schipper ‘krak’. De volgende dag brak de mast; geen persoonlijke ongelukken. In Harderwijk is toen een nieuwe mast vervaardigd, van een Douglas spar. De huidige mast (2025) is dus zo’n 30 jaar oud. Elke twee jaar komt de keurmeester langs die de mast steeds officieel goedkeurt, al is soms wel wat reparatiewerk nodig. Omdat door een deel van de deskundigen ingeschat wordt dat deze mast niet het eeuwige leven heeft is er in 2025 een nieuwe mast besteld. Die leggen we dan klaar om pas te gebruiken bij afkeuring van de huidige mast.

Kluiverboom
Gemaakt door onze scheepstimmerman Jaap Thoen in 2005. Die kluiverboom was wel erg lang, niet nodig met de nieuwe kluiver, en in 2023 ingekort. 

Ballast
In 2019 is 600 kg ballast verwijderd, voornamelijk loden broodjes. Hierdoor ligt het schip een paar centimeter hoger en lijkt een halve knoop harder te gaan. Er ligt nu 1830 kg ballast in.

Schroef
In 2020 is de schroef vervangen door een kantelschroef, Variprop 4-blads DF-107 19”. 

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht