EB40

Dit schip heeft een plaquette van de SSRP aan boord van een eerdere inschrijving, maar staat nu "geregistreerd" in Categorie X in het Stamboek en wordt dus gekenmerkt als 'Inactief'. Schip en eigenaar zijn op dit moment NIET "actief" aangesloten bij de SSRP als Behoudsorganisatie. De huidige eigenaar is (nog) niet in onze administratie opgenomen. Deelname aan Evenementen waarbij de eis wordt gesteld, dat het schip en de eigenaar zijn aangesloten bij dezelfde Behoudsorganisatie als onderdeel van de FVEN, is vanuit de SSRP daarom NIET mogelijk.
Dit betekent dat het schip nog onderdeel is van de Aanmeldingsprocedure (her-inschrijving) of, en dat geldt voor de meeste schepen, de eigenaar heeft het schip niet her-aangemeld en betaalt dus ook geen jaarlijkse bijdrage aan de SSRP voor Inschrijving in het Stamboek. Eventueel vermelde gegevens van schip en oud-eigenaren dateren meestal uit de periode van eerdere 'actieve' Inschrijvingen en zijn waarschijnlijk niet volledig en mogelijk niet correct. Voor dit schip kan, omdat het niet aantoonbaar voldoet aan de Criteria van de SSRP, geen Meetbrief door de KNWV worden afgegeven.
Vanwege de doelstelling van de SSRP om alle historie van de in het Stamboek opgenomen schepen vast te leggen, worden in de Schepenlijst wel de in het stamboekarchief beschikbare gegevens van dit ooit geregistreerde schip en summiere gegevens van de (oud-)eigenaren getoond.
Heeft u informatie over dit schip of bent u eigenaar en wilt u het graag weer 'activeren'? Laat het ons weten!
De pluut EB40 werd bij Balk in Elburg gebouwd. De werf Balk dateert van 1764. In 1923 had Cornelis Balk de leiding, geholpen door zijn zoons Hendrik Roelof en Daan. Bij Balk werden ook schokkers, kubboten en een aantal Giethoornse punters gebouwd. Voor zover bekend zijn er twee pluten gebouwd. In 1923 de EB31 (later de EB40) en later de EB33. Als EB31 werd de pluut in 1923 gebouwd voor Jan Hopman, ook wel "Jan van Steven" genoemd, die er volgens de verhalen mee viste tot zijn dood in 1932. Hij viste voornamelijk langs de Oostwal. Zijn zoon Jan (Jan van Jan van Steven) kocht het schip uit de nalatenschap van zijn vader voor 250 gulden. Jan viste twee jaar met het schip vooral op spiering en haring in de Ketel, nu onder de letters HK24. Het schip kreeg haar eerste motor, volgens zeggen een Renault. In die tijd werd de pluut boven water behandeld met carbolineum en aan de binnenkant met zelfgekookte harpuis (2 pond hars bij lijnolie voor 10 liter).
In 1933 werd het schip aan Aat Foppen uit Harderwijk verkocht en een jaar later aan de familie Westerink in Elburg, waar het onder hun visnummer EB40 ging varen. De vader Jan en de jongens Henk, Beert en Wijnand voeren met de pluut regelmatig naar Wieringen, Den Oever en Schokland. De Afsluitdijk was net dicht, dus werd er voornamelijk op aal en bot gevist. De familie Westerink heeft voor zover bekend is het laatst met de EB40 gevist. Zij verkochten het schip weer voor 250 gulden aan iemand uit het westen van het land. Voor vijf(!) gulden meer kochten zij de botter HK86.
Eigenschappen
Plaquette nummer: | 1218 | Zeil nummer: | |
---|---|---|---|
Categorie: | X | Tekening nummer: | |
Type: | Pluut |
Bouw
Bouwjaar: | 1923 | Ontwerper: | Fa. Balk |
---|---|---|---|
Werf: | Fa. Balk | Werf plaats: | Elburg |
Motor: | Inbouw | Motor type: | |
Materiaal romp: | Eikenhout | Materiaal kajuit: | Eikenhout |
Materiaal zeil: | Dacron | ||
Onderwaterschip: | Kiel: |
Afmetingen
Lengte stevens: | 10,00 m | Breedte berghout: | 2,50 m |
---|---|---|---|
Diepgang: | 0,40 m | Masthoogte water: | 10,00 m |
Oppervlakte grootzeil: | 0,00 m2 | Oppervlakte fok: | 0,00 m2 |
Oppervlakte botterfok: | 0,00 m2 | Oppervlakte kluiver: | 0,00 m2 |
Oppervlakte totaal: | 0,00 m2 | Oppervlakte overig: | 0,00 m2 |
Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip
1923 – onbekend | Jan Hopman Sr. ( EB31) |
---|---|
1931 – 1933 | Jan Hopman Jr. ( HK26) |
1933 – 1934 | G. Foppen, Harderwijk ( HK84) |
1934 – 1936 | J. Westerink (Jan Rem) ( EB40) |
1936 – onbekend | Dhr. Zuring, Amsterdam ( EB40) |
1957 – 1964 | M. Everaars, Ens ( EB40) |
1964 – 1979 | A.E. Tjeenk Willink - de Jonge, Noordwijk ( 't Ros Beyaard) |
1979 – 1992 | J.Th. Bakker, Gasteren ( EB40) |
1992 – 2003 | I.H. en M. Souwer, Amsterdam ( EB40) |
2003 – onbekend | A.A. Hoogstraat, Harderwijk ( EB40) |
Geschiedenis
1998
december 1998
december 1998: Spiegel der Zeilvaart nummer 10 - De Pluut EB40 een liefde in zes ton eikenhout

Soms word je verliefd en als blijkt dat ze van eikenhout is, weet je dat de relatie er een zal zijn van hard werken, zowel op het water als aan de wal. Heeft een pluut iets met snelheid van doen? Mwoah, maar wel met een hoop lol! Een eiken pluut uit 1924, gebouwd in Elburg...
Ooit zette ik voet aan boord, omdat ik een vriend in een overmoedige bui had beloofd het schip naar Friesland te zeilen. Het werd een dag samen sleutelen aan de motor, die soms liep maar op belangrijke momenten niet. Van die tocht kwam niets terecht. Een jaar later was het schip te koop 'wegens emigratie' en ik kocht haar samen met mijn broer Ibo. Zo begon een relatie met een schip dat je soms zó in de houtkachel zou willen stoppen, maar ook voor dolgelukkige momenten heeft gezorgd.
De leerschool was hard: we hadden nog nooit gezeild, nou ja één keer, lang geleden op het Alkmaardermeer in een BM. Toen we het schip kochten, lag het in Heeg. De eerste tocht van Heeg naar Enkhuizen werd een ware verzoeking. Eind november, op de dag dat Sinterklaas aankwam in een oude botter, vertrokken wij met een heerlijk zonnetje, uitgezwaaid door de werfeigenaar. Hij was zo vriendelijk geweest om voor driehonderd gulden de motor na te zien. Hij zei nog: "Doe dat optuigen maar later, vaar nu maar." Ik verdenk hem er nog van dat hij wist wat er mis was... Koud op het open water deed de motor iets van `pffst-pffsf ... en hoorden wij alleen vogels en het zachte kabbelen van het water. Drie geschrokken blikken. Een slecht begin: Kees (opstapper) en ik kenden het geluid, Ibo analyseerde de reden, tezamen goed voor een kapotte ontsteking. Dit was het begin van het leren omgaan met tegenslagen. Nu, met tegenwind... en een kapotte motor versloegen wij kruisend de Fluessen en zowaar startte de motor weer op het moment dat we een nauw doorgangskanaal in moesten. De eerste communicatiestoornis diende zich in de sluis bij Stavoren aan. Kees riep "achteruit" en Ibo zette de motor 'uit' (door het motorlawaai hoorde hij niet alles). Gelukkig waren we de enigen in de sluis en hadden we nog ruimte genoeg om met de lijnen het schip te remmen. We besloten laat in de middag toch de oversteek te wagen naar Enkhuizen. Met aanvankelijk een lekker windje belandden we kort hierop in een windstilte en weer later - kon het erger? - in dreinen¬de regen. De ontsteking koelend met een nat dweiltje en turend naar de lichtjes van Enkhuizen, gingen de uren voorbij.
SdZ 1998 nr10 december - De Pluut EB40 een liefde in zes ton eikenhout
2015
20 juli 2015
20 juli 2015: Henri Bruijnes heeft een bericht geplaatst op de Facebookpagina van Nautisch Erfgoed
Henri Bruijnes heeft een bericht gedeeld op de Facebookpagina van Nautisch Erfgoed. De pluut 'EB40', op eerste zicht ziet ze er ZO slecht of onherstelbaar toch niet uit en prachtig die brede gangen. Daar ligt werkelijk een brok historie. Hout, 'droog' dat is niet bevorderlijk en niet zoals het moet zijn!

