Eléonore - Caro

Eléonore - Caro Verdwenen

Het Rotterdamsch Dagblad schrijft op 21 juli 1930:
In de haven van de Kon. Roei- en Zeil vereeniging „De Maas" trekt een pas gearriveerde nieuweling de aandacht door zijn bijzonderen vorm. Het is een aan een Rotterdamsche combinatie toebehoorend hoogaarsjacht, met hulpmotor, genaamd „Eleonore", gebouwd op de werf van de firma Van Duyvendijk te Tholen. Zaterdagmorgen is aldaar een belang wekkende proef genomen, om de stabiliteit van het vaartuig te meten. Heel wat publiek en de gansche schipperij van Tholen zagen toe hoe een staaldraad aan den mast werd bevestigd en een drietal mannen de lier draaide, waarmede de „Eleonore" langzaam maar zeker werd omgetrokken zoover, dat nagenaeg drie vierde gedeelte van den bodem boven water kwam.
Het schip kapseisde niet. Toen de staal draad werd losgelaten, richtte het vaar tuig zich dadelijk weer op.

De Waterkampioen 1930
De Waterkampioen 1930

Eigenschappen

Plaquette nummer:9232 Zeil nummer: OA5
Categorie:V Tekening nummer:
Type:Hoogaars

Bouw

Bouwjaar:1930 Ontwerper:Van Duijvendijk
Werf:Scheepswerf Duijvendijk (Duivendijk) Werf plaats:Tholen
Motor: Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:Eikenhout
Materiaal zeil:Katoen
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:0,00 m Breedte berghout:0,00 m
Diepgang:0,00 m Masthoogte water:0,00 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1930 – 1934 De heren Mees en Van Stolk, Rotterdam ( Eléonore)
1934 – onbekend Baron Isidoor Opzomer, Antwerpen (B) ( Caro)

Geschiedenis

1951

september 1951

september 1951: Waterkampioen 1951 nr893 september- - Een weinig interessante stranding van de Hoogaars Caro bij Scheveningen

De heer Burger schrijft in zijn inleiding:
Aan het verzoek van de redactie om een „kort relaas" van de schipbreuk van de „Caro'', „dat om zuiver technische redenen voor De Waterkampioen van belang is", mag ik mij niet onttrekken. Want het is waar, dat „de berichten in de dagbladen over het algemeen zo verward waren, dat daaruit geen goed beeld der gebeurtenissen is te krijgen en uiteraard stellen alle zeilers hierin veel belang".
Redactie:
Wij zijn de heer Burger erkentelijk voor zijn verslag, dat ons zo goed laat meeleven met de gang der gebeurtenissen. Het is daardoor of wij deze ramp zich zien voltrekken. Als oorzaak hiervan zien wij een samenloop van ongelukken. Maar de reden, die deze samenloop tot de schipbreuk deed leiden, komt ons voor te zijn, dat het schip onderbemand was. Een derde man, die het roer had kunnen waarnemen, die het onklaar komen van de schoot met het stuurrad had kunnen voorkomen en die had gezorgd voor het weer volvallen over bakboord, die een man op het voordek de gelegenheid had kunnen geven bij het afslaan van de motor er direct het anker voor te gooien, had de stranding misschien voorkomen.
Wie zal het zeggen? Nakaarten is een onvruchtbaar bedrijf, maar als we trachten een lering te trekken uit deze stranding, dan is het: ga nooit onvoldoende bemand naar buiten, zolang u de ruimte hebt gaat het meestal wel, maar zodra u in de kinken komt, bestaat de kans, dat het zich wreekt.

pdf Waterkampioen 1951 nr893 september - Een weinig interessante stranding van de Hoogaars 'Caro' bij Scheveningen

1952

1952

1952: Waterkampioen 1952 - Raad van de Scheepvaart - Stranding Hoogaars 'Caro'

2021

december 2021

december 2021: Spiegel der Zeilvaart nummer 10 - 'Eleonore' Hoogaarsjacht van twee Rotterdamse zwagers (deel 1)

Tussen 1915 en 1930 maakten 45 platbodems voor kortere of langere tijd deel uit van de vloot van de de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging De Maas. Tegen het einde van deze periode waren er nog maar negen platbodems in de Veerhaven aanwezig. Wel verscheen er in 1930 nog een prachtige aanwinst: het 16 meter lange houten hoogaarsjacht Eleonore.
Opdrachtgevers voor dit op de werf van Melis van Duijvendijk op Tholen gebouwde jacht, waren de Rotterdamse zwagers Jacob Mees en Cornelis van Stolk. De Tholense Courant deed melding van de tewaterlating van de Eleonore op 11 juli 1930 en noemde als wetenswaardigheden: `Het jacht is 16 meter lang en uitgevoerd in blank eiken. Het is voorzien van een motor van 35P.K. als hulpkracht'. Een jaar eerder was bij dezelfde werf de hoogaars 'Dolfijn' voor Rudolf Schönberg uit Antwerpen gereed gekomen. Twee weken later is in dezelfde krant te lezen dat met de Eleonore een `stabiliteitsproef is uitgevoerd: 'Zaterdag werd een staaldraad aan de mast bevestigd en het jacht een heel eind omgetrokken, waarbij een ander vaartuig reeds zou zijn gekapseisd. Het jacht hernam bij het vieren van den draad direct zijn normale positie'.
De Eleonore was vernoemd naar de moeder van Jacob Mees. Jacob was geboren in 1885, kwam uit het bekende bankiersgeslacht en was getrouwd met de oudste zus van Eleonore's mede-eigenaar Cornelis van Stolk. Cornelis was geboren in 1897 en kwam uit een familie van graanhandelaren.

pdf SdZ 2021 nr10 december 2021 - Januari 2022 - 'Eleonore' Hoogaarsjacht van twee Rotterdamse zwagers (deel 1)

2022

februari 2022

februari 2022: Spiegel der Zeilvaart nummer 1 - De mysterieuze stranding van de hoogaars Caro

Vrijwel alle kranten van maandag 13 september 1951 hebben het op de voorpagina, de stranding van het hoogaarsjacht Caro (ex-Eleonore) met aan boord een bekende oud- minister. Want op zaterdagavond is het schip aan stukken geslagen op de Noorderpier van Scheveningen en de bemanningsleden zijn op raadselachtige wijze verdwenen...
en aantal toeschouwers ziet 's avonds om kwart voor elf een jacht zonder boordverlichting de pieren van Scheveningen binnenvaren. Het dagblad De Vrije Zeeuw schrijft: 'Het jacht was de haven al binnengelopen maar is daarna teruggekeerd. Het heeft de zee echter niet meer bereikt omdat het tegen het Noorderhavenhoofd te pletter sloeg. De golven, opgezweept door een krachtige zuidwestelijke wind, sleurden het jacht, dat toen nog één zeil ophad, over de aan de voet van het havenhoofd liggende basaltblokken aan de buitenkant van het Noorderhoofd in de richting van het strand'.
Toeschouwers zien dat twee bemanningsleden langs de hoog opgetaste basaltblokken op de pier klimmen en zich in veiligheid stellen. De oudste droeg een schipperstrui en de jongste een oliejas. Ze maken zich niet bekend aan de havenmeester die gewaarschuwd werd en inmiddels aanwezig is. Zijn vraag 'waren jullie met z'n tweeën?' wordt met een kort 'ja' beantwoord. Daarna stappen ze drijfnat en wel in een gereedstaande wagen die met grote snelheid wegrijdt Inmiddels is ook de politie in jeeps gearriveerd, 'ze zoeken zich in hevige slagregens een weg naar het wrak'. Na enige tijd wordt in de branding de naamplaat van het jacht gevonden, in grote koperen letters staat daarop: Caro.

pdf SdZ 2022 nr1 februari 2022 - De mysterieuze stranding van de hoogaars Caro

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht