Ellert

Ellert

De heer Hamminga had, voordat hij aan Jan Douma deze opdracht gaf, eerder door Berend de Jong in Heeg een tjotter laten bouwen, die onder de doopnaam "Brammert" in 1961 te water liep.' Wat de boeier betreft, de heer Hamminga liet, zoals hij ons uitdrukkelijk liet weten, Jan Douma volledig de vrije hand. Behalve waarschijnlijk met de vaststelling van de afmetingen, wilde hij zich nergens mee bemoeien, vooral niet met het model en ook niet wat betreft de samenstelling van de tuigage. Ook stelde hij geen tijdslimiet. Douma stelde zich voor een snel schip te bouwen en hij had wat de vorm betreft zo zijn eigen opvattingen.

Het werd een schip met ongewoon schuin vallende voorsteven, bijna een botterkop, hetgeen goed te zien is op de foto's in het artikel over de bouw dat ten tijde van de oplevering in 1963 in "De Waterkampioen" verscheen. Ook het houtsnijwerk vervaardigde Douma zelf.

Eigenschappen

Plaquette nummer:707 Zeil nummer:
Categorie:B Tekening nummer:
Type:Boeier

Bouw

Bouwjaar:1963 Ontwerper:J. Douma
Werf:J. Douma Werf plaats:Terhorne
Motor: Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:Eikenhout
Materiaal zeil:Katoen
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:7,69 m Breedte berghout:3,29 m
Diepgang:0,59 m Masthoogte water:0,00 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Register Varend Erfgoed Nederland

Registratie nummer:5606 Registratie datum:09-05-2024
Geregistreerd als:Varend Erfgoed

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1963 – 1972 H. Hamminga, Zuidlaren ( Ellert)
1973 – 1976 N. Posma, Wassenaar / Canterbury (GB) ( Ellert)
1976 – onbekend R. Brenninkmeijer, Königstein ( Ellert)
2005 – 2024 J.M.F.A. Clercx, Helmond ( Ellert)
2024 – Nu (laatst bekend) G. Bijlsma, Leeuwarden ( Ellert)

Geschiedenis

1963

mei 1963

mei 1963: Waterkampioen nummer 1100 - G Douma bouwt boeier Ellert met eigen lijn

Er is helemaal geen ruimte meer in de platte loods, die de heer G. Douma te Terhorne als jachtwerf dient: breed en robuust ligt zijn eerste boeier onder en tussen de spanten van het dak en men kan er maar net aan voorbij schuifelen. Er is nauwelijks zicht meer op lijn en vormen van het schip, dat in dit te kleine omhulsel in verhouding veel te breed lijkt. De lengte zie je niet, omdat je de lijn van boorden niet helemaal kunt volgen met je oog. „Maar dat is in orde, hoor", knikt de heer Douma, als hij ziet dat wij wat weifelen.
De eerste boeier, na een leven lang scheepsbouwer te zijn geweest. In Oppenhuizen, waar Douma reeds als jongen op de werf van zijn vader begon: pramen bouwen, eerst van hout, later van ijzer, ijzeren schouwen, melkschouwen, van alles, wat de boer in het waterland vroeger nodig had. Een heel enkel „wyldsjitterke" voor een jagersman - een smal, licht en snel roeibootje - zoiets leek dan een beetje op de dromen van de heer Douma, die toch graag eens een boeier wilde bouwen. In de dertiger jaren leek het erop; toen kwam een oud-zeekapitein vragen naar de prijs van een boeier en verheugd maakte Douma de tekeningen en berekeningen in orde. Maar het was te duur.
Toen Douma zestig jaar was ging hij rentenieren. Er werd een huis gebouwd naast de boerderij van de heer Steenbeek, zijn schoonzoon in Terhorne en toen dit huis eenmaal klaar was, kwamen de oude dromen tot leven. Op het erf van de schoonzoon stond een oud hok, dat geschikt tot jachtwerf werd bevonden en hier kon Douma zich uitleven in zijn hobby: het bouwen van boten, van „levende" boten - tjotters, Friese jachten, boeiers. Gemaakt van levend en blank eikenhout.
Hij had de tijd en wilde alleen voor zijn plezier bouwen. Zich dus niet laten opjagen met opdrachten, die hij voldoende kon krijgen. Er werd een tjottertje op stapel gezet en toen er een wand uit het schuurtje werd gebroken rolde een sierlijk scheepje het water tegemoet. In 1961 werd een heel grote tjotter gebouwd, in afmeting en uitvoering bijna een Fries jacht: een prachtig schip, dat de naam van deze scheepsbouwer door varend Nederland verspreidde. Er kwamen nu van alle kanten mensen met opdrachten - maar Douma koos er zorgvuldig eentje uit: de opdracht voor het bouwen van een Friese boeier voor rekening van de heer Lantinga uit Groningen. Overeengekomen werd, dat de lengte ongeveer 7,50 meter, de breedte goed 3 meter zou zijn. Verder moest Douma maar doen wat hem goed leek.
Hij had twee jaar tijd gevraagd. Vorig jaar januari hadden wij al eens een kijkje genomen toen Douma tien weken aan de boeier bezig was geweest. Niet alleen met bouwen. Zo had hij overal rond gekeken naar hout, bruikbaar hout, dat in het leven eigenlijk al de gewenste vorm in zich droeg. Bij Schilstra in Akkrum werd dit hout gezaagd: dikke ruwe planken, kantige balken en stutten - bij de bouw van een boeier wordt niet op een centimeter hout gekeken. Toen, een jaar geleden dus, terwijl de boorden ongeveer tot halverhoogte reikten, was de vorm van het schip goed te beoordelen.
Dit jacht krijgt een eigen lijn, wijkt in sommige opzichten af van de lijnen, die de oude boeiers tonen; vooral in de voorsteven kan men dit opmerken. Ook is het verloop van de welving van de romp iets anders, opdat volgens de bouwer de boeier straks beter over het water heenloopt.
„Myn each is myn rei", was de spreuk van de oude boeierbouwer uit Joure, Eeltje Holtrop van der Zee. Maar ook Douma handelt zo - ook deze boeier is geheel „op it each" gebouwd en de veranderingen aan lijn en vorm komen geheel voort uit de overpeinzingen van Douma. Natuurlijk heeft hij altijd veel belangstelling voor de boeiers gehad, hij zal de meeste ervan wel zo uit het geheugen kunnen uittekenen. Maar hij heeft ook de lijnen bestudeerd en de gedragingen van zo'n oud jacht bij het zeilen, vandaar de eigen vorm van deze boeier.

pdf Waterkampioen 1963 nr1100 mei - G Douma bouwt boeier Ellert met eigen lijn

1972

1972

1972: De 'Ellert' op de voorgrond, vòòr 1972

Eigenaar H. Hamminga, Zuidlaren (foto Gerard ten Cate)
Eigenaar H. Hamminga, Zuidlaren (foto Gerard ten Cate)

2005

2005

2005: Boek 'De Boeier' van Dr. Ir. J. Vermeer

Bladzijde 397-398
Bladzijde 397-398
Bladzijde 398-399
Bladzijde 398-399

2013

22 april 2013

22 april 2013: Reactie van mevrouw Geeske de Graeff-Hamminga

De wyldsjitter 'Ellert', de boeier 'Ellert' en de tjotter 'Brammert' heeft mijn vader H. Hamminga uit Zuidlaren allemaal laten bouwen. Ellert en Brammert zijn Drentse reuzen. Ik betwijfel een beetje of het bouwjaar van de Tjotter 'Brammert' niet 1956 moet zijn en de bouw van de wyldsjitter niet 1960. Het is nu omgedraaid. Bij mijn weten heb ik de bouw van de wyldsjitter meegemaakt en ik ben geboren in 1956. In 1963 heeft mijn vader de Tjotter 'Brammert' verkocht en de boeier 'Ellert' laten bouwen bij Douma Oppenhuizen. De wyldsjitter 'Ellert' was het bijbootje.

Met vriendelijke groet,
Geeske de Graeff-Hamminga

Gegevens in het boek 'Helling onder Heeg'

In het boek 'Helling onder Heeg' van Sicco van Albada staat in Bijlage 5, Door Berend de Jong gebouwde boten (zijn eigen lijst!) het volgende vermeld:

1961 Tjotter 'Brammert', 3 gang, 4.85m
1965 Wildschieter 'Ellert', 4,00m

In het Stamboek waren de eerdere gegevens dus foutief vermeld. Geeske de Graeff-Hamminga kan de bouw van de Wyldsjitter 'Ellert' dus heel goed bewust hebben meegemaakt.

2016

2016

2016: Foto's najaar 2016

2024

april 2024

april 2024: Foto's Boeier 'Ellert' in de winterstalling bij Werf Wind en Water van Martijn Perdijk in Heeg

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht