Everdina

Everdina

De tjalk 'Everdina' is volgens de ons bekende gegevens gebouwd als een zgn. Zeeuwse tjalk, hoog opgeboeid en enigszins "poon"-achtig. In juni 2020 hebben Hein Sommer en Joram Lehmann het schip uitgebreid bekeken om de bouwer te kunnen achterhalen. Hun conclusie is dat de veelheid aan kenmerken van de werf Kalkman vrij zeker tot zeker maakt, dat de 'Everdina' daar is gebouwd. De constructie van het paviljoendak zou de doorslag kunnen geven.
De 'Everdina' heeft haar eerste jaren gevaren als aardappelschip . In 1917 is ze op de werf van van Wildschut overgeklonken als zgn. zeilboeier (vls. Meetbrief) voor de verhuur. De eigenaar was toen de N.V. Frieslands Jachtclub in Stavoren.
In het schip zijn twee meetnummers ingeslagen (aan BB en SB)): één van 16 mei 1956; A16633N  en één van 1930: L1959N.

Firma A. Kalkman & Zn. aan het Kralingseveer in Capelle aan de IJssel

A. Kalkman is in 1873 begonnen als smederij. In 1877 bouwt men daar het eerste ijzeren schroefstoomschip. Ook zoon Jan had sinds 1880 een scheepswerf. Deze lag direct naast (oostelijk) van die van zijn vader. In 1883 begint de samenwerking tussen de twee werven en worden het de Firma A. Kalkman & Zn. In 1910 beëindigd men de activiteiten. Men wordt in eerste instantie opgevolgd door Wouter Schram twee jaar later gevolgd door Marckmann en Faasen.

Eigenschappen

Plaquette nummer:986 Zeil nummer: TA83
Categorie:A Tekening nummer:
Type:Tjalk

Bouw

Bouwjaar:1892 Ontwerper:Kalkman
Werf:Firma A. Kalkman & Zn (waarschijnlijk) Werf plaats:Capelle aan de IJssel
Motor:Inbouw Motor type:
Materiaal romp:IJzer Materiaal kajuit:IJzer
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:13,67 m Breedte berghout:3,50 m
Diepgang:0,85 m Masthoogte water:14,50 m
Oppervlakte grootzeil:48,00 m2 Oppervlakte fok:28,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:11,00 m2
Oppervlakte totaal:87,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Register Varend Erfgoed Nederland

Registratie nummer:1598 Registratie datum:17-03-2022
Geregistreerd als:Varend Monument®

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1917 – 1956 N.V. Frieslands Jachtclub, Sneek ( Snits)
1956 – 1963 H. Dijkstra, Hindeloopen ( Vrouwe Cornelia)
onbekend – onbekend J. Moerkerk, Mijnsherenland ( Vrouwe Johanna)
onbekend – 1997 J.H. Pruijs, Amsterdam ( Elektra)
1997 – 2020 J.A. van Huystee, Marken ( Everdina)
2020 – Nu (laatst bekend) P.E. Loth, Rijswijk ( Everdina)

Geschiedenis

1930

9 september 1930

9 september 1930: Liggers Scheepsmetingsdienst: Details over het schip Snits - Meetnummer: L1959N

Originele registratie van deze meting is terug te vinden bij het Maritiem Museum Rotterdam onder nummer: H1967_192
Originele registratie van deze meting is terug te vinden bij het Maritiem Museum Rotterdam onder nummer: H1967_192

1956

15 mei 1956

15 mei 1956: Liggers Scheepsmetingsdienst: Details over het schip Snits - Meetnummer: A16633N

1979

1979

1979: Geschiedenis TA83 Tjalk Everdina

2020

26 juni 2020

26 juni 2020: Onderzoek van de 'Everdina' door Hein Sommer en Joram Lehmann

Onderstaand volgt een lijst van kenmerken van het scheepje, met daarnaast een opmerking of de werf van aanbouw Kalkman in Kralingseveer/Kralingen/Capelle aan de IJssel zou kunnen zijn.

Het algemene model komt overeen met Kalkmanschepen. De kop is vrij vol en het achterschip is behoorlijk weggesneden. Dit is echter geen sterk onderscheidend kenmerk met andere werven. In het achterschip zit onder water ter hoogte van de voorkant van het paviljoen een plek waar de gangen op een vreemde manier in elkaar overgaan. Aan de ene kant steekt de onderste gang onder de hoger gelegene, aan de andere kant is het omgekeerd. Dit is bij Kalkmanschepen ook zo.
De voor en achtersteven eindigen onder het schip in een lip tegen het vlak aan. Hier is een kleine verspringing. Dit is een kenmerk van Kalkman.
De achtersteven loopt zowel in de horizontale als de verticale doorsnede taps toe, naar achteren en naar beneden. Dit is bij veel werven niet zo. Bij Kalkman wel. De voorsteven is wel horizontaal taps, maar verticaal niet. Hier wijkt de 'Everdina' af van andere Kalkmanschepen.
De voor en achtersteven zijn van binnen open, vanuit het scheepshol kun je er in kijken. Op een enkele plek zit overdwars een stuk plaat geklonken om de twee zijkant van de koker aan elkaar te verbinden. Dit is precies Kalkman.
De vingerlingen aan de achtersteven zijn met bouten aan de steven bevestigd. Aan de buitenkant hebben die bouten opvallende bolle koppen. Dit is een typisch Kalkmankenmerk.
De stuizen (boeghouten) lijken gemaakt te zijn als holle ijzeren dozen, die met bouten tegen de huid getrokken zijn. Zoals dit het geval zou zijn bij houten stuizen. Bij een enkel ander Kalkmanschip zou de constructie nog eens goed bekeken moeten worden, bij ander zijn de stuizen verdwenen, maar lijkt de constructie hetzelfde geweest te zijn. Niet uit te sluiten valt dat op een aantal van die andere schepen de stuizen oorspronkelijk van hout waren. Tegen de voorsteven aan gaan de stuizen over in z.g. zwaanhalzen. Ook deze zitten tegen de huid getrokken. Daartoe loopt er dwars door de voorsteven een lange klinkbout. Andere Kalkmannen hebben dit ook. Onbekend is welke andere werven dit ook zo oplosten.
De stuizen hebben een kenmerkende Kalkmanvorm, in de bocht van boegen sterk verbredend.
De kabbellatten van de zwaarden zouden voor Kalkman van voren in een soort schoen moeten steken, terwijl ze aan de achterkant tussen twee hoeklijnen vallen. Door een gat in de hoeklijnen en de kabbellat past een pen. Bij de 'Everdina' is de schoen niet aanwezig. Op die plek zou een hoefijzervormig rijtje loze nagels te zien moeten zijn.
De top van de voorsteven is anders dan Kalkman. Mogelijk is dit een verbouwing uit 1917 of later. Oorspronkelijk zou de voorsteven aan de bovenkant moeten eindigen in een horizontale plaat. Daarbovenop komt een houten punt, die afneembaar is. Bij het verwijderen van de verf zouden de sporen deze afwerking moeten verraden.
De steun van de boegspriet heeft aan de bovenkant een klep. Oorspronkelijk zou die er niet moeten zijn. Bovendien is de steun aan de steven bevestigd door een moer. Oorspronkelijk zou dat een spie moeten zijn. Mogelijk is in 1917 of later de steun vernieuwd. Dit is nauwelijks na te gaan.
De kluisborden zijn bij Kalkman dikke gietijzeren platen met aan de buitenkant een zware gegoten druppel als doorvoer van de ketting. De huidige kluisborden van de 'Everdina' zijn dun en lijken later aangebracht. Aan de binnenzijde van de doorvoer zat vroeger een gesmede ring. Deze is verdwenen, de klinknagelgaten zitten er nog.
In het boeisel zitten nog de gaten voor de bevestiging van de zijwangen van het braadspil. Deze gaten zijn evenwijdig aan de hart-as van het schip geboord/gevijld (dus schuin in het boeisel ter plekke) zodat de zijwangen er van achteren in geschoven kunnen worden. Dit is niet bij alle schepen zo, bij Kalkman wel.
De bolders zijn van gietijzer en met klinkbouten aan de huid geklonken. Aan de buitenkant zijn op het boeisel de klinknagels prominent aanwezig. Dit alles exact volgens Kalkman, zowel het model van de bolders als de bevestiging. Op het achterschip zijn de bolders enkele malen verzet. Daar zijn ze ook wat kleiner dan voorop.
e spanten onder het voordek zijn alle vernieuwd. Dus hier geen oude sporen.
Langs het voordek loopt rondom tegen de huid een goot. Deze bestaat uit twee hoeklijnen die met de liggende flenzen tegen elkaar aan liggen. Onder de hoeklijnen zit een horizontale plaat die aan de binnenkant van de goot ongeveer 10 cm uitsteekt. Op deze rand waren de houten dekdelen van onder af met houtdraadbouten vastgezet. Bij een andere paviljoenschuit van Kalkman, de Johanna, is er enkele cm ruimte tussen de twee hoeklijnen, maar bij de boeierschuit 'Ebenhaëzer', gebouwd voor Dirk Kroon in Molenaarsgraaf (anno 2020 in de Spaanse polder in Schiedam) is de situatie exact gelijk aan die bij de 'Everdina'. Behalve inmiddels drie schepen van Kalkman zijn er geen andere tjalken met houten dekken bekend. Dat maakt het trekken van conclusies gevaarlijk. Toch is de onderlinge gelijkenis tussen de constructie bij de 'Everdina' en de beide Kalkmanschepen opvallend.
Omdat het binnenste hoeklijn van de goot een ongelijkzijdig hoeklijn is (dit is toch zo?), zal het dek niet veel dikker geweest zijn dan de hoogte van dit hoeklijn. Als dit ongeveer 4 cm is, is het waarschijnlijk dat het een eikenhouten dek was. Grenenhout was meestal dikker, Bij de boeierschuit 'Ebenhaëzer' in de Spaanse polder zijn de resten van het houten dek in de zij krap 4 cm dik, in het midden wat dunner. De naden zijn daar dicht gemaakt met persenning.
De mastkoker is zeer fors. Hij staat een eindje naar achteren ten opzichte van de oorspronkelijke koker. Dit is te zien aan de puttingen, die verzet zijn. De Koker vertoont aan de binnenzijde nagelkoppen, wat duidt op een bovenstrijkbare mast. Dit is niet wat je zou verwachten bij zo’n klein scheepje. Bij Kalkman zou je ook eerder een koker verwachten in de vorm van een dik uitgevoerde plaat zonder hoeklijnen. Mogelijk is de huidige koker later toegevoegd. De koker staat van onderen op een hoeklijn, waarvoor de krachten op het vlak verdeeld worden over een aantal wrangen (4?). Omdat de koker vroeger verder naar voren stond is te verwachten dat er in de wrang verder naar voren gaatjes zitten van de vroegere hoeklijnen. Daarmee is te controleren of de vroegere mastkoker smaller was.
De bevestiging van de overloop van de fok is identiek aan die van andere Kalkmannen. Maar ook andere werven hebben een soortgelijke constructie.
De ophanging van de zwaarden is identiek aan die van andere Kalkmanschepen. Deze constructie is niet bekend van andere werven, hoewel dat in theorie wel mogelijk zou kunnen zijn.
De steunen van de bokkenpoten zitten goed voor de huidige mast en zijn niet verzet. Dit leidt tot de veronderstelling dat ze toegevoegd zijn na de verplaatsing van de mastkoker. En tevens tot de aanname, dat de mast vroeger wel onderdeks strijkend geweest zal zijn.
In het achterschip is de plek van het paviljoen terug te vinden. In de zij zit een verticale rij nagels die de voorkant van het schild van het paviljoen aangeven. Ook aan de buitenkant van de romp moeten die nagels terug te vinden zijn. Tevens moet op die plek de horizontale rij nagels van het gangboord ophouden.
Nadere aandacht verdienen de binten. In de houtbouw waren dat twee zware dwarsscheepse horizontale balken die het dek ondersteunden. Tegen het voorbint stond aan de voorkant de mast. Op het voor- en achterbint stonden de voorste en achterste afsluiting van het laadhoofd (de schilden). Teven eindigden daarop de dekdelen van het voordek en het stuurdek. Bij de ijzeren schepen van Kalkman (en misschien andere werven) bestaan de binten uit een samengestelde ijzeren balk in de vorm van een u ondersteboven. Eén van de zijkanten van die u is vastgeklonken aan een spant. Maar omdat de u smaller is dan de spantafstand zweeft de andere zijkant in de ruimte. Deze is nu met een losse knie tegen de scheepshuid bevestigd. De nagels van de knie zouden zelfs aan de buitenkant moeten zijn op te sporen. Dan is de exacte indeling van het schip bekend. De voorkant van het achterbint geeft tevens de plaats aan van het achterschot van het ruim. Naar verwachting zit dit ongeveer 1 meter voor de voorkant van het paviljoen. Dus mogelijk is de huidige achterkant van de roef niet de plek van het oorspronkelijke schot. Aan de binnenkant van het schip verraad het achterschot zich door een rij nagelgaatjes in het spant, waar het schot tegen geklonken zat.
Op de huidige helmstok zit een fraaie geklonken vlaggenstokhouder. Mogelijk is dit de originele houder. Bij andere Kalkmanschepen zijn ze anders, maar ook daar verschillen ze onderling.
Een zeer sterk argument voor Kalkman zou de constructie van het paviljoendak zijn. De houten kantdelen van het dak liggen dan in het verlengde van het potdeksel. Bij andere werven liggen de kantdelen bovenop het hoeklijn van het potdeksel, dat gewoon onder het houten dak doorloopt. Bij Kalkman stopt het hoeklijn van het potdeksel bij het begin van de houten kantdelen, dat is ongeveer 15 cm voor het voorschild van het paviljoen. De bovenrand van de ijzeren plaat van het boeisel neemt daar een sprong naar beneden van ca 5 cm, zodat de bovenkant van het potdeksel en de kantdelen van het dak min of meer op dezelfde hoogte liggen. Onder de kantdelen is dan weer een hoeklijn tegen de huid geklonken, waar de houten delen op rusten. De klinknagels zouden de beschreven constructie moeten bevestigen.

Conclusie
De veelheid aan kenmerken van de werf Kalkman maakt het vrij zeker tot zeker dat de 'Everdina' daar is gebouwd. De constructie van het paviljoendak zou de doorslag kunnen geven. Van de werf Kalkman is een paviljoenschuit van 14,60 m bekend, maar deze is wat dieper dan de 'Everdina' en meer van het model van de 'Johanna' (van 15,60 m). Verder zijn er in de liggers van de Scheepsmetingsdienst nog twee kleinere paviljoenschuiten, gebouwd in Capelle. De kleinste van 13,90 x 3,98, gebouwd in 1876 voor Vlaardingen, de andere, van 14,20 x 3,97, in 1883 voor Nieuw-Lekkerland. Hiervoor is Kalkman de meest waarschijnlijke kandidaat.

Tot slot
Als de 'Everdina' een Kalkmanschip zou zijn, is aan de hand van andere Kalkmanschepen, met hun kenmerken en sporen, het oorspronkelijke uiterlijk van de 'Everdina' te reconstrueren, inclusief de detaillering en ook inclusief de inwendige inrichting. Dit met inachtneming van enkele mogelijke variaties.

december 2020

december 2020: Foto's de 'Everdina' na aankoop door de familie Loth

Eind 2020
Eind 2020
Juni 2021
Juni 2021

2022

20 maart 2022

20 maart 2022: Gevolgen verwoestende/grote brand bij Jachtwerf De Haas in Den Haag op 5 maart (de jachtwerf en ruim 100 schepen gingen verloren)

In de vroege morgen van 5 maart 2022 brak er brand uit bij Jachtwerf De Haas in Den Haag. De 'Everdina' lag aan de kade en is schadevrij gebleven. Alle rondhout, op één bokkepoot na, lag in de loods en is verbrand. Het beslag van de bokkepoot en lummelbout was gesmeed en kan hopelijk weer gebruikt worden. De wanten waren gestropt, maar dat zal niet meer terug komen.

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht