Meeuw

Meeuw Verdwenen

Dit schip was in bedrijf bij de voormalige Visserij inspectie van het “Bestuur der Visscherijen”. Vaargebied was op de Schelde en de Zeeuwsche Stroomen. Vissers visten per ongeluk wel eens op het verkeerde perceel en de visserijpolitie controleerde dat. Oorspronkelijk behoort dit type schip (botter) een ongestaagde mast te hebben, maar de toenmalige eigenaar (visserijpolitie) heeft destijds gekozen voor een mast met verstaging, waardoor deze minder zwaar behoefde te worden.

In 1925 is de Inspectiebotter omgebouwd tot jacht. Later is de oude huid vervangen door werf de Vries Lentsch. In 1954 is de botter gerestaureerd door werf de Gebr. Wester te Grouw. Door Meerman in Arnemuiden vanaf 1965 en later. Ook Botterwerf Nieuwboer Spakenburg heeft restauraties uitgevoerd in 1993/'94.

Gesloopt in 2015

De ´Meeuw ´ is in 2015, na meerdere keren gezonken te zijn in de museumhaven, gesloopt. Eeuwig zonde. Rest alleen nog maar van het resultaat te dromen als dit scheepje terug was gerestaureerd naar een visserman uitvoering.

Eigenschappen

Plaquette nummer:25 Zeil nummer:
Categorie:V Tekening nummer:
Type:Botter

Bouw

Bouwjaar:1898 Ontwerper:Klaas Kater
Werf:Klaas Kater Werf plaats:Monickendam
Motor:Inbouw Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:Eikenhout
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:11,83 m Breedte berghout:4,00 m
Diepgang:1,00 m Masthoogte water:12,00 m
Oppervlakte grootzeil:35,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:30,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:65,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1898 – 1925 Visserij inspectie van het “Bestuur der Visscherijen”, Zeeland
1925 – onbekend J.C.E. Massee, Goes / Kloetinge ( Gans)
onbekend – 1954 Fam. Scheltema, Haarlem ( Gans)
1954 – 1965 Dhr. Benes, Leeuwarden ( Gans)
1965 – 1989 P. Taselaar, Rotterdam ( Gans)
2000 – 2015 Stichting Museumhaven Zeeland, Zierikzee ( Meeuw)

Geschiedenis

2013

25 juli 2013

25 juli 2013: Nieuwsbrief Boegbeeld Intern

Visserij politievaartuig “Meeuw” door Cees van Egmond

1890?? Hoewel het exacte jaar van de bouw niet bekend is, is vrijwel zeker dat de eikenhouten botter gebouwd werd aan het eind van de 19e eeuw als visserijpolitievaartuig. Als opdrachtgever was het bestuur der Visscherijen op de Schelde en de Zeeuwse Stroome. De afmetingen zijn: lengte 11.83. breedte 4.0m diepte 1.0m. gewicht 16 ton. De uitvoering was in eikenhout. Het was een enigszins kleinere boot dan de grote botters en hoogaarzen ¸die toentertijd in Zeeland visten. Het schip dat de naam “Meeuw” kreeg, voer ook sneller, waardoor zij stropende vissers kon verrassen.
Alle botters die in het verleden voor dit visserijbestuur hebben gevaren, zijn op de werf van Klaas Kater gebouwd op de werf van Klaas Kater in Monnickendam. Er mag dus aangenomen worden dat dit schip ook op genoemde werf afkomstig is. Mede omdat deze kon voldoen aan de eis tot het bouwen van een “snelle zeiler”.
Maar ook Zierikzee wordt genoemd als werf, alsmede België.
Het model van het schip is in ieder geval dat van een Zeeuwse Botter.

1926 Het schip wordt buiten dienst gesteld. Omdat vaartuigen destijds gemotoriseerd werden door motorenfabriek Kromhout, moesten vooral de achtersteven anders van vorm en zwaarder van uitvoering worden. Het was daar niet geschikt voor. Het schip is toen verkocht aan de heer ... Massee te Goes. Die heeft het schip als jacht verbouwd en gaf haar de naam “Gans”. In het wapen van Goes staat een gans. Vandaar die naam! Deze lieten de oude huid vervangen bij de werf de Vries Lentsch. Ook het interieur werd gewijzigd. Van enige luxe aan boord was geen sprake.

1940 De archieven zijn in mei grotendeels verloren gegaan door brand.

1954 Het schip is verkocht aan de fam. Benes, te Haarlem.
Het schip werd eigendom van de Mw. P. Taselaar- Benes, te Leeuwarden. Deze liet het schip wederom restaureren, ditmaal in Grouw op de werf van de gebroeders Wester. Het kajuitdek werd iets verhoogd, zodat men stahoogte kreeg en deze werd doorgetrokken tot aan de mast. Door middel van een contragewicht, kon de mast gemakkelijk gestreken worden. Er kwamen nieuwe zwaarden en een nieuw roer. Ook werd er een benzinemotor geplaatst van het fabricaat Albin. De kuip werd versierd met houtsnijwerk, naar voorbeeld van de oude Friese boeiers.

1965 Het schip kwam in handen van de familie Taselaar uit Rotterdam.
Het gladde gelakte dek werd vervangen door een teak dek. De benzine motor werd vervangen door een dieselmotor. Het zware tuig werd vervangen door nylon tuig. Ook kwam er elektriciteit aan boord, alsmede moderne navigatiemiddelen als een dieptemeter en een marifoon.

1989 Op 16 dec. is het schip verkocht aan het bestuur van Zeekadettenkorps.

1993 Het schip is gerestaureerd voor 80.000 gulden op de botterwerf van Nieuwboer in Spaken-burg. Het schip werd tevens uitgerust met een nieuw zeil tuig en een dieselmotor van het merk Volvo Penta met een vermogen van 43pk. type 2003. Motor nr. 18439.

1996 Op 15 nov. is het schip verkocht aan het bestuur van de Stichting Museumhaven Zierikzee, omdat het schip niet geschikt was voor het doel van de vereniging. Hiermee herkreeg het schip haar oorspronkelijke naam van de “Meeuw” terug. De stichting betaalde er 70.000,-- gulden voor.
Nadat het schip overgedragen was, bleek dat er vele delen van het schip verrot waren. Er moesten vele tienduizenden guldens aan te pas komen om het schip in goede staat te houden.

2010 Het schip zinkt een keer in de museumhaven omdat het lek is. Er wordt nu continu water uit gepompt .

2011 Het schip verkeert in slechte staat! De conditie is zorgwekkend. Het vlak is aangetast door de paalworm. En de achtersteven hangt los aan het schip. Herstellen is niet meer mogelijk. Het is wachten op een grote restauratie.

Waarschijnlijk de laatste foto van de 'Meeuw' in het water
Waarschijnlijk de laatste foto van de 'Meeuw' in het water

Verhalen over de 'Meeuw' door Rinus van Gilst

Het gaat dus over de 'Meeuw', mijn vader was Opziener bij de visserijpolitie en gestationeerd in Tholen. Samen met een schipper en een matroos voeren ze toen op de 'Meeuw' vanuit Tholen naar de Yersekese bank. Dit was omstreeks 1921 -1922, 11 jaar was ik toen en ik ging nogal eens mee met de 'Meeuw'. We gingen dan onder Yerseke voor anker en bleven bijna de hele dag bij de mosselen oesterpercelen.
In de machinekamer van de 'Meeuw' stond toen een 1 cilinder gloeikop Kromhout en ‘n keer tegen de avond tijdens het opstarten ging het mis toen ze de motor warm wilden gaan stoken. Wat was er gebeurd? Bij het opvullen van de verwarmingslamp was de vuldop in de bilge gevallen dus kon je toen de noodzakelijke druk in het reservoir niet meer opbouwen. Er was maar één manier om die vuldop uit de bilge te krijgen en daarvoor was ik de aangewezen persoon. Ik de bilge in, de dop gevonden maar hoe ik eruit kwam dat wil je niet weten ik zat onder het vet en de olie, dat zat wel 10 cm dik onder de motor.
Het volgende is verder gebeurd,aan dek hebben ze me schoon gemaakt met een luiwagen en groene zeep en putsen met zout water en dat beet nogal een beetje op je huid natuurlijk. Zoet water vonden ze zonde. Daarna ging het richting Tholen, in het stuurhutje toen stond je zo hard te dansen dat het leek of je op een paard zat. Verder, als er niet teveel wind stond was het een rookgordijn over de Oosterschelde van wat de Kromhout er uit braakte. Nu word je gelijk aan de ketting gelegd voor zoiets.
Dit is zo’n beetje mijn verhaal uit die tijd van toen.

2015

december 2015

december 2015: Botter ’Meeuw’ voor koop of sloop

Stichting Museumhaven Zeeland wil de botter Meeuw verkopen, en wanneer dat niet snel lukt, laten slopen. Het schip is al sinds 2000 van de Museumhaven en staat al meer dan een jaar in een loods. Ze heeft dringend onderhoud nodig. De Museumhaven Zeeland heeft daarvoor onvoldoende middelen, en ziet dit in de komende tijd ook niet veranderen. Het schip staat al geruime tijd te koop, de kosten lopen echter door. Wanneer het schip niet binnenkort wordt verkocht zal het gesloopt moeten worden. 

2020

9 augustus 2020

9 augustus 2020: Reactie van P.P. Massee

Ik reageer hierbij op gegevens over de historie van het botterjacht 'Meeuw' ook de 'Gans' genoemd. Mijn grootvader J.C.E. Massee uit Goes verwierf dit schip omstreeks 1925, liet het ombouwen met een kajuitje erop en voer daar vervolgens enkele jaren op met zijn opgroeiende zoons en een schipper op de Zeeuwse stromen. Wanneer en aan wie het verkocht is niet exact bekend, maar de aanschaf van een groter jacht, de Lemsteraak 'Rommerswaal' dateert van 1928, dus de 'Gans' zal omstreeks die tijd weer in andere handen overgegaan zijn.
Overigens vind ik het nog steeds een blamage dat de bestuurderen van de Zierikzeese binnenhavenmuseum na talloze rijkssubsidies het lijk niet ergens in een schuurtje wisten te bewaren of delen daarvan. Tenslotte: er was onder echte botterkenners dikwijls discussie of je de 'Gans' qua bouw wel zomaar botter mocht noemen, of eerder een van de vele varianten van dit scheepstype.
Getuige de journaals van mijn vader en omes, die er op leerden zeilen, was het een buitengewoon rap scheepje op dat toen nog zo bijzondere getijden parcours rond de Bevelanden.

P.P. Massee, kleinzoon oud-eigenaar

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht