Witte Walvis

Witte Walvis

Dirk Huizinga schrijft in zijn boek 'Lemsteraken voor de recreatie' het volgende:
Het aakjacht ‘Rommerswael’ is voor zijn tijd heel opmerkelijk. Twee jaren nadat bij Croles in IJlst twee visaken zijn gebouwd, loopt er een aakjacht van stapel dat niet alleen bijna 5 meter langer is dan de visaken, maar ook heel andere lijnen heeft, met een brede kont. De kuip is klein, de roef loopt ver door naar achteren. De mast wordt gesteund door dubbele bakstagen. Het jacht is duidelijk bedoeld voor het grote water. Je zou dit schip het eerste Lemsteraakjacht kunnen noemen, maar in die tijd bestond die benaming nog niet en bovendien is het model niet uitzonderlijk. Het komt globaal gezien overeen met dat van de grote inspectieboeiers als de Jan Spanjaard, die een paar jaar eerder (van hout) bij Eeltje Holtrop van der Zee in Joure was afgebouwd.

(coll Vereniging Achmea)
(coll Vereniging Achmea)
(coll Vereniging Achmea)
(coll Vereniging Achmea)
Tekening uit 1903
Tekening uit 1903

Eigenschappen

Plaquette nummer:30 Zeil nummer: VA10
Categorie:A Tekening nummer:
Type:Lemsteraak

Bouw

Bouwjaar:1901 Ontwerper:J.J. Croles
Werf:J.J. Croles Werf plaats:IJlst
Motor:Inbouw Motor type:
Materiaal romp:IJzer Materiaal kajuit:IJzer
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:16,12 m Breedte berghout:4,74 m
Diepgang:1,00 m Masthoogte water:21,00 m
Oppervlakte grootzeil:97,21 m2 Oppervlakte fok:50,39 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:31,50 m2
Oppervlakte totaal:179,10 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Register Varend Erfgoed Nederland

Registratie nummer:1513 Registratie datum:17-03-2022
Geregistreerd als:Varend Monument®

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1901 – 1905 P. Altink, Amsterdam ( Elisabeth)
1905 – onbekend Tromp Meesters , Steenwijk ( Elisabeth)
onbekend – 1924 P.E. Vloten, Antwerpen ( Vega)
1924 – 1925 P. Blom , Amsterdam ( Karin)
1925 – onbekend N.M.A. Lebret, Oosterbeek ( Yolanda)
onbekend – 1928 E.A.H.B. Graaf van Bijlandt , Weesp ( Westrhenia)
1928 – onbekend J.C.E. Massee, Goes / Kloetinge ( Rommerswaal)
1945 – onbekend L.J. van Broek , Nieuw Namen ( Rommerswael)
1958 – 1965 D. Verweij, Hilversum ( Rommerswael)
1965 – 1974 Bill Lineberger ( Rommerswael)
1974 – 1984 J J.S. Dicker, Heemskerk ( Rommerswael)
1984 – 1992 R. van den Berg, Lemmer ( Rommerswael)
1992 – 2000 P.L.W. Sterk, Lemmer ( Witte Walvis)
2000 – Nu (laatst bekend) Vereniging Achmea, Alisa Stekelenburg, Sloten ( Witte Walvis)

Geschiedenis

1928

1928

1928: Lemmeraakjacht Rommerswaal in de Waterkampioen nummer 67

De heer J. C. E. Massée, te Kloetinge (Zeeland), zendt ons een aantal foto's van zijn Lemmeraakjacht „Rommerswaal" en geeft ons eenige bizonderheden over het vaartuig. Gaarne nemen wij beide op, en wij wekken andere jachteigenaars op, het voorbeeld van den heer Massée te volgen. Op deze wijze zouden langzamerhand vele schepen van de Nederlandsche jachtvloot aan de beurt kunnen komen om in de kolommen van „De Waterkampioen" in woord en beeld vereeuwigd te worden. Dit zou belangwekkend zijn, en ook nuttig voor hen, die denken over aankoop of die voorbeelden ter navolging zoeken. Ons jaarlijks verschijnend register zou daarbij een wegwijzer kunnen zijn.

De „Rommerswaal" werd in 1901 bij Crolis te IJlst van staal gebouwd

De „Rommerswaal" werd in 1901 bij Crolis te IJlst van staal gebouwd en was onder den naam „Elisabeth" het eigendom van den heer Alting. Later kwam het schip in het bezit van den heer v. Vloten, te Brussel, en heette „Vega", doch de heer P. Blom haalde het naar Amsterdam terug en veranderde opnieuw den naam, nu in ,,Karin". Blijkbaar trokken de elkaar opvolgende eigenaars zich weinig aan van het bijgeloof, dat bij een schip een naamsverandering ongeluk aanbrengt, want .de volgende eigenaar, de heer E. A. H. B. Graaf van Bylandt, veranderde den naam in ,,Westrhenia". En thans heet het schip, als boven vermeld, „Rommerswaal".

Als kits getuigd

Het vaartuig, dat aldus in zijn voor een Lemmeraak betrekkelijk kort bestaan reeds op vijf namen kan bogen, is 16 M. lang en 4.75 M. breed. Een flink schip, dus,. en de tegenwoordige eigenaar vond het wat te groot om het met één schipper onder alle omstandigheden geheel onder den knie te hebben. Het van een boeiertuig voorziene schip voerde een enorm grootzeil en had een zeer langen zeilstoom, en reven was geen pretje. Het zeer zware schootblok brak herhaaldelijk en dikwijls raakte de schoot onklaar. De heer Massée wendde zich daarom om advies tot den heer H. Kersken, te Amsterdam, naar wiens plannen het schip als kits werd vertuigd. De bezaansmast staat vlak achter den opbouw en maakte noodig, dat de kajuitingang van het midden naar de zijde werd verlegd. Hiervoor behoefde alleen een kleerenkast te vervallen, en de motor werd erdoor beter toegankelijk.
De verbouwing bleek een volledig succes te zijn. De bediening van het schip is zeer vergemakkelijkt en het stuurt thans veel lichter, zoodat de eigenaar er thans zonder eenig bezwaar met één schipper mee kan uitvaren. Zoowel onder het volle tuig als onder fok en grootzeil of onder gereefde fok en bezaan ligt het vaartuig goed op het roer en weigert het nooit overstag te gaan. En juist bij dit schip, dat Zeeland als het terrein van zijn tochten heeft, zijn de zeilcapaciteiten van groot belang door den hier en daar sterken stroom in de Zeeuwsche wateren, waarbij men vaak weinig verwachten kan van den vrij zwakken hulpmotor, een 12/15 P.K. z-cylinder-Sterling, die het vaartuig in stil water een snelheid van ongeveer 7 K.M. geeft.
Voor zoover ons bekend is, is dit het tweede ronde schip in onze vloot, dat een kitstuig voert. Het eerste is de „Maria" van Kolonel De Visser, te Haarlem, van welk vaartuig onze eerste jaargang op blz. 441 een fraaie foto bracht. Eigenaars van andere ronde jachten, die voor hun al te groote zeilen ontzag hebben en een niet grootere bemanning wenschen dan noodig is, kunnen een dergelijke tuigverandering overwegen

pdf Lemmeraakjacht Rommerswaal in de Waterkampioen 1928 nr67

1933

1933

1933: Tijdschrift De Watersport: Uw schip in Reliëf

Asbest was in 1933 nog geen probleem

De artistieke foto, die wij ditmaal geven, is naar een geëtst eterniet paneel, dat vervaardigd werd door onzen medewerker, de heer Cor Visser. Een er van stelt voor de in Zeeland bekende boeier 'Rommerswaal'. Het geëtst geschilderd eterniet is nog iets nieuws onder de zon en wij kunnen zeggen, dat in dit genre werk verrassende resultaten bereikt zijn. Het door het uitetsen ontstane reliëf en de transparante kleuren, maken dit nieuwe procédé tot een lust voor het oog. Eterniet is een samenstelling van cement en asbest, een materiaal dus, dat nog al tegen een stootje kan: tevens brandvrij zooals bekend is. Daarom zijn deze plastische schilderijen uitstekend geschikt, om toegepast te worden als haardscherm, schoorsteenstuk enz.

Maar vooral lijkt ons dit soort paneelen. welke zoowel decoratief als naturalistisch uitgevoerd kunnen worden, geschikt om er onze kajuit mede te versieren. Immers, dit materiaal kan tegen vorst, hitte, water; ook de kleuren zullen niets te lijden hebben, aangezien deze diep in het eterniet doorgedrongen zijn. Zouden deze paneelen. die in alle formaten verkrijgbaar of bestelbaar zijn. niet eens voor de verandering als wedstrijdprijzen aangewend kunnen worden? Het is weer eens iets anders dan borden of bekers. Gaarne is de heer Visser bereid inlichtingen betreffende het bovengenoemde te verstrekken. Zijn correspondentie-adres is: C. Visser, Pol 345. Spaarndam. 

T.  

1965

1965

1965: Fotoshoot T-shirts Radio Veronica vlak voor de verkoop aan Bill Lineberger

1966

juli 1966

juli 1966: Foto in de Waterkampioen

Een foto die om meer dan één reden merkwaardig is: een Lemsteraak in 1904 te IJlst gebouwd, eigendom van een Amerikaan, gemeerd langs een van de kaden van de Tiber in Rome. Het is de 'Rommerswael', in 1965 door de heer Bill Lineberger gekocht, die er van Muiden uit een zwerftocht door Europa mee begonnen is. De Romeinen, die de Tiber als onbevaarbaar beschouwen, waren stomverbaasd dit grote schip binnen hun muren te zien. Ondanks haar geringe diepgang kwam de 'Rommerswael' er niet helemaal zonder schade aan haar onderwaterschip af. De foto werd omstreeks juli 1966 gemaakt door de heer A. Beukers.

Op vakantie in het zonnige zuiden kwam de heer A. F. van Wieringen jr. uit Deventer tot zijn grote verbazing een Lemsteraak tegen. Het schip dat de haven van Veli-Losinj - een dorpje op een eiland voor de kust van Joegoslavië binnenvoer, bleek de Rommerswael. De heer Van Wieringen kwam in contact met de Amerikaanse eigenaar, mr. Bill Lineberg, die hem uitnodigde het schip te bekijken. De Lemsteraak had een fraai interieur met houtsnijwerk. Boven de open haard stond een beeldje van een engeltje.
De Amerikaan zei dat hij weinig aan het schip had veranderd. Alleen stuurde hij nu met een wiel in plaats van direct. Dit was noodzakelijk gebleken tijdens de oversteek van Nederland naar Engeland toen de kleine bemanning - mr. Lineberg, zijn vrouw en twee jonge zoons - handen te kort kwam om het schip bij slecht weer in bedwang te houden. De scheepspapieren waren keurig bijgehouden tot de voorlaatste eigenaar, een Nederlander. De Amerikaan vond het jammer dat er zodoende een aantal gegevens ontbraken.
Uit de documenten bleek dat de Rommerswael in 1904 te IJlst werd te water gelaten. De Lemsteraak schijnt als jacht te zijn gebouwd met een ijzeren kiel. De eerste naam was Elisabeth. Daarna kwam het schip enige tijd in Belgische handen en kreeg de naam Vega. Daarna belandde het in Nederlandse handen. De heer Lineberg kocht de Rommerswael ongeveer zes jaar geleden te Hilversum.

1971

1971

1971: Bericht in de Waterkampioen in de rubriek "In de Peiling"

Op vakantie in het zonnige zuiden kwam de heer A.F. van Wieringen jr, uit Deventer tot zijn grote verbazing een Lemsteraak tegen. Het schip dat de haven van Veli-Losinj - een dorpje op een eiland voor de kust van Joegoslavië — binnenvoer, bleek de 'Rommerswael'. De heer Van Wieringen kwam in contact met de Amerikaanse eigenaar, mr. Bill Lineberger, die hem uitnodigde het schip te bekijken. De Lemsteraak had een fraai interieur met houtsnijwerk. Boven de open haard stond een beeldje van een engeltje. Bill Lineberger markeerde ieder jaar de lengte van zijn kinderen benedendeks op de mastkoker.

De Amerikaan zei dat hij weinig aan het schip had veranderd. Alleen stuurde hij nu met een wiel in plaats van direct. Dit was noodzakelijk gebleken tijdens de oversteek van Nederland naar Engeland toen de kleine bemanning - Mr. Lineberger, zijn vrouw en twee jonge zoons - handen te kort kwam om het schip bij slecht weer in bedwang te houden. De scheepspapieren waren keurig bijgehouden tot de voorlaatste eigenaar, een Nederlander. De Amerikaan vond het jammer dat er zodoende een aantal gegevens ontbraken.

Uit de documenten bleek dat de 'Rommerswael' in 1904 te IJlst werd te water gelaten. De Lemsteraak schijnt als jacht te zijn gebouwd met een ijzeren kiel. De eerste naam was 'Elisabeth'. Daarna kwam het schip enige tijd in Belgische handen en kreeg de naam 'Vega'. Daarna belandde het in Nederlandse handen. De heer Lineberger kocht de 'Rommerswael' ongeveer zes jaar geleden te Hilversum.

1996

mei 1996

mei 1996: Spiegel der Zeilvaart mei-juni 1996 nr04 - Lemsteraakjacht 'Rommerswael' uit slopershandel gered

Uit het Stamboek

Jan Brilleman, Archivaris van het Stamboek vertelt:
Onlangs meldde Peter Sterk deze oudste, als jacht gebouwde Lemsteraak aan, om in het Stamboek Ronde en Platbodemjachten te worden bijgeschreven. Haar naam wordt 'Witte Walvis', daarmee wordt de tegendraadse traditie voortgezet om de Lemsteraak steeds een andere naam te geven. Deze aak heeft een respectabele geschiedenis achter de rug. Zij is gebouwd in 1901 bij Croles te IJlst en heeft een lengte van ruim 16 meter en een breedte van 4,75 meter. De eerste eigenaar, de Amsterdammer de heer Altink, lid van de zeilvereniging 'het Y' gaf haar de naam 'Elisabeth' mee. Hij is in 1904 op zijn schip overleden. Daarom wordt de Lemsteraak in 1905 verkocht aan Tromp Meesters in Sleeswijk, die haar op zijn beurt weer verkoopt aan P.E. van Vloten te Antwerpen en haar naam wordt `Vega', die er veel mee zeilt op de Zeeuwse stromen. In 1924 komt het schip terug in Amsterdam, de eigenaar is dan P. Blom die de naam verandert in 'Karin'. Alweer een jaar later, in 1925, koopt N.M.A. Lebret de aak en de naam wordt 'Yolanda'. Deze Lebret is familie van degene die in 1894 bij Eeltje Holtrop van der Zee te Joure een Fries jacht liet bouwen. Lebret zeilt veel op de Zuiderzee, waar E.A.H.B. Graaf van Bijlandt uit Weesp de aak ziet en koopt. De naam wordt veranderd in Westrhenia', maar in 1928 wordt de aak alweer naar Zeeland verkocht. De eigenaar wordt dan J.C.E. Masséé uit Kloetinge en de aak wordt `Rommerswael' genoemd. Hij laat zich door Hein Kersken uit Amsterdam adviseren over het verbouwen van de Lemsteraak. Het jacht wordt voorzien van een kitstuig, dus met twee masten.

Van de sloop gered

In het voorjaar van 1985 zie ik de aak liggen bij scheepswerf Bijdam aan de Zaan in de Wormer. Vanaf de overzijde van de Zaan bemerk ik tot mijn verbijstering dat men de aak aan het slopen is. Ik er naar toe en heb meteen de eigenaar van de sloperij opgezocht om hem duidelijk te maken dat hij zo'n stuk cultuurgoed niet mag slopen. Na lang soebatten werd er gestopt. De afspraak werd gemaakt dat ik de volgende dag met mijn archief zou komen en dat ik een koper voor het casco zou zoeken. Na mijn gegevens te hebben getoond, hing er opeens wel een prijskaartje aan de aak. Daarop heb ik Willem Stofberg gebeld of hij belangstelling had voor de aak. Binnen twee weken echter moest er een koper zijn, dus ik trok de stoute schoenen aan en heb contact gezocht met iemand uit de onderwereld van Amsterdam, waarvan ik wist dat hij van ronde schepen hield en in die tijd over veel zakgeld beschikte. Deze heb ik het schip toen laten kopen.

Restauratie

De nieuwe en inmiddels 14e eigenaar Peter Sterk uit Lemmer heeft het casco laten restaureren. Het schip werd voorzien van een nieuwe roef, mast en andere rondhouten en er kwam natuurlijk een geheel nieuwe binnenbetimmering in, vervaardigd door Dörr Jachtbetimmering uit Lemmer. Het is weer een mooie aak geworden met de naam 'Witte Walvis'.

pdf SdZ mei-juni 1996 nr04 - Lemsteraakjacht 'Rommerswael' uit slopershandel gered

1999

1999

1999: Spiegel der Zeilvaart: Lemsteraken gewogen

In SdZ1996.4 staat beschreven hoe het Lemsteraakjacht Rommerswael in 1985 door Jan Brilleman van de slopershamer werd gered. Het schip had, sinds de bouw in 1901 door Croles in IJlst, maar liefst twaalf eigenaars gehad. Het schip was overal - tot in Joegoslavië - geweest, had zelfs een kitstuig gehad. De dertiende eigenaar heeft het schip tot 1993 gehad, maar heeft het vanaf 1985 in Lemmer op de wal laten staan. Tot Peter Sterk uit Lemmer mogelijkheden zag het schip helemaal te laten restaureren. Zelf heeft hij een jaar lang meegewerkt om de aak in topconditie te brengen. Vanaf 1996 vaart hij veel en niet alleen op de wedstrijdbanen.
De 16,12 m lange en 4,75 m brede als jacht gebouwde romp heeft een fraaie vorm met vrij harde kimmen. Naast de kielbalk lopen aan weerszijden twee vlakplaten omhoog, twee vlakplaten ernaast lopen in een punt tegen de volgende gang die in een V tegen de voorsteven loopt. De volgende vier gangen verlopen heel mooi van breed naar smal en het geheel ademt een bijna niet te evenaren schoonheid uit. De Witte Walvis, zoals het schip nu heet, is een zwaar gebouwd schip dat met 34.65 ton waterverplaatsing deze meetdag het een na zwaarste schip zal blijken.
Spiegel der Zeilvaart: Lemsteraken gewogen

2015

22 september 2015

22 september 2015: Bericht van Suzy (Annet-Brown) die in de periode 1965-1968 op de 'Rommerswael' heeft gevaren in de Middellandse zee

I could not believe my eyes finding "ROMMERSWAEL" (White Whale) again on your website, alive and looking wonderful. I sailed on her from 1965 to 1968 with the American owner, Bill LINEBERGER (and not Line Mountain!) and his family during this time. We are still closely in touch and speak about  our 'home', "Rommerswael" all the time. 

Rommerswael spent most of this time in the Mediterranean. We went up the Tiber to Rome, we went to Istanbul and the Black Sea and sailed all over Italy, Greece, Turkey and North Africa in her. 
She is a wonderful boat and I have spent many hours varnishing her, painting her and sitting by that fire. I know every inch of her! I have 100s of photographs and I am also writing a book so, you can imagine, this wonderful news that she is in good hands and has not been broken up for scrap metal, makes me cry with joy. What a happy ending!

Thank you for posting this interesting and heart-warming information and putting so much love into this beautiful ship.

With best wishes
Suzy (ANNET-BROWN)

De 'Rommerswael' in 1968 in Joegoslavië
De 'Rommerswael' in 1968 in Joegoslavië

28 september 2015

28 september 2015: Reactie van Pamela Miller

I lived and sailed on 'Rommerswael' from 1970 - 1978. I am very close to Bill Lineberger, who now lives in Treasure Island, FL, USA. I sailed on 'Rommerswael' when he owned her. She had beautiful leaded glass windows and a wood burning fireplace in the main salon. We put in some new features, such as a pumping head in the loo, and an auto pilot, but otherwise we kept her as close to her original condition as we could. We had a wire haired fox terrier named "Milou" who sailed with us and loved being on Rommerswael. When we sailed the Brittany coast of France, she would stand on the bow and listen to the fog horns and cock her head towards the horn when it would sound, and that is the way we were able to navigate through the dense fogs on that coast.
You have done a BEAUTIFUL job of restoring her and I am so happy to know that "Rommerswael" is still on the seas.
Regards, Pamela Miller

29 september 2015

29 september 2015: Reactie van Antony Lineberger

I sailed on her with my family from 1966 to 1971..... here she is with out of the water after a fresh bottom job in the Mediterranean.
Antony

2020

oktober 2020

oktober 2020: Spiegel der Zeilvaart nummer 8 - Markante zeiler Pieter Altink Jr en zijn schepen

Pieter Altink Jr.(1849-1904) was medeoprichter, penningmeester en president van Zeilvereniging 'Het Y'; en fanatiek wedstrijdzeiler en opdrachtgever/eigenaar van zowel de boeier Elisabeth (1887) als Lemsteraak (1901) met dezelfde naam. Wie was deze markante zeiler?
Pieter maakte al direct een goede start. Zijn vader Pieter Altink adverteerde op Sinterklaasdag 1849 in het Algemeen Handelsblad: "Mijne hartelijk geliefde Echtgenoot Elizabeth Las, beviel heden zeer voorspoedig van een welgeschaapen ZOON". Pieter Altink Senior was bakker in Amsterdam waar hij vanaf 1843 'Machinaal' roggebrood produceerde. Pieter Altink 'Junior' had andere plannen, want hij startte begin 1874 met Frederik Olie de vennootschap 'Altink & Olie' een handel in tabak en sigaren. Na vijf jaar ging Altink verder met Ludwig Pappenheim onder de naam Altink Pappenheim en Co. De tabakshandel in Amsterdam was booming business en Altink Jr. verdiende veel geld. Hij werd ook aandeelhouder en commissaris bij andere bedrijven, zoals de Amsterdamsche Boek- en Handelsdrukkerij en de Credietvereniging Amsterdam. In 1893 is hij betrokken bij de oprichting van een Naamloze Vennootschap voor de bouw van dekschuiten, samen met onder andere (boeierbouwer) Bernhard, waar de schuiten gebouwd werden. 
Medio 1886 wordt gemeld dat bij 'de heeren Bernhard alhier een nieuwe boeier wordt gebouwd voor den heer P. Altink Jr., die op 1 maart 1887 geleverd moet worden'. Tijdens de bouwperiode gaat een bediende van zijn tabakshandel er vandoor met drieduizend gulden, (nu veertigduizend euro) maar dat brengt de bouw van de boeier niet in gevaar. In februari 1887 trouwt Pieter Altink met Mathea Cornelia Fels, op 30 april wordt de boeier 'Elisabeth' te water gelaten en neemt direct deel aan de activiteiten van `het Y'.
In maart I90I wordt melding gemaakt van de bouw van een zeiljacht, model botaak, bij J. J. Croles (IJlst) voor rekening van P.Altink Jr., President van 'het Y'. De bouwbegeleiding besteedt Altink uit aan zijn vriend (en voorganger als President) C. Jaski. Op 31 augustus 1901 arriveert dit nieuwe schip in de jachthaven in Amsterdam, dat in het Register wordt ingeschreven als een 'Jacht van ijzer' met een lengte van I6 meter en een breedte van 5.02 meter. Op de website van de SSRP en bij het Fries Scheepvaartmuseum wordt een zeilplan (met stempels van de werf J.J.Croles) toegeschreven aan de 'Elisabeth' van Altink. Deze tekeningen zijn gedateerd '1903', terwijl het schip gebouwd is in I90I. Aan de gaffel hangt een Deense vlag, die niet verklaard kan worden. In het depot van het Scheepvaartmuseum in Amsterdam vond ik de originele tekening van de inrichting met de titel "Jacht Elisabeth van den heer P. Altink Jr.: Indeling van het schip". Op deze tekening staat het stempel van de 'Scheepsbouw en Werktuigenfabriek Jan F. Meursing Amsterdam', met de hand gedateerd 29 april 1901.

pdf SdZ 2020 nr8 oktober - Markante zeiler Pieter Altink Jr en zijn schepen

2021

10 maart 2021

10 maart 2021: Reactie van Jim Peters

In 1970 maakte ik met Frans den Houter een studiereis door Zuid Europa. In Dubrovnik stonden we met onze camper geparkeerd tegenover de Lemsteraak 'Rommerswael'. Wij waren als fanatieke botterschippers (BU130) uiteraard geïnteresseerd in een Hollandse platbodem in Joegoslavië. We werden aan boord genodigd door Bill Lineberger en de volgende dag maakte ik een tekening van het schip. Ik stuur hem u in de bijlage.

Getekend: Jim Peters 23-08-1970 in de haven van Dubrovnik
Getekend: Jim Peters 23-08-1970 in de haven van Dubrovnik

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht