Saeftinghe

De bouwer André H. Ligthart Schenk schrijft in februari 2012 in de Spiegel der Zeilvaart:
Toen ik weer eens één van de boeken van Jules van Beylen over de hoogaars opsloeg viel mijn oog op een tekening van een open Kinderdijker hoogaars uit de collectie van het Maritiem Museum in Rotterdam. Het is een tekening uit 1863 van een open vissersboot met bun, zonder zeilplan en zonder zwaarden. Die is het dus geworden. Op de tekening staat geen schaal, wel een maatverdeling in Amsterdamse voeten. Omgerekend bleek de schaal dicht bij 1:10 te liggen.

Na drieënhalf jaar bouwen was de Kinderdijker hoogaars in 2011 klaar om te water gelaten te worden, dacht ik. Met vereende krachten werd ze van de werkplaats naar het Winsumer Diep gerold, een afstand van bijna 100 meter. Mijn dochter Jacomien verrichte de doop en onthulde de naam 'Saeftinqhe'. Voor informatie over de naam kan men natuurlijk terecht op Wikipedia, maar ook bij Suske en Wiske deel 263, "Het Verdronken Land". In het water bleek de boot direct haar naam eer aan te doen; ze maakte water, Zoveel dat ze in een paar dagen gezonken zou zijn. Direct weer uit het water gehesen en de ergste lekken gedicht.

Eigenschappen
Plaquette nummer: | 2281 | Zeil nummer: | |
---|---|---|---|
Categorie: | B | Tekening nummer: | |
Type: | Hoogaars |
Bouw
Bouwjaar: | 2011 | Ontwerper: | Tekening A.C. Kriens uit 1863 |
---|---|---|---|
Werf: | Eigenbouw André H. Lichthart Schenk | Werf plaats: | Winsum (Gr.) |
Motor: | Buitenboord | Motor type: | 8pk yamaha |
Materiaal romp: | Eikenhout | Materiaal kajuit: | Eikenhout |
Materiaal zeil: | Dacron | ||
Onderwaterschip: | Knikspant | Kiel: |
Afmetingen
Lengte stevens: | 7,00 m | Breedte berghout: | 2,45 m |
---|---|---|---|
Diepgang: | 0,50 m | Masthoogte water: | 0,00 m |
Oppervlakte grootzeil: | 0,00 m2 | Oppervlakte fok: | 0,00 m2 |
Oppervlakte botterfok: | 0,00 m2 | Oppervlakte kluiver: | 0,00 m2 |
Oppervlakte totaal: | 0,00 m2 | Oppervlakte overig: | 0,00 m2 |
Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip
2011 – 2017 | André Ligthart Schenk, Winsum ( Saeftinghe) |
---|---|
2017 – Nu (laatst bekend) | M.D.J. ter Braak, Kraggenburg ( Saeftinghe) |
Geschiedenis
1978
1978
1978: De Kinderdijkse Hoogaars in het boek "De Hoogaars" van Jules van Beylen

Jules van Beylen schrijdt in zijn boek "De Hoogaars":
De Kinderdijkse hoogaars was het kleinste en waarschijnlijk ook het oudste type. Het was een open vaartuig en men kan het gevoeglijk een boot noemen. Het vlak was langsscheeps tamelijk sterk gebogen en zowel voor als achter vrij scherp. Het breedste punt lag ruim twee voet achter de mast. Onder het vlak was voor en achter een scheg aangebracht. Het boord bestond uit het kimboord, dat het breedste en het zwaarste was, het midden- en het bovenboord. Boven het berghout lag het boeisel. Aan het achterschip was de romp licht gepiekt. De romp was niet gedekt. Enkel in het voorschip was een kort los plechtje gelegd. Daarachter volgde de mastbank. Sommige Kinderdijkse hoogaarsen hadden midscheeps een over de hele breedte van de romp gebouwde bun, wat uiteraard afhankelijk was van de aard van het werk dat er mee verricht werd. In het achterschip was een stuurbank en daarachter een korte klap. Het roer was aan de onderkant rond zodat het midden ervan even onder de romp uitstak. De zwaarden waren kort. Dit soort hoogaarsjes was getuigd met een spriettuig.
De Kinderdijkse Hoogaars - in het boek "De Hoogaars" van Jules van Beylen
2012
februari 2012
februari 2012: Spiegel der Zeilvaart februari 2012 nummer 1 - Een Kinderdijker Hoogaars bouwen

Na de tewaterlating van mijn Blekinge eka in 2007 had ik voor het eerst sinds 30 jaar weer een eigen zeilbootje. Al snel stond het voor mij vast dat dit niet de laatste boot was die ik zou bouwen. Mijn vaargebied is de Zoutkamperril en het Lauwersmeer. Met Noorderwind ruik je het zout van de Waddenzee. Daar zou ik met de volgende boot willen varen.
De eisen waaraan die boot zou moeten voldoen werden langzamerhand duidelijker: Wadwaardig, weinig diepgang, makkelijk droogvallend, ruim genoeg voor een paar dagen met twee personen. Maar ook de bouw moet aan een aantal eisen voldoen: ze moet met betrekkelijk eenvoudige machines door mij alleen te bouwen zijn in traditionele bouwwijze van massief hout en dus een klassiek uiterlijk hebben. Boeken doorgebladerd, mensen gesproken, ontwerpers benaderd om ideeën op te doen. Zegt een neef: waarom geen hoogaars? Als geboren Zeeuw was die gedachte ook wel eens bij me opgekomen, maar ik had hem verworpen: veel te groot om zelf te bouwen. Toen ik weer eens een van de boeken van Jules van Beylen over de hoogaars opsloeg viel mijn oog op een tekening van een open Kinderdijker hoogaars uit de collectie van het Maritiem Museum in Rotterdam.
Het bouwproces
Toen ik mijn hofleverancier Bert Reyntjes van de Bootbouwer in Steenbergen (Dr) vertelde welke boot ik wilde gaan bouwen, bood hij ruimte aan op zijn website voor een logboek van het bouwproces. Nu de bouw is afgerond is daar het hele proces, met foto's geïllustreerd, stap voor stap te lezen. In deze bijdrage wil ik dat logboek niet nog eens dunnetjes overdoen. Google op Kinderdijker hoogaars. De eerste treffer is het logboek. In dit artikel wil ik op een paar aspecten van de bouw ingaan: het gebruiken van een historische tekening, het bedenken/tekenen van een zeilplan, de vormgeving van de kajuitopbouw. Tenslotte wil ik de eerste zeilervaringen beschrijven.
Een paar foto's uit het artikel in de Spiegel



Frank van Soest, de zeilmaker, heeft het gesneden doek geleverd. De bouwer heeft zelf de banen van de zeilen en ook alle verstevigingen genaaid, net zoals een zomer en een winter tent. Het tuig is nu voorzien van een lange rechte gaffel). De bouwer vond dit praktisch maar de huidige eigenaar gaat onderzoeken of er op termijn een traditioneel spriettuig van van gemaakt kan worden (als dit toch niet praktisch blijkt komt er een gebogen platbodem gaffel op).
2017
januari 2017
januari 2017: Foto's

