Scheepswerf Jan Kroese - Vollenhove

In 1900 kocht de scheepstimmerman Kroese de toen reeds 45 jaar bestaande scheepswerf te Vollenhove. In de betreffende verkoopakte staat te lezen: "Eene scheepstimmerwerf, bestaande in: den opstal van het kadastrale perceel der gemeente Stad Voflenhove Sectie A nommer 775 woning en scheepshelling groot acht aren zes en negentig centiaren en van het kadastrale perceel der  gemeente Ambt Vollenhove Sectie H nommer 408 dijkberm als hooiland groot twee aren drie en dertig centiaren".

De werf van Jan Kroese was een van de meest gefotografeerde hoekjes van Vollenhove. De hoogopgaande zware bomen werden op den duur gekapt waardoor het er niet mooier van werd.

In het miniatuurhuisje (rechts op de foto) woonde een groot gezin; naast her huisje stond een waterpomp. De houten werfloods en de woning van de familie Kroese vormden een geheel. De vloer van het woonhuisje lag op dezelfde hoogte als de zoldervloer van de loods. Op de helling liggen drie bonsjes en een kubboot. De bons was 12 tot  13 meter lang. In de loop van de tijd werden de oude, zware schokkers en de bonzen vervangen door Vollenhovense bollen, die door Kroese in het begin van deze eeuw ontwikkeld werden. Voor dit laatste scheepstype bestaat voor de visserij geen belangstelling meer, voor de recreatie des te meer. De werf werd in 1956 gesloopt; de grond werd weggebaggerd waardoor het schiereiland een eiland werd. Er ligt nu een verbindingsbruggetje.

Jan Kroese koopt de werf van Ekker in Vollenhove in 1900

Jan Kroese werd in Harlingen als zoon van een korenmeter geboren; destijds werden naar Harlingen grote hoeveelheden Russische rogge verscheept. Kroese werd scheepmakersknecht op een werf in Den Helder; daarna werkte hij op de werf van de Gebr. Roos te Urk. Vervolgens vertrok hij naar Vollenhove en kocht de werf van Ekker. Uit de verkoopakte van de door Ekker gestichte scheepswerf, gedateerd 6 november 1900, blijkt dat Lammert Smit, "Iichtwachter op Schokland", de koopsom van f2.275,- voor Kroese betaalde.

De werf na de overname

Toen Kroese de enigszins verlopen werf betrokken had, kreeg hij met vier inwonende gezinnen te maken. Twee ervan woonden onder de vloer van de werkplaats, de andere twee gezinnen hadden zich onder de vloer van zijn eigen woonruimte genesteld. Bij spring- en stormvloeden stroomde het water er naar binnen. Het stond wel een meter hoog; de woonsituatie was onbeschrijflijk. Onder deze omstandigheden bleef de bewoners niets anders over dan om in de hoge bedsteden te kruipen. Naast de werfloods stond een stenen bouwsel; daar tegenaan was een miniatuur huisje gebouwd dat eveneens uit steen opgetrokken was. Dit huisje werd bewoond door het gezin Roozeboom.

De bloeitijd

Met de hulp van zijn drie zoons wist Kroese de werf weer op poten te zetten. Men had voldoende werk met het bouwen en repareren van ansjovisvletten, bonzen en botters; al vroeg ontwikkelde Kroese de Vollenhovense bol.

Gedurende het winterseizoen werd meestal een nieuw schip op stapel gezet. Wanneer de werfloods niet voldoende plaats bood, werd er een stuk uit de gevel gezaagd. In deze tijden van voorspoed werkten bij tussenpozen ook nog twee huistimmerknechten. Vooral tijdens de botteelt was er grote bedrijvigheid op de werf. Om de 4 a 5 weken moesten de schepen op de helling om het aangegroeide onderwaterschip te ontdoen van "doorns". Na het afschrapen werd dit deel van het schip met riet afgebrand en vervolgens in de teer gezet. Boven water werd het hout met harpuis bestreken. Elke week, van donderdagochtend vroeg tot zaterdagavond laat, kregen wel 25 schuiten een hellingbeurt. In het seizoen maakten de mannen lange werkdagen: van 's morgens half 6 tot 's avonds half 9 waren zij druk in de weer; alleen voor het middagmaal werd een wat langere pauze gehouden.

Circa 1920: Scheepswerf Kroese te Vollenhove (ingekleurde versie)
Circa 1920: Scheepswerf Kroese te Vollenhove (ingekleurde versie)

De aftakeling

In 1927 werd met de aanleg van de Afsluitdijk begonnen. De drie zoons hadden hun toekomst elders gezocht; alleen dochter Martha bleef bij haar vader wonen en zorgde op het laatst voor hem. Met reparatiewerk trachtte Kroese het hoofd boven water te houden; zijn dochter hielp hem zo veel mogelijk daarbij.
Aan het eind van de jaren dertig kreeg Kroese bezoek van S. J. Bouma, destijds directeur van het openluchtmuseum te Arnhem. Bouma stelde Kroese voor om de werf naar het museumterrein te laten overbrengen en bood hem zelfs een ander woonhuisje aan. Het houten woninkje dat met de achter de dijk gelegen werfloods een geheel vormde, werd n.l. nog door de familie Kroese bewoond. De vloer van dit huisje lag op dezelfde hoogte als de zoldervloer van de loods. Kort nadat de plannen afgerond waren, brak de oorlog uit. AI spoedig werden de materialen voor de bouw en uitrusting van schepen schaars.

Jan Kroese overleed op 20 oktober 1943; hij is bijna 84 jaar oud geworden.

Gedurende de oorlogsjaren was de werf al sterk achteruit gegaan; na het overlijden van Jan Kroese raakte zij nog meer in verval. Zo was het dak van het oude stenen woninkje waar eens het grote gezin van "Korsteraand" (Roozeboom) gewoond had en dat later tot pik- en teerhok gedegradeerd was, in elkaar gestort. Na de oorlog bleek duidelijk dat het niet meer lonend was om de werf naar Arnhem over te plaatsen. Op het laatst werd de toestand zo onhoudbaar dat de overheid ingreep; in 1956 werden de gebouwen van de werf met de grond gelijk gemaakt.

In het Stamboek staan 2 Vollenhovense bollen van Jan Kroese geregistreerd, waarvan er op dit moment één actief is ingeschreven

Spiegel der Zeilvaart in februari 1984: "De scheepswerf van Jan Kroese Roelofszoon"

In diverse nummers van de Spiegel der Zeilvaart in 1983 en 1984 heeft Wim Kuyper een serie artikelen geschreven met als onderwerp: 'Zwervend langs het IJsselmeer' en centraal daarbij de geschiedenis van Vollenhove. In februari van 1984 was één van deze artikelen gewijd aan de werf van Jan Kroese en zijn betrokkenheid bij de ontwikkeling van de Vollenhovense bol.

pdf SdZ Februari 1984 nr01 - Vollenhove De scheepswerf van Jan Kroese Roelofszoon

De toekomst?

Henk van Heerde heeft op zijn website een uitgebreid verhaal staan over de visserij op de Zuiderzee en vanuit Vollenhove in het bijzonder. Ook het verhaal van de werf staat op zijn site.

In Vollenhove gaan al een paar jaar stemmen op om de werf weer op de oorspronkelijke plaats terug te krijgen, zodat de historie weer gaat leven. De Stichting "'t Venose Skutien VN66" heeft daartoe een aantal jaren de botter VN66 aangekocht en gerestaureerd. Verder ligt er nog een oude botter in opslag. In 2014 werd duidelijk dat de bouw van een werf in de Binnenhaven van Vollenhove helaas niet door kon gaan.

Terug naar vorige pagina