De criteria in 1989

In het jaarverslag van 1989 wordt vermeld dat de Criterium Commissie sinds 1988 bestaat en daarna voortvarend aan de slag is gegaan. De Criterium Commissie heeft, sinds zij eind 1988 met haar werk begon, ruim honderd schepen beoordeeld. Dit betekent niet alleen dat eigenaren van ronde en platbodemjachten weten dat de Stichting begaat en waar zij voor staat, maar ook dat zij het als erkenning van originaliteit zien wanneer het schip kan worden ingeschreven in het Stamboek. Veruit de meeste aangemelde schepen werden door het bestuur, op advies van de Criterium Commissie, ingeschreven in het Stamboek. Daarnaast werden er schepen afgewezen: of omdat het hier geen rond of platbodemjacht van het oorspronkelijke type betrof, of omdat het betreffende schip niet aan de criteria voldeed.

De werkzaamheden van de Criterium Commissie hebben er ondertussen ook toe geleid dat het bestuur, in samenspraak met de commissie, de criteria heeft herzien en aangepast aan de huidige inzichten. In het begin van 1990 zullen de criteria in gedrukte vorm beschikbaar komen en zal aan alle donateurs een exemplaar worden toegezonden.

Criteria voor Inschrijving in het Stamboek 06-12-1989

Nadat het Stamboek in 1955 in het leven werd geroepen beoordeelde het toenmalige Bestuur of een zeiljacht al dan niet kon worden ingeschreven. Met het vastleggen van een aantal kenmerken zoals beschreven in het boek 'Ronde en platbodem jachten' onder redactie van T. Huitema, werd de eerste aanzet gegeven om te komen tot het opstellen van criteria, waaraan ronde en platbodem jachten moeten voldoen om in aanmerking te komen voor inschrijving in het Stamboek.
Eind 1966 werd de eerste Criterium Commissie gevormd, die een aantal objectieve criteria formuleerde waaraan de jachten bij inschrijving in het Stamboek kunnen worden getoetst. Begin 1967 verscheen het Rapport van deze Commissie, dat de basis vormde voor de omstreeks 1969 opgestelde 'Criteria voor inschrijving in het Stamboek'. De criteria werden in 1976 bijgesteld.
In 1988 kwam een statutenwijziging van de Stichting tot stand naar aanleiding waarvan het Bestuur de reeds eerder opgestelde criteria heeft bijgewerkt c.q. herzien en heden, zoals hierna weergegeven, opnieuw heeft vastgesteld.
Het Bestuur van de Stichting beslist of een jacht in aanmerking komt voor opname in het Stamboek. Deze beslissing zal worden genomen op grond van een door de Criterium Commissie uitgebracht advies. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de onderstaande criteria, het boek 'Ronde en platbodem jachten', alsmede van publicaties uitgegeven door de Stichting en van museale uitgaven die onze historische kennis van het oud-Nederlandse schip verdiepen.
Nieuwe aanmeldingen worden getoetst aan de criteria en voorts zal bij verkoop van een reeds ingeschreven jacht een beoordeling daarvan plaats vinden alvorens de inschrijving te continueren. Om in aanmerking te komen voor inschrijving van een jacht in het Stamboek is de eigenaar verplicht de daarvoor benodigde informatie aan het Bestuur van de Stichting beschikbaar te stellen. In het algemeen kan gesteld worden dat afwijkingen in traditionele vorm en tuigage, aangebracht voor welk doel dan ook, tot weigering van de inschrijving kunnen leiden. Hierbij wordt aangetekend dat onder een jacht wordt verstaan een pleziervaartuig uitsluitend in gebruik voor vermaak.
Het is het Bestuur van de Stichting gebleken dat zowel door de eigenaars als ontwerpers en jachtwerven een financiële waarde wordt toegekend aan het al dan niet ingeschreven zijn van een jacht. De Stichting stelt evenwel, dat zij geen enkele aansprakelijkheid kan aanvaarden voor het al of niet inschrijven of ingeschreven houden van jachten.

Algemene overwegingen

De punten genoemd in de criteria en betrekking hebbend op het oud-Nederlandse scheepstype, zullen bij de beantwoording van de vraag of een rond of platbodem jacht al dan niet in het Stamboek kan worden ingeschreven als richtsnoer dienen. Want hoewel het hoofddoel van de Stichting consolidatie, bewaring en handhaving van de oude scheepsmaten is, is het samengaan met de eisen die in deze tijd aan het gebruik als jacht worden gesteld, tot op zekere hoogte aanvaardbaar.

Traditionele scheepsvormen werden bepaald door de eisen die het gebruik en het vaarwater er aan stelden, terwijl het materiaal waarvan de schepen werden gemaakt, de techniek, de vaardigheid en het creatieve inzicht van de scheepsbouwer en de economische omstandigheden mede de vorm bepaalden. Bovendien gaven plaatselijke opvattingen over stijl, tuigage en onderdelen ieder schip een eigen gezicht. Dit geldt in het bijzonder voor de oude op het oog gebouwde jachten, waardoor deze oude scheepsvormen als cultuurelementen zijn te beschouwen.

Scheepsbouw is echter een levend goed. Ook de ronde en platbodem jachten ontkomen niet geheel aan de nieuwe inzichten en ontwikkelingen waardoor de oude vormen geleidelijk kunnen veranderen in die van moderne scherpe jachten af in een dualistische tussenvorm daarvan. Om die reden wordt gesteld dat alleen ronde en platbodem jachten in het Stamboek worden opgenomen welke overeenkomen met de oud-Nederlandse scheepstypen die hun eindvorm hebben bereikt, toen het zeil werd vervangen door de motor.

Het tijdstip waarop een jacht werd gebouwd speelt daarbij geen rol, ook nu kan een oud-Nederlands scheepstype van zuiver karakter warden gebouwd.

pdf Criteria voor Inschrijving in het Stamboek 06-12-1989

KNWV Klassevoorschriften 1988 Ronde en Platbodemjachten

De bedoeling van dit K.N.W.V. reglement is om door middel van een voorgift-systeem berustend op een tijdsvermenigvuldigingsfactor (IVF) bij wedstrijden met Ronde en Platbodemjachten tot vergelijkbare resultaten te komen, rekening houdende met het type, de tuigage en de afmetingen van de deelnemende jachten.
In deze klassen kunnen uitsluitend worden toegelaten:

  1. Jachten en als jacht in gebruik zijnde vracht- en vissersvaartuigen met zijzwaarden, zoals boeiers, tjotters, schouwen, tjalken, klippers, botters en hoogaarsen.
  2. Staverse jollen.

De jachten mogen in vorm, materiaalkeuze, bouwwijze en tuigage niet belangrijk afwijken van de door deze benamingen oorspronkelijk aangeduide typen van Nederlandse vaartuigen. Daarbij dienen welbewust nieuwe ontwikkelingen te worden vermeden tenzij de klassevoorschriften daarin voorzien.
De jachten moeten zijn getuigd met de tuigage die van oudsher bij het betreffende type gebruikelijk was. Andere zwaarden dan zijzwaarden zijn niet toegestaan.
In geval van twijfel of een jacht in een der klassen kan werden opgenomen dan wel opgenomen blijven, beslist het bestuur van het K.N.W.V. Deze beslissing zal genomen worden op basis van de door de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten vastgestelde criteria en de bepalingen van het K.N.W.V.
Deze criteria en bepalingen zijn in bijlage I vermeld.
Bijlage II vermeldt de veiligheids- en uitrustingsbepalingen.
De bijlagen I en II maken deel uit van deze klassevoorschriften.

Buiten de bepalingen in de Criteria van de SSRP worden in dit document ook de aanvullende eigen bepalingen van de K.N.W.V. vermeld.

Een eigenaar is verplicht, indien het bestuur van het K.N.W.V. dit vergt de lijnentekening, dan wel foto's van het onderwaterschip met maatgegevens van kiel, scheg, loefbijter e.d. te verstrekken en tevens, indien het bestuur dat, om welke reden dan ook gewenst acht, een jacht binnen drie maanden uit het water door het K.N.W.V. te laten Inspecteren.
Indien niet aan de klassevoorschriften wordt voldaan, kan het bestuur van het K.N.W.V. een jacht uitsluiten van meting dan wel de meetbrief nietig verklaren.
Gezien de bijzondere aard van deze groep jachten Is het bestuur.van mening dat de eigenaars en/of schippers van Ronde en Platbodemjachten er gezamenlijk naar dienen te streven het in oude stijl wedstrijdzeilen in deze jachten te bevorderen.

pdf KNWV Klassevoorschriften 1988 Ronde en Platbodemjachten

Terug naar vorige pagina