Maurice Kaak

Als veertienjarige zette hij zijn eerste stappen in het leerproces op de werf van Edgard Feyaerts, gevestigd in de Tweemontstraat in Deurne. Meestergast Jules Poschet ontfermde zich over de jonge, leergierige knaap en bracht hem de eerste begrippen bij over de houten scheepsbouw. “Ik leerde er het ambacht van scheepstimmerman en werd specialist in tekenen van lijnen-, constructie- en zeilplannen en doorsneden van schepen. De scheepswerf ging failliet en Maurice werd noodgedwongen schrijnwerker voor ramen en deuren. Zijn interesse in de scheepsbouw bleef echter en dat uitte zich in de bouw van scheepsmodellen waarvoor hij ging zoeken naar bruikbaar lijnen- en constructieplannen in het archief van het destijds Nationaal Scheepvaartmuseum in het Steen te Antwerpen.
 

Maurice Kaak was oprichter van de School voor Scheepsmodelbouw te Baasrode. De oorsprong van de School voor Scheepsmodelbouw te Baasrode gaat terug tot de jaren tachtig van vorige eeuw. Maurice Kaak treedt een dertigtal jaar geleden toe als raadgever van de vzw Scheepvaartmuseum Baasrode. De bekommernis van het bestuur spitst zich in hoofdzaak toe op het optimaliseren van de collectie met verantwoorde modellen van schepen die ooit op de overblijvende werven Van Damme en Van Praet in Baasrode werden gebouwd. De enkele tentoongestelde modellen stellen schepen voor van vreemde herkomst, die niets met de plaatselijke geschiedenis te maken hebben. Bovendien zijn het dan nog bouwdoosmodellen, vereenvoudigd en dikwijls misvormd. Voor het bestuur is het heel duidelijk: zelf modellen bouwen in eigen beheer is de boodschap. Als nieuw bestuurslid neemt Maurice met volle overtuiging de leiding van deze missie op zich. In deze jarenlange periode bouwt hij samen met de modelbouwers zo een 54-tal modellen. Deze collectie is te zien in het Scheepvaartmuseum Baasrode.

Hoe het echt begon: Jules van Beylen, conservator Antwerps Scheepvaartmuseum "Het Steen"

Hij kwam in het Nationaal Scheepvaartmuseum in het Steen te Antwerpen in contact met conservator Jules Van Beylen die al vlug doorhad dat Maurice wel iets afwist van scheepsbouw. Hij kon dan het model van de Omoo verder afwerken. De Omoo was het kitsgetuigd jacht van het echtpaar Van de Wiele dat samen met hun vriend Fred Debels de wereld rondzeilde. Toen Maurice een model van een Hoogaars te koop stelde, kwam Jules Van Beylen dit te weten. Na het model nauwkeurig te hebben bestudeerd vraagt hij de ondertussen 35-jarige Maurice om in het Scheepvaartmuseum te komen werken. Hij doet mee aan een examen van restaurateur van de historische scheepscollectie en kwam hier als beste kandidaat uit.
Hij werd aangeworven door de Stad Antwerpen waar hij 21 jaar zal werken in het Steen. Niet alleen scheepsmodellen vallen onder zijn hoede maar ook echte vaartuigen worden gerestaureerd zoals o.a. de gezonken Hamse jol van Vergauwen (officier bij de Zeevaartpolitie) die in zijn oorspronkelijke staat wordt hersteld.
Maurice duikt in archieven van allerlei bibliotheken en scheepswerven in België, Nederland en Noord-Frankrijk. Hij tekent zelf meer dan 150 scheepsplannen en schrijft artikels over boottypes als een Brabander, een Antwerpse knots, boereschuiten van Frans-Vlaanderen en zoveel meer. Ook heeft hij voor al deze boten ook een schaalmodel gemaakt, de beste manier om de opgemeten gegevens te verifiëren.
Als hij in het bestuur komt van het Scheepvaartmuseum in Baasrode werkte hij meer om ingekleurde tuigagetekeningen te maken van schepen die in Baasrode op de werven van Van Damme en Van Praet waren gebouwd. Later zouden de modelbouwers aldaar één voor één de modellen onder zijn toezicht bouwen.
Ondertussen werd de School voor Scheepsmodelbouw opgericht als afzonderlijke VZW waar onder de leiding van Maurice elke zaterdag gewerkt wordt aan scheepsmodellen die vroeger rondvoeren in de Schelderegio. Ook restauraties voor derden worden er uitgevoerd, o.a. het model van een Chinese vissersjonk voor de Vrienden van het Nationaal Scheepvaartmuseum. Dit model is zelfs tentoongesteld in het Scheepvaartmuseum van Shanghai.
In 1993 – 60 jaar – gaat hij op persioen. Hij maakt nu halfmodellen van de drie Belgische schoolschepen: de Comte de Smet de Naeyer, de Avenir en de Mercator.
Bij het consulteren van oude notarisakten ontdekt hij betekenissen van typische woorden die op de werven gebruikt werden. Hier is hij vele jaren mee bezig. Hierdoor kan hij aan de hand van bestekken de maten en benamingen weergeven in de lijnenplannen en constructie- en tuigageplannen tekenen. Na zijn pensioen gaat Maurice zijn levenswerk beginnen neerschrijven.

Kleine schippersboten

Tijdens zijn werkzame leven als restaurateur van het Nationaal Scheepvaartmuseum, destijds gevestigd in Het Steen in Antwerpen, was het Maurice Kaak opgevallen dat er maar weinig aandacht was voor de kleine schippersboten, ooit zo belangrijk voor de schipper en zijn gezin. Gedurende zeven jaren besteedde hij al zijn vrije tijd aan het bezoeken van binnenvaartschippers die een bijboot aan dek hadden staan. Hij fotografeerde de boten en mocht ze opmeten.
Thuis werkte hij de tekeningen uit en hij bouwde op kleine schaal van elk type heel nauwkeurig een model. Zijn grote serie modellen van de werkscheepjes werd verworven door Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam, goed bewaard voor de volgende generaties. Hij bezocht ook werkhuizen, zoals hij de werfjes noemde, waar de schippersboten waren, of soms nog werden, gebouwd en sprak er met de botenbouwers. Thuis in Deurne werkte hij zijn informatie heel nauwkeurig uit, alles met de hand opgeschreven.
Toen in Baasrode plannen werden gesmeed om een Baasroodse botter nieuw te gaan bouwen beschreef hij de Koopschepen van de palinghandelaren in Baasrode. Hij zorgde ook voor het lijnenplan van de botter Rosalie die momenteel wordt gebouwd in Baasrode. Maurice Kaak heeft een grote bijdrage geleverd in het vastleggen van het maritiem erfgoed in Vlaanderen en Nederland. Maurice bestudeerde het vakjargon van de scheepswerflui, dat opgetekend staat in archieven en kon daardoor de schepen tot in de kleinste details reconstrueren. Maurice gaf elke zaterdag les aan modelbouwers in een gebouw bij de oude scheepswerf in Baasrode. Deze vzw School voor Scheepsmodelbouw is al jaren bezig om Belgische binnenvaartschepen op schaal na te bouwen. Maurice wordt gezien als levende nautische encyclopedie en ongeëvenaarde vakman.


Consent voorjaar 2011 Nr. 271 - Maurice Kaak: een leven in dienst van het varend erfgoed

In november 2010 verscheen het boek van Maurice Kaak: "Vlaamse en Brabantse binnenschepen uit de 18e en 19e eeuw. Vergeten vaktaal en oude constructies". 300 bladzijden boordevol kennis over ons varend erfgoed: het resultaat van jaren archiefstudie en het uittekenen en nabouwen van wat hij vond. Voldoende redenen om iets meer te weten te komen over de auteur. Wij gingen met hem praten en kwamen met het volgende verhaal terug thuis.
Maurice Kaak is op 24 januari 1933 in Antwerpen geboren. Een Nederlandse grootvader zorgt voor zijn niet Vlaamse naam. Zijn schooltijd valt tussen 1939 en 1947, een hectische oorlogstijd met Jodenvervolging, vliegende bommen, schuilkelders en regelmatig onderbreking van de lessen op school, maar ook een tijd van euforie over de bevrijding. Hij is een goed leerling, maar tot ieders verbazing verkiest hij na het achtste leerjaar, op 14-jarige leeftijd, te gaan werken. "Bootjes trokken mij altijd al aan en ik wilde dan ook graag een baan in de houten scheepsbouw, zeer tot ongenoegen van mijn vader, die mij liever metaalbewerker zag worden, want die verdienen beter hun kost, zei hij. Mijn moeder was bevriend met de vrouw van Jules Poschet, op dat ogenblik meestergast op het scheepswerfje van Edgard Feyaerts in de Tweemontstraat te Merksem. Zij vroeg of haar echtgenoot zich over mij wilde ontfermen", vertelt Maurice.

pdf Consent voorjaar 2011 Nr. 271 - Maurice Kaak: een leven in dienst van het varend erfgoed

Artikelen in de Spiegel der Zeilvaart

In de Spiegel der Zeilvaart heeft Maurice Kaak, van beroep restaurateur van het Nationaal Scheepvaartmuseum in Antwerpen en in zijn vrije tijd gepassioneerd bezig met kleine vaartuigen, uitgebreide artikelen gepubliceerd over alle mogelijke schippersvletten, boten en sloepen. Het viel Kaak op dat er maar weinig informatie vastgelegd was over kleine boten als roeiboten, die altijd te vinden waren aan boord van grotere schepen. Hij begon met het verzamelen van gegevens en wat klein begon, groeide uit tot een omvangrijke documentatie. Gelukkig kon Kaak de drieste moed opbrengen om zeven jaar lang al zijn vrije tijd te besteden aan het verzamelen en vooral ook aan het nabouwen op schaal van al de onderzochte modellen.

Schippersvletten, boten en sloepen door Maurice Kaak


Maurice stopt in Baasrode in 2022

Maurice stopt in Baasrode – zijn ouderdom zit hier voor iets tussen – maar toch rijdt hij elke maandag naar de Clinge om met een modelbouwer Peter samen een Schokker te bouwen. Dit zegt hij is het laatste schip dat hij wil afwerken.
Marice Kaak wordt op 26 november 2022 gehuldigd bij de Provinciale Erfgoedsite Scheepswerven Baasrode, tegelijk met de boekvoorstelling van zijn boeken ‘De Bovenpleiten’ en ‘Binnenschepen & werkboten zoals ze waren. Bij deze voorstelling werd een persoonlijke videoboodschap gebracht door Minister Matthias Diependale en een aangrijpend eerbetoon van de Provincie Oost-Vlaanderen bij monde van gedeputeerde voor Erfgoed An Vervliet.

Maurice Kaak en Koen De Vriese, voorzitter van de School voor Scheepsmodelbouw in Baasrode
Maurice Kaak en Koen De Vriese, voorzitter van de School voor Scheepsmodelbouw in Baasrode

Een hulde aan Maurice Kaak - Autoriteit op vlak van historische scheepvaart

Spiegel der Zeilvaart februari 2023 nummer 1 - Eerbetoon aan Maurice Kaak

De Vlamingen haalden alles uit de kast voor een eerbetoon aan Maurice Kaak. Eind november werden zijn nieuwe boeken ten doop gehouden en ontving hij een oorkonde. Zijn naam is bepaald geen onbekende voor onze lezers, want ook in de Spiegel publiceerde hij veel artikelen.br /> In Scheepvaartmuseum Baasrode bracht Minister voor Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele hulde aan Maurice Kaak via een videoboodschap. Maurice Kaak is naast een bekend publicist ook een begenadigd modelbouwer en hij richtte in 2014 de School voor Scheepsmodel-bouw op in Baasrode. Hij bracht tevens zoveel mogelijk boten gedetailleerd in tekening. Zijn verdiensten en de bijdragen die hij leverde in het vastleggen en bewaren van het maritiem erfgoed in Vlaanderen en Nederland zijn groot. Daarna nam Koen De Vriese het woord als voorzitter van de School voor Scheepsmodelbouw. Hij besprak de levensloop van de inmiddels 90-jarige Maurice die als veertienjarige begon op een houten botenwerf in Merksem. Daar leerde hij houten schepen bouwen, maar vanwege de overgang naar ijzer ging de werf na zes jaar failliet. De jonge Maurice moest noodgedwongen schrijnwerker worden. Hij bleef zich echter verdiepen in de scheepsbouw en kwam in contact met Jules van Beylen, die toen nog conservator van het Scheepvaartmuseum in Antwerpen was. Jules liet hem een model van een kitsgetuigd jacht afmaken. Het was het model van het jacht waarmee het echtpaar Van de Wiele rond de wereld zeilde. Toen Maurice jaren later een door hem gebouwd model van een hoogaars te koop aanbood, hoorde Van Beylen dat en hij bekeek het model nauwkeurig en bood Maurice een baan in zijn museum aan, nadat hij als beste slaagde voor het examen van restaurateur van de historische scheepscollectie. We zijn dan aangekomen in 1972. Maurice bleef tot 1993 in het museum werken, tot hij op 6o-jarige leeftijd met pensioen ging.

pdf SdZ 2023 nr01 februari - Eerbetoon aan Maurice Kaak

1995: Methode van beschrijven en documentatie van kleine vaartuigen door Maurice Kaak

Op het 8ste symposion van de Glavimans Stichting in 1995 met als titel "Kleine houten vaartuigen" houdt Maurice Kaak een inleiding over de "Methode van beschrijven en documentatie van kleine vaartuigen".

Hij vertelt: "Toen ik voor het eerst kennis maakte met de museale kant van de klassieke scheepvaart, zoals zij zich presenteert in scheepsmodellen, oude boeken en archiefstukken, heb ik mij soms vreselijk geërgerd, omdat er over bepaalde vaartuigen zoals binnenschepen en werkboten zo weinig bekend bleek te zijn. Oude prenten en schilderijen staan soms rijkelijk gevuld met een grote verscheidenheid aan eigentijdse schepen, waarvan de grootste en de mooiste met enige kennis van zaken gemakkelijk te identificeren zijn. Als het om de kleinste op de afbeelding gaat, moet men zich meestal met een zeer algemene uitspraak tevreden stellen, in de zin van: dit is een binnenschip, daarginds ziet u vissersschepen en dat zijn onmiskenbaar roeiboten.
In geschriften is het net andersom. Daar duiken namen op waar niemand zich een voorstelling bij kan maken. Anderzijds beantwoorden bepaalde modellen niet altijd aan de geijkte normen, zodat niemand er een naam aan durft te geven. Dit is een gevolg van gebrek aan goede informatie. Ofwel deze is verloren gegaan, ofwel ze is er nooit geweest. Voor de binnenschepen en de werkboten geldt meestal het laatste. Visboten, boerenboten, schippersboten, veerboten en dies meer waren volgens de opvattingen van onze voorvaderen minderwaardige voorwerpen. Behoorde de boot niet tot de vloot van de marine, of was hij niet besteld door iemand van aanzien, dan besteedde niemand er enige aandacht aan.
Dat van sommige kleine boten uit de 19e eeuw nog iets bekend is, komt meestal door een gelukkige samenloop van omstandigheden. De huidige opvattingen over de waarde van kleine en klassieke vaartuigen staat daar haaks tegenover. Het is nog niet helemaal zoals het zou moeten. Nog al te veel is het bijeenbrengen van informatie het resultaat van alleen werkende individuen. Het zou beter kunnen.
Het feit dat ik mij vroeger zo heb geërgerd, is wellicht oorzaak geweest dat ik min of meer de goede richting heb ingeslagen, toen mijn belangstelling was gewekt voor de laatste verdwijnende werkboten. Mijn documentatie bestaat uit drie delen, en ik noem ze in volgorde van de waarde die ik eraan hecht. Ten eerste een uitgebreid plan, dan een beschrijving van alle wetenswaardigheden omtrent de boot en zijn geschiedenis en tenslotte een zo volledig mogelijke verzameling van fotografisch materiaal. Een meetkundige tekening is zo belangrijk, omdat ze door eenieder kan worden begrepen. Een tekst richt zich tot een beperkt publiek. Een tekening is universeel.

pdf Methode van beschrijven en documentatie van kleine vaartuigen - Maurice Kaak - Glavimans symposium 1995

Glavimans Stichting

De Glavimans Stichting stelt zich ten doel om dit scheepsarcheologisch onderzoek in Nederland te bevorderen. Een symposion, vernoemd naar Cornelis Jan Glavimans, werd voor de eerste keer in 1985 georganiseerd door de toenmalige Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. Daarna zijn er nog diverse symposions georganiseerd. De verslagen daarvan kunt u vinden op hun website.

Terug naar vorige pagina