Vaders Museale Schuitenhelling in Broek op Langedijk

Vaders Museumhelling in Broek op Langedijk is een bijzondere plek die zich richt op het behoud en de presentatie van cultureel, varend en industrieel erfgoed. De museumhelling richt zich op het behoud van traditionele schepen en maritiem erfgoed. Daarnaast speelt het een rol in het conserveren van industrieel erfgoed gerelateerd aan de scheepsbouw en scheepvaart. Het is een levend monument waar geschiedenis en ambacht samenkomen om de tradities van de scheepvaart levend te houden. De museumhelling speelt een cruciale rol in het behoud van het cultureel erfgoed van de regio Waterland, die een rijke geschiedenis heeft van scheepvaart en handel.
Nico Vader werkte eerder vijftien jaar op B.V. Scheepsbouwbedrijf Kuijper in Schoorldam (1970-1985). Ervaren in ontwerp, scheeps-machinebouw, laswerk en restauratie. De werf in Schoorldam, was in 1623 begonnen door PieterJanszoon aan het getijdestroompje de Rekere (nu het Noord-Hollands kanaal).

Vaders Museale Schuitenhelling naast de sluis
Vaders Museale Schuitenhelling naast de sluis

Collectie en Activiteiten

De historische scheepswerf geeft een compleet beeld van 400 jaar scheepsbouw in relatie met het naastgelegen vaarlandschap Oosterdel. Een levend openlucht museum!

  • Collectie: De collectie bestaat uit historische schepen en werktuigen die gebruikt werden in de scheepsbouw. Dit omvat onder andere houten en metalen schepen, alsmede de gereedschappen en machines die nodig waren voor hun bouw en onderhoud.
  • Restauratie: Een belangrijk aspect van Vaders Museumhelling is het restaureren en onderhouden van oude schepen. Bezoekers kunnen vaak zien hoe vakmensen traditionele technieken gebruiken om deze schepen in hun oorspronkelijke staat te herstellen.
  • Tentoonstellingen: Naast de schepen en gereedschappen worden er ook tentoonstellingen gehouden die de geschiedenis en de impact van de scheepvaart en scheepsbouw op de regio belichten.
  • Educatie en Workshops: Er worden ook educatieve programma's en workshops aangeboden voor zowel kinderen als volwassenen. Deze zijn gericht op het overdragen van kennis over de scheepvaartgeschiedenis en ambachtelijke vaardigheden.

Nico Vader (68), zijn leven lang scheepsbouwer in hart en nieren, wil zijn kennis van de scheepsbouw, het maken van tekeningen, het uitslaan, het bouwen, het restaureren en ook het werken met historische werktuigen overdragen op een volgende generatie. Dat gaat hij, samen met het Kenniscentrum Oud Nederlandse Vaartuigen, vanaf april doen met kleinschalige cursussen.
Nico Vader bouwde, in een periode van vijftien jaar, bij Jachtwerf Kuijper in Schoorldam aan het Noord-Hollands Kanaal, maar liefst 250 casco's van vooral S-spant zeiljachten, maar ook Gillissen vletten en andere casco's. Hij woonde op de werf tussen 1974-1985. Later als zelfstandig bouwer en ontwerper nog veel meer vaartuigen in allerlei soorten, zelfs baggermachines. Er varen nog heel wat Kustvaarders rond van zijn hand en naar ontwerp van Dick Koopmans sr. Het was daar in Schoorldam een historische plek, omdat er al in 1623 een schuitenmakershelling was aan het riviertje de Rekere, waar later het Noord-Hollands Kanaal is gegraven.

Het verhaal van de eigen schokker

Nico Vader vertelt:
Toen ik met toen nog mijn vriendin Janny, bij Kuijper op de werf kwam wonen, gaf Gert mij de gelegenheid om in de tuin voor onszelf een scheepje te bouwen. De onderdelen kon ik dan in de loods voorbereiden. Tegen de verwachting van Gert ging mijn voorkeur naar een traditioneel model, de Vollenhovense Bol van Kooijman en Vries. (hij verwachte eerder een Kustvaarder van Dick Koopmans). Maar omdat ik ook op zee wilde varen en met harde wind werd me de Vollenhovense Bol sterk afgeraden. Een schokker was beter zeewaardig zo werd me op het hart gedrukt. Aad de Lange bood aan om voor het lijnenplan zorgen. Omdat dit lijnenplan veel op een (grote) zeepunter leek werd het in eerste instantie ook zo genoemd. Feitelijk is het een mix dat aangepast werd in mijn ogen. Rond 1979 ging ik met 6 man naar Engeland vanaf Den Helder. Onderweg draaide de wind naar zuidwest en trok aan tot 6-7. De hele bemanning werd doodziek, behalve mijn zwager Peter (een bollenboer die met een shagje in zijn mond net een stuurautomaat leek. Als ik zei, je moet 34 graden sturen dan week hij geen moment). Ik had het druk met het schip, de zieke bemanning, de navigatie en de opdrijvende zwaarden. Maar na 24 uur opkruisen (en veel verlijeren) kwamen we veilig aan in Lowestoft.

In overleg met Pierre Jongebloed van De Vries in Lemmer, die het gaffeltuig gemaakt had, werd het grootzeil vermaakt tot torentuig (ooit het tuig van zeepunters en schokkers). Ook is er een kleine kiel (Naca-profiel) onder het schip gelast, vol gegoten met lood, waardoor het schip onkenterbaar werd. Gevolg was dat het scheepje veel hoger aan de wind zeilde, zonder bakstagen maar met veilige achterstag. Vaak gingen we scherpe jachten aan de hoge kant voorbij. (dan moest er wel wind genoeg zijn). Zo hebben we jaren gevaren, met soms windkracht 8-9 als ik met mijn broer in het najaar de zee en wadden opging om uit te waaien. Ik had een extra sterk stormfokje en stormgrootzeiltje laten maken voor dit werk. De zwaarden waren feitelijk niet meer nodig. Mijn broer John, die sinds 2000 met het schip vaart, heeft de zwaarden meestal thuis liggen. 

In 1982 heb ik de schokker 'Octavus' gebouwd op de werf van Kuijper.

Tekening van de schokker
Tekening van de schokker
't Kofschip met de schokker op de achtergrond
't Kofschip met de schokker op de achtergrond

Vaders Museale Schuitenhelling in Broek op Langedijk

In 1985 verhuisde Nico met vrouw, zoon en dochter naar Broek op Langedijk, naar de Sluiskade naast de sluis naar het "Rijk der duizend eilanden". Tot de jaren zeventig van de vorige eeuw waren er rond Broek op Langedijk in de polder Geestmerambacht, nog 12.700 eilandjes. Om de boeren efficiënter te kunnen laten werken, werd een enorme ruilverkaveling op poten gezet. Veel sloten werden gedempt met zand dat uit het huidige Zomerdel, de grote recreatieplas ten westen van Broek op Langedijk, werd gezogen. Nu is er nog een veel kleiner, oorspronkelijk, gebied met ongeveer tweehonderd eilandjes waar veel met bootjes wordt gevaren. Er schutten jaarlijks meer dan drieduizend boten door de sluis naast het huis en de werf van Nico.



't Kofschip

In 1999 liep Nico Vader tegen de oudste Langedijker-Kof (anno 1893) aan die nog bestaat en nadat ze deze hadden gerestaureerd varen ze daar zelf mee. 
Van de geschiedenis van de kof is een documentaire gemaakt (hieronder het levensverhaal van de Kof op YouTube en te lezen in de PDF 't Kofschip levensverhaal).

Video: het unieke levensverhaal van de Langedijker Koftjalk,`t Kofschip



pdf 't Kofschip levensverhaal

pdf De Langedijker Koftjalk - Het Peperhuis jaarboek 2014 pag 78-85

Kennis Centrum Oud Nederlandse Vaartuigen (KCONV)

Vader is in Broek op Langedijk bekend van Stichting Langedijk Waterrijk en van de Schuitenhelling, een museum over zijn leven als scheepsbouwer. De werf ligt naast de sluis naar het Oosterdelgebied. In een goed beveiligde ruimte achter het gebouw van Stichting Veldzorg bewaart hij vele harde schijven met gigabytes aan data. Dit alles om het Kennis Centrum Oud Nederlandse Vaartuigen een steeds steviger fundament en meer inhoud te geven en de kennis te delen met anderen.
Het KCONV bestaat uit een groot netwerk van bewezen deskundigheid. Deskundigen zijn mensen met een bepaalde specialisatie/passie, afkomstig uit o.a. musea, archieven, monumentenzorg, historische verenigingen, onderzoekinstituten, het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen. Door deze mensen, stuk voor stuk idealisten, met elkaar te verbinden is ongelofelijk veel kennis bereikbaar geworden. Niet alleen theoretisch, maar vooral ook praktisch.
Wim de Bruijn heeft daarover in 2022 in de Spiegel der Zeilvaart een artikel geschreven.

pdf SdZ 2022 nr03 april - Nico Vader (Vaders Museale Schuitenheling) draagt zijn kennis over

Unieke houten schouw: Drijfsijs

De collectie van de Museale Schuitenhelling is uitgebreid met de 'Drijfsijs', een schouw uit de jaren ’60 van Werf Joh. Van der Meulen. Destijds gebouwd in Joure, later is de werf verhuisd naar Sneek. In het werf-jubileumboek ‘De Houttovenaars’ is de Drijfsijs afgebeeld.
Henk Morel schrijft in juni 2024:
Publicatie in Scheepspost heeft geholpen: direct de ochtend erop kwam reactie van Nico Vader, de animator van de schuitenhelling. Normaal verwerkt men ijzer, nu is een houtproject zeer gewenst, het scheepje gaat een educatie en kunstzinnig doel dienen, met name voor jeugd; gericht ook op de ‘Koolsail’ volgend jaar. Ook de trailer eronder blijkt monumentaal; degelijk Engels fabrikaat, model voor latere trailers. Kortom, een bijzonder ensemble ging over de weg, is in Langedijk op een ponton naar ’t bezoekerseiland gevaren. Men is er aldaar, met name Nico Vader, erg blij mee. En van de weeromstuit wij ook. Blij dat dit zo leuk en zinnig terecht is gekomen! En dat een mooi ambachtelijk product een goed doel krijgt en niet de kachel in hoeft.

Terug naar vorige pagina