Werfbeurt voor het zilverwerk van de WH de Vosprijs

Spiegel der Zeilvaart april 2018 nummer 3
Na een aantal jaren is ieder schip aan een grote beurt toe. Zo ook de Lemmeraak 'De Onrust'. Alleen betreft het hier een kleinood van zilver. Het zilveren scheepje staat beter bekend als de W.H. de Vosprijs van het Stamboek en belandde na ruim zes decennia bij de zilversmid.
Jan Paul Loeff schrijft:
De W.H. de Vosprijs is een wisselprijs die ieder jaar door de SSRP wordt uitgereikt aan iemand die zich verdienstelijk heeft gemaakt voor het Ronde en Platbodemjacht. Vorig jaar viel mij die eer te beurt en ik heb het model in de glazenkast gezet waarin mijn vader hem in 1963 ook had staan. Hij was er toen trots op en ik ben dat afgelopen jaar ook geweest. 'Trots als een aap met twee staarten' zou hij zeggen. Maar in de loop der jaren is het model wel aan slijtage onderhevig geweest. Wat meteen opviel was de verbogen kluiverboom; zo'n kromme kluiverboom is natuurlijk geen gezicht bij een model onder vol tuig. Zeker niet omdat het model sinds 1959 het symbool is van zorg voor onze Stamboekschepen.
Direct nadat ik de zilveren Onrust overhandigd had gekregen had ik mij voorgenomen er wat aan te gaan doen. Nu is een goede vriend van me kundig edelsmid in Noordgouwe.

Poetsen
Dus Pim de Graaf gebeld en bij hem op de werkbank eens goed gekeken naar het model. Niet alleen die kluiverboom was gemaltraiteerd. Als je het van dichtbij bekeek was er ook aan de finish wel wat te doen. Vlekken van - vermoedelijk - wijn, veel resten van krijt uit de zilverpoets en "rouwranden" rond de opbouw waar je bij het poetsen niet bij kan komen. De tuigage had ook te lijden gehad. De fok zat aan de kluiverboom vast in plaats van dé steven, een voorstag ontbrak en de leuvers van de fok hingen er maar zo'n beetje bij. Het waterstag was weg, de boegstagen hingen los en het net ertussen zat ook niet vast. De grootschoot was een rafelig eindje rond de giek. De kraanlijn was blijkbaar ooit gebroken en ingekort waardoor de schoothoek van het grootzeil onder de giek uitkwam... Hoog tijd voor een werfbeurt! Als eerste schroefde Pim de sokkel van het model om de zilveren delen in een bak met poetsmiddel te dompelen. Ik was bang dat het dan erg glim/glim zou worden, maar de afwerking van het model is zo goed dat het er alleen maar mooier van werd.

Waar komt die schade toch vandaan?
Wat er met de grootschoot gebeurd is kunnen we niet terughalen, maar het lijkt werkelijk nergens naar. De schoot wordt uitgebeeld door een enkele draad. Hier hebben we wel even over gepiekerd want een twee- of drieschijfstalie van de schoot maken zou in iets truttigs resulteren. Op deze schaal kun je niet ieder detail precies weergeven. We kiezen voor een enkele talie met aan beide zijden een blok waardoor de schoot op de juiste plek zit en tenminste lijkt op de schoot zoals hij hoort. Het voorste blokje aan de giek verwijderd en als onderblok op de overloop gezet. Geen hakblok maar een gewoon blok want anders werd dat ook weer te priegelig. Voor we dit deden moest eerst die kraanlijn vervangen worden die ooit was afgebroken en om de giek gewikkeld waardoor de schoothoek van het grootzeil onder de giek eindigde...
Hoe al deze schade ontstond is natuurlijk niet te achterhalen. Ik wil het samenvatten met laten "stoffen en poetsen" door goedbedoelende mensen. Ik ben er redelijk zeker van dat 'Zilverfabriek Hooijkaas' uit Schoonhoven het model oorspronkelijk juist getuigd zal hebben. Ze stonden daarom bekend, dus het zal wel geklopt hebben. (Ik ben bevooroordeeld want het is familie van me. Mijn grootmoeder heette Sophie Loeff-Hooijkaas). Alles bij elkaar is na zestig jaar de Onrust weer "vaarklaar". Ze kan, als W.H. de Vosprijs, weer een paar generaties liefhebbers stimuleren om alles te doen wat goed is voor het Ronde en Platbodemjacht.

Voorzeilen
Na een grondige inspectie bleken kluiverval en -stag ook als bakboordwanten te dienen. Aan stuurboord was nog één want aanwezig dat eigenlijk ook ergens anders voor diende. De vier oogjes voor het want op de hommer waren allemaal of dichtgedrukt of gebroken. Die moesten dus vervangen worden. Dat was het begin van een veel grotere klus dan we gedacht hadden.
Na de kluiverboom gemonteerd te hebben moest de kluiver correct geplaatst worden. Bedenk dat een zilveren zeil zich niet aan de stand van de rondhouten aanpast. Het is stijf en dus moet je de rondhouten en zeilen aan elkaar aanpassen. Voor boegstagen met net gold hetzelfde. Zoals gezegd ontbrak een voorstag. Pim wurmde met een pincet een nieuw getwijnde zilverdraad door de leuvers van de fok en voorstag en fokkeval zijn op de correcte plek op de mast gemonteerd terwijl het fokkeval naar de lier geleid is.
Ook zette Pim weer een fokkeschoot aan de overloop. Na de voorzeilen is het de beurt aan de verstaging. Aan beide zijden is het want op geïmproviseerde manier uitgebeeld. Er zijn uiteinden van vallen voor gebruikt die toch echt op de twee lieren aan de mastvoet thuishoren. En op de hommer zit door ogen voor het want een draad die juist wel op de lieren uitkomt. Kortom, het is een zootje. De vallen hebben we naar de heren geleid en de wanten bestaan nu uit een draad die van onder via de hommer in de mast weer naar het potdeksel geleid is waardoor er een dubbel want ontstaat. Alle splitsen zijn tijdens de restauratie voorzichtig vast gesoldeerd met een zilverlegering.
SdZ 2018 nr03 april - Werfbeurt voor zilverwerk WH de Vosprijs

Reactie van Alexander de Vos, ook winnar van de W.H. de Vosprijs
Leuk om in de Spiegel te lezen dat de W.H. de Vos prijs is gerestaureerd. Toen ik het model een jaar thuis had staan kriebelde het ook al om de verbogen kluiverboom en het want op orde te maken.
Ten aanzien van de door Jean Paul Loeff beschreven restauratie een opmerking. Tijdens de Winterbijeenkomst van de SSRP in Rotterdam gebruikte Frits Loomeijer twee foto’s van de 'Onrust'. Ik heb hem gevraagd of hij deze foto’s kon mailen t.b.v. de huidige eigenaar van de Onrust, Tietse van Dorp.


Frits mailde een aantal foto’s. Op deze foto’s was te zien dat toen Dhr Spits de 'Onrust' kocht deze voorzien was van een enkele staaldraad grootschoot op een lier. Later is deze schootvoering veranderd in een touw schoot met hakblok op de overloop. De enkele schoot en twee enkelschijfsblokken aan de giek van het zilveren model waren dus wel correct. Nu heeft de schootvoering van het model dus dezelfde aanpassing ondergaan als de schootvoering van het echte schip in de periode Spits. Erg? Ik denk het niet, maar wel leuk om het vast te leggen.



Reactie van Elisabeth Spits, oud-conservator van het Scheepvaartmuseum Amsterdam
Mooie foto's, zie ook het boekje van 'De Onrust'.
Is het erg dat het model,is aangepast? Nou erg niet, maar als conservator had ik het niet goedgekeurd. Een restaurator hoort dat m.i. niet te doen. Het model geeft immers de situatie anno 1957/8 weer en niet van nu. De giek is ergens in de loop vd jaren 70 een stukje ingekort om de loefgierigheid te verminderen. Niet zo zichtbaar en dus onbekend en dus nu ook niet aangepast. Kortom, niet erg, als de bom valt dat is pas erg, maar wat mij betreft wordt de schoot toch weer in de originele situatie hersteld. Maar goed, ik heb er niets over te zeggen. Ik neem aan dat de SSRP als eigenaar het heeft goedgekeurd.
Op de bovenste foto is de man rechts, Rienk Rienksma, visserman. Op de 2e foto staan vrienden van mijn ouders. De man met de hoed is Andries Vleer ook een Lemster visserman, naast mijn vader staat een oom van mijn moeder, nl Hendrik de Blauw (met pet). De onderste foto spreekt voor zich: de twee Frederikken konden het goed met elkaar vinden.
Reactie van Tietse van Dorp
Het ziet er op de foto’s weer erg mooi uit. Voor zover op foto’s te zien ook niet meer opgepoetst dan nodig gelukkig. Toen we hem enige tijd op de werf bij Alexander hebben kunnen bewonderen, was nog even de gedachte dat mijn dochter (toen net op Schoonhoven begonnen) het zou gaan doen. Die zag het nog niet zitten. Gelukkig is het nu toch gerestaureerd. Het model was in deplorabele staat. Ik zal het artikel aan onze Sophie geven. Dat vind ze zeker heel leuk zeker in combinatie met deze mailwisseling. Overigens: Parallel aan de aanpak van schootvoering hadden ze ook nog patrijspoorten kunnen aanbrengen. Gelukkig niet dus. De wantspanners zie ik ook niet.
Commentaar en verantwoording van Jan Paul Loeff
Dank jullie voor de vriendelijke woorden. Aangaande de schootvoering ben ik het met mevrouw Spits volledig eens. Op het moment dat Pim en ik aan de restauratie bezig waren had ik van de Onrust maar één foto, die in de monografie van het Stamboek van Theo Huitema (het boek over de Onrust heb ik niet) Daar is de schoot al een talie op een overloop (zag ik overigens later pas). Bij de bijeenkomst van het Stamboek in Rotterdam zag ik op de foto's van Frits dat de schoot inderdaad via twee blokken aan de giek zat. Hij heeft me later uitgelegd dat die schoot met een lier in de kuip bediend werd (en dat het een kreng van een constructie was). Ja...had ik dat geweten dan hadden we het zo gerestaureerd. Ik ben uitgegaan van de kennis die ik had (laten we maar zeggen 'best practice' op een platbodem). Het is overigens zo weer terug te draaien als de SSRP daarvoor zou kiezen. Klusje van niets.
We hebben verder zo min mogelijk veranderd. Alleen de tuigage weer 'zeilvaardig' en logisch gemaakt. Het probleem is met een model op die schaal dat je zaken moet weglaten om het niet te 'truttig' te maken. Wandspanners en patrijspoorten hebben we niet aan gedacht en zo ja, dan hadden we het zeker niet gedaan. Die ingekorte giek heb ik ook niet gezien en dat was ook niet aan te passen geweest omdat je dan het zeil ook moet verkleinen.
Het model is niet gepoetst maar in een middel gedompeld. Daardoor is gelukkig erg mooi geworden mede door de matte afwerking van Hooykaas.
Tot zover mijn commentaar en verantwoording voor vooral die schootvoering. Niet goed, maar gelukkig ook zo weer terug te draaien. Als ik de oude schootvoering had gekend, had ik het op die manier gerestaureerd maar ik had geen idee wat die twee rare blokken op de giek waren. Daar kwam ik in Rotterdam dus pas achter.
Aanvullende reactie van Thedo Fruithof
Met belangstelling heb ik het artikel gelezen over de zilveren 'De Onrust' in de laatste Spiegel. Wat leuk dat Jan Paul Loeff dit prachtige model weer heeft laten restaureren en het heeft gedocumenteerd.
Het lijkt me goed om nog iets te vertellen over de opberg- of showkist, welke er ooit voor is gemaakt. Ik kreeg als schooljongen ooit de prijs (1966) vanwege mijn interesse in Varend Erfgoed – een begrip dat toen nog niet was uitgevonden, maar gewoon Ronde en Platbodemjachten heette – en vanwege de restauratie van de tjotter 'Dieuwertje'. Wellicht ook vanwege mijn bijdrage aan diverse reünies en de Jongerenafdeling van de SSRP.
Het model stond bij ons/mijn ouders in de huiskamer op een kast. Op een dag kwam een leraar Frans van Nijenrode in Breukelen bij ons langs en hij bood aan een kastje te maken om het model veilig te kunnen transporteren en ook eventueel in te tonen. De heer Noiret heeft het kastje gemaakt en op typisch Franse manier met ingelegd hout afgewerkt. Echt mooi heb ik het nooit gevonden, maar wel praktisch en een gegeven paard….
Of in mijn tijd er al onvolkomenheden waren aan de tuigage dat kan ik me niet herinneren. Ik weet wel dat de grootschoot altijd al niet zo goed of los zat. Gelukkig heb ik nooit meegemaakt dat ze is gevallen en het zilver heb ik vast nooit durven poetsen.
Indertijd is er een prachtige glasplaat negatief gemaakt door een vakfotograaf in Utrecht. Die hoop ik nog eens te vinden en zou ik graag bij het model willen verbinden. Daarover later. Ook heb ik een ingelijste afdruk nog ergens. Bij het ordenen van al mijn verzamelde boeken, papieren en anderszins hoop dat weer tegen te komen. Zelfs een archief van mijn tijd als secretaris van de Jongeren afdeling zou ik nog ergens moeten hebben.
