2021-03: De schouw, een scheepje in vele gedaantes

Spiegel der Zeilvaart april 2021 nummer 3

Rond 1900 werden in Friesland al open schouwen gebouwd voorzien van een kajuit. Pieter Hartog in Buiksloot specialiseerde zich in de kajuitschouw en bouwde er tussen 1910 en 1953 tientallen. Later werden Van der Meulen en Brandsma in Friesland "beroemd" om hun schouwen in diverse lengtes variërend tussen de 3,50 en 9 meter. Het bijzondere aan al deze schouwen is dat ze specifieke kenmerken hebben, waarin de hand van de bouwer duidelijk herkenbaar is.Tussen 1895 en 1920 ging het ronduit slecht met de visserij in de Zuiderzee. Maar een wagenmaker in Lemmer met de naam Wierda, begon een schouw te bouwen met dezelfde zeewaardigheid als een kleine aak, alleen voor de helft van de prijs. Dit moet voor de vissers en zeker de werfeigenaren een grote verrassing zijn geweest. Zijn eerste zeeschouwen werden gebouwd van vurenhout op eiken spanten, later volledig van eikenhout. Al spoedig werd de schouw gebouwd in ijzer/staal en populair onder de vissers op de Zuiderzee. Een aantal van deze oude vissersschepen zijn nu in particuliere handen en na de oprichting van de SSRP zijn er honderden zeeschouwen in diverse lengtes op vele, soms gespecialiseerde werven gebouwd op basis van eigen tekeningen of ontwerpen van zelfstandige ontwerpers.

Houten open schouwen

Maar schouwen zijn er natuurlijk al veel langer. In de middeleeuwen komen we de naam schouw al tegen, al betekent dit niet dat de toen vermelde `scoude' er precies uitzag als het scheepstype dat we nu kennen. In de studie van Gerrit Schutten naar de verdwenen kleine houten beroepsschepen van de Lage Landen, worden vele typen schouwen genoemd. Vele daarvan hebben nooit gezeild. In Friesland lag dat anders en kende men de zeilschouwen. Schutten:.... De schouw heeft, evenals het jacht en de tjotter, zetboorden op de boorden om overkomend water te keren. Grote schouwen zijn soms meer dan acht meter lang, de kleine gaan tot 4,00 m. Zij voeren fok en grootzeil, de kleinste soms een handig sprietzeiltje; op zeilwedstrijden is het gebruikelijk het schip te ballasten en het zeiloppervlak te verdubbelen ... Het bijzondere aan de schouw was dat veel eigenaren na gedane arbeid er in hun vrije tijd uitbundig mee ten strijde trokken.
Een prachtig voorbeeld daarvan was de Gysbert Japicx, gebouwd door Eeltje Holtrop van der Zee, die rond 1890 bijna onverslaanbaar was op de wedstrijdbanen. Bekende bouwers in Friesland waren de Gebr. Drijver in Leeuwarden en Postma van de bekende Pôlle-schouwen in Grouw.

Ansicht Schouw 1921 Loosdrecht (coll Gerard ten Cate)
Ansicht Schouw 1921 Loosdrecht (coll Gerard ten Cate)

Grenenhout

Tegenwoordig zijn we geneigd te denken dat houten schouwen van eikenhout gebouwd horen te zijn, maar zeker bij de wedstrijdschouwen uit het begin van de twintigste eeuw was dat lang niet altijd zo. Vaak waren ze van het lichtere grenenhout gebouwd. Later werden er ook ijzeren schouwen gebouwd. De kleine schouwen zeilden met een spriettuig, de grotere met gaffeltuig. Rond 1930 ontstond er in Grouw een eenheidsklasse, de GWS-schouw. Deze schouw moet gebouwd zijn van staal, met houten boeisel en voorzien zijn van zijzwaarden.

Zeeverkennersschouw in Stamboek

Eind vorig jaar meldde Zeeverkennersgroep "De Spaarnegeuzen" uit Heemstede hun 'Van der Heijden' aan voor opname in het Stamboek. Deze Lelieschouw is ingeschreven en ook opgenomen als Varend Monument® in het Register Varend Erfgoed Nederland. Na de Tweede Wereldoorlog stond het Watersportverbond voor de keuze van een moderne jeugdboot. De Zeeverkenners daarentegen kozen in 1949 voor een traditionele eenheidsboot: de Friese schouw. De werf van Nicolaas de Vries in Sneek was bereid tien schouwen te maken voor een zeer schappelijke prijs, gebouwd van Iroko. Voor meer boten was geen geld. Bij deze tien houten schouwen is het uiteindelijk ook gebleven, de opvolgers waren stalen schouwen gebouwd in IJmuiden. Van het tiental zijn er volgens onze gegevens nog drie in de vaart, gekoesterd door de scouting-eigenaren. In het Stamboek zijn verder zo'n zevenhonderd zee-, kajuit- en open schouwen opgenomen. Daarvan zijn er nog een kwart "actief". (Zie SdZ 1993.3 en 2009.6) Opvallend is dat de "actieve" inschrijving van de kleinere schouwen nogal terugloopt; het lijkt wel of de eerlijke, open, goed zeilende houten zeilboot uit de gratie is. Is zelfs het weinige onderhoud aan deze scheepjes al te veel gevraagd? Gelukkig wordt er sporadisch nog wel een schouw gebouwd. Peter Schouten in Kortenhoef heeft in 2019 nog een schouw met sprietzeil afgeleverd (SdZ 2019, nummers 2 en 8), waarvan hij zelf zegt dat je met zo'n scheepje met een paar uur jaarlijks onderhoud, vele jaren plezier kan hebben!

pdf SdZ 2021 nr03 april - Stamboek: De schouw, een scheepje in vele gedaantes

Jan Eissens, Stamboekbeheerder
stamboek@ssrp.nl

Terug naar vorige pagina