Onmogelijk behoud
28-11-2024

Het hoort bij het menselijk bestaan om de natuur te veranderen in cultuur, om een bestaan op te bouwen (colere, cultuur) en te willen behouden. Door de eeuwen heen hebben mensen hun mooiste bouwwerken ‘op land, ter zee en in de lucht’ willen doorgeven aan volgende generaties. Die bouwden daarop voort, wat leidde tot vooruitgang op maatschappelijk en cultureel gebied. Vooral in de westerse wereld geraakte deze ontwikkeling in een stroomversnelling, waardoor fraaie cultuur uit het verleden plotseling als ouderwets en achterhaald kon overkomen. De moderne mens kijkt vooral vooruit. Hij leeft in het heden en kijkt naar de toekomst. Dat verleden is ‘Schnee von gestern’, dat is voorbij. Dat is niet een vruchtbaar uitgangspunt voor cultuurbehoud en dus voor organisaties als de SSRP die streven naar het behoud van maritiem erfgoed van Nederland. De normaal geworden maatschappelijke- en culturele dynamiek is natuurlijk ook contrair aan het willen behouden van wat eens was. Op z’n minst heeft behoud van erfgoed een paradoxaal karakter. De ontwikkelingen gaan door, wat we willen behouden kan niet blijven wat het was.

Behoud van wat gezien wordt als waardevol heeft ook te maken met psychologie. We willen vooral behouden wat ons na staat. Waar we een beeld van hebben, ervaring mee hebben en de overblijfselen van zien. Willen we ook de feodale wereld uit de middeleeuwen bewaren? Nee, die wereld is voorbij. Te ver weg. Mensen kijken bij ‘vroeger’ meestal naar de tijd van hun grootouders, naar ongeveer honderd jaar of minder in het verleden. Wat uit het verleden emotionele waarde heeft, schuift dus op met de jaren. Mijn grootouders werden eind 1800 geboren. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog werden mijn ouders geboren. De periode voor de Tweede Wereldoorlog staat voor mij emotioneel dichterbij dan voor mijn kleinkinderen. Die vinden de Tweede Wereldoorlog al onvoorstelbaar ver in het verleden. In nostalgische terugblikken verschijnen er nu fotoboeken over de jaren vijftig en zestig en zelfs de zeventiger jaren worden interessant als beeld hoe het ‘vroeger’ was. Zelf zie ik dat niet als verleden, maar als een deel van mijn leven. De vraag in dit verhaaltje is vervolgens wat mensen die nu leven van de culturele erfenis op scheepvaartgebied of beperkter m.b.t. ronde en platbodemjachten willen behouden. Wat vinden zij de moeite en kosten waard? En wat betekent ‘behouden’ voor hun. Moet een schip blijven zoals het voor 1950 was of mag het meegroeien met de ontwikkelingen in de watersport die nu eenmaal plaatsvinden? De wereld staat immers niet stil. Vaarwater verandert, mensen veranderen, technische hulpmiddelen aan boord veranderen. Wat verandert er eigenlijk niet? Zelfs het klimaat lijkt te veranderen. Wat willen we dan behouden als we een rond- of platbodemschip mooi vinden?


Het model van een fraai houten beurtscheepje is hiermee behouden gebleven, maar zonder de oorspronkelijke functie is haar ziel verloren gegaan.
Wat mensen op enig moment willen behouden aan overgeleverde cultuurproducten blijkt altijd heel selectief te zijn. Ellende willen we niet behouden. Schippers en vissers uit de zeilvaart op binnenwater en Zuiderzee hebben weinig neiging gehad om in de periode dat zij voeren aan het oude vast te houden als het nieuwe bereikbaar was en zichtbaar beter voldeed. De binnenvaart ging rond 1900 massaal over van houten schepen naar staalijzeren schepen die ruimer waren en minder onderhoud vereisten. Toen er middeldruk dieselmotoren voor schepen beschikbaar kwamen, verdrongen die de zeilen. Veranderingen gaan snel als die ervaren worden als verbeteringen. Alleen hobbyisten houden zich nog met het behoud van de enorme scheepsdiesels bezig. Geen varensman zal er over peinzen zo’n monster in zijn schip te laten plaatsen.

Ook zijn er klassieke schepen die voor romantici weliswaar een fantastisch beeld opleveren om bij weg te dromen, maar voor de eigenaar een nachtmerrie zijn geworden. Ooit aangeschaft om er wat moois mee te beleven, maar daarna een bezit dat de financiële draagkracht van de eigenaar te boven ging. Wat te doen met zo’n ‘maritiem erfstuk’? Soms is het mogelijk een stichting op te richten die het eigendom van de geplaagde bootliefhebber voor een symbolisch bedrag overneemt en zich daarna inspant om met hulp van sponsoren een overlevingsplan uit te voeren. Maar ook dat lukt lang niet altijd. Dan kan je, net zoals in het verleden met Zuiderzeebotters gebeurde, het schip ‘ergens’ aan de grond zetten en het achterlaten, in de hoop dat de natuur zijn werk doet. Tot stof moet het terugkeren. Maar dat duurt. In onze tijd achterhaalt de overheid je en moet het wrak op jouw kosten verwijderd worden.


Studenten hebben het schip voor een appel en een ei overgenomen en zijn ermee naar Stavoren komen zeilen. De botter is als het ware opnieuw bezield geraakt. Wellicht is ze zelfs gerestaureerd of vergaan natuurlijk. (Foto: van dia, DH)
De betekenis van cultureel erfgoed en zeker van maritiem erfgoed is natuurlijk niet door de jaren heen dezelfde. Het denken van mensen verandert, de wereld verandert door menselijke activiteiten en daarmee verandert ook de betekenis van het cultureel erfgoed. Van het legendarische houten beurtscheepje de AEbelina is voor het skûtsje museum in Eernewoude een replica gebouwd. Een prachtig scheepje, daar niet van, maar wat is de betekenis ervan voor ons? Het scheepje ligt aan de kade en regelmatig wordt er ook mee gevaren. Het zeilt bovendien verrassend goed, veel gemakkelijker dan een skûtsje om eens een vergelijkbaar schip te noemen. Maar het is geen beurtschip meer. De tijd van de zeilende beurtschepen is voorbij en daarmee de betekenis die een dergelijk scheepje maatschappelijk, economisch en cultureel had. Voor ons is het een scheepje-met-een-verhaal. Een verhaal over het verleden. We gebruiken het scheepje als plezierschip, heel anders dan in het verleden, en daarmee heeft het als maritiem erfgoed een betekenis gekregen die onvergelijkbaar is met wat het was in het verleden. Wat behouden we dan? Niet de cultuur van vroeger, maar een scheepje-met-een-verhaal dat eigenlijk nauwelijks meer navolgbaar is.
