Valse romantiek?

22-09-2025

Maritieme festiviteiten waar grote dwarsgetuigde zeilschepen van de voormalige grote vaart bijeen komen, mogen (gelukkig) rekenen op grote publieke belangstelling. Sail Amsterdam valt daarbij op door de geweldige vloot scheepjes, traditionele platbodems en moderne jachten en sloepen, die de ‘windjammers’ van weleer begeleiden naar hun ligplaatsen aan het IJ. De duizenden mensen op de kant vergapen zich vooral aan de indrukwekkende vloot van dwarsgetuigde schepen, die een sfeer oproepen van avontuurlijke zeereizen en romantiek. Dat is allemaal prima en moet je vooral in stand houden, want deze schepen hebben  publieke bewondering nodig om te blijven bestaan. Historisch gezien is er echter geen reden het leven en werk aan boord van dit soort schepen te verheerlijken. Zoals dat in de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw aan boord werd georganiseerd, zou met de huidige wetgeving over arbeidsomstandigheden per direct verboden worden.

Amsterdam Sail 2015
Amsterdam Sail 2015
Werk aan het tuig op de Herzogin Cecilie in 1932, ruim 30 meter ongezekerd boven zee. Foto: W.L. Leclercq.
Werk aan het tuig op de Herzogin Cecilie in 1932, ruim 30 meter ongezekerd boven zee. Foto: W.L. Leclercq.
Het volschip “Passaat’ dat na de oorlog als zeilend schoolschip diende en in 1957 met een lading graan terugkeerde vanuit Zuid-Amerika. Het verging in een orkaan, mede door verschuivende lading, waarbij 80 zeelieden omkwamen.
Het volschip “Passaat’ dat na de oorlog als zeilend schoolschip diende en in 1957 met een lading graan terugkeerde vanuit Zuid-Amerika. Het verging in een orkaan, mede door verschuivende lading, waarbij 80 zeelieden omkwamen.
West Terschelling, 2023. Op ‘De Wylde Swan’, een brigantijn van 65 meter lang, gaat een professionele bemanning goed gezekerd de mast in. (Foto: DH)
West Terschelling, 2023. Op ‘De Wylde Swan’, een brigantijn van 65 meter lang, gaat een professionele bemanning goed gezekerd de mast in. (Foto: DH)

In het boek ‘Mijn jaren voor de mast’ (2002) beschrijft Eric Newby over zijn ervaringen als jongeman die in 1938 inzag dat hij minder geschikt was voor een kantoorbaan en daarom vrij impulsief solliciteerde naar een plek als leerling op een van de zeilschepen van de Finse reder Gustav Erikson. Varen over de zeeën leek hem geweldig. Hij mocht aanmonsteren bij de Moshulu, een viermastbark van bijna 100 meter lang, die als een van de laatste volschepen vlak voor de oorlog een graanreis maakte naar Australië en terug via Kaap Hoorn. Newby komt in Belfast aan boord, in zijn beste kleren, en moest van de tweede stuurman direct maar even het want in om te ervaren hoe dat is. Hij mocht z’n nette tweed jasje nog uitdoen, maar moest vooral opschieten, zodat hij geen tijd kreeg om zijn gladde schoenen te verwisselen voor steviger exemplaren. Hij wilde langs de walkant omhoog, de 60 meter hoge mast leek hem wel de Mount Everest, maar de stuurman riep hem terug. Naar de andere kant, je kunt beter in het water vallen dan op de kade. Met zijn gladde schoentjes glibberde hij over de weeflijnen en de paarden. De stuurman stond op dek te schreeuwen dat hij hoger moest tot op de kloot bovenop de bovenbramsteng, 60 meter boven water. Op de weg naar beneden moest hij aan de loefzijde naar het einde van iedere ra en weer terug naar de mast. Toen hij eindelijk terug aan dek was, kreeg hij een uitbrander omdat hij z’n gladde schoentjes had uitgetrokken. Die hadden wel op iemands hoofd kunnen vallen en een ongeluk kunnen veroorzaken. Zijn mooie flanellen zomerbroek zat onder het smeer door het vet van de steng waarlangs de topbramra werd gehesen. Daarna liet de tweede stuurman hem de latrines schoonmaken, wat nog veel erger was dan op volle zee het want in klimmen. Hij overleefde deze introductie en zette door. Het bleek ongelofelijk zwaar, maar ook buitengewoon boeiend, wat hij vastlegde met zijn moderne fotocamera die hij mee had genomen. Maar was dit nou romantiek? Natuurlijk niet. Dit was zwaar werk onder vaak moeilijke omstandigheden op oceanen die mooi, maar ook gevaarlijk konden zijn. Newby maakte wat mee, wat hij werkend op kantoor nooit mee zou maken. Maar geen romantiek. Dat is voor dromers aan de wal.

Romantisch zou je wellicht de zeilcruises kunnen noemen die voor betalende gasten worden georganiseerd onder rustige en veilige condities, zoals de tochten met de brik Aphrodite, waarmee zo’n twintig jaren geleden met succes cruises werden gemaakt op de Oostzee. Vaak met Duitse gasten aan boord die vanuit hun cultuur gevoel hebben voor romantiek, maar die tegelijkertijd goed verzorgd willen worden. De gasten beschikten over luxe tweepersoons hutten en dineerden heerlijk aan boord dankzij het werk van een professionele kok. Deze gasten wilden genieten en geen risico lopen. Dat kon mede, doordat het tuig zo was ontworpen, dat het geheel vanaf het dek bediend kon worden. Niemand hoefde de mast in om zeilen te zetten of binnen te halen en met slecht weer lag men liever in een haven dan te varen op een woeste zee.

De 30 meter lange brik ‘Aphrodite’ van kapt. Aent Kingma uit Stavoren. Gebouwd in 1994 naar ontwerp van J.M. de Vries, M. Bekebrede en A. Kingma. Bouw: J.M. de Vries, De Lemmer.
De 30 meter lange brik ‘Aphrodite’ van kapt. Aent Kingma uit Stavoren. Gebouwd in 1994 naar ontwerp van J.M. de Vries, M. Bekebrede en A. Kingma. Bouw: J.M. de Vries, De Lemmer.

Terug naar vorige pagina