De Schouw

Scheepshistorie nr. 18: De eerste van drie achtereenvolgende verhalen over de Schouw

Van de bekende auteur Jan G. Braaksma zijn in voorgaande nummers van Scheepshistorie al eerder verhalen verschenen over scheepstypen die gerekend mogen worden tot de meest algemeen bekende kleine werkschepen. Daarbij ging het vooral om archeologische opgravingen; boeiende verhalen over vergane schepen die door de auteur in detail werden beschreven. Zie o.a. in Scheepshistorie Nr. 16 het verhaal van de botter van Bos en in Scheepshistorie Nr. 17 zijn verslag van de opgraving van een waterschip.

Zijn liefde voor- en kennis van de 18e- en 19e-eeuwse scheepsbouw van de werkschepen voor het binnenwater of de kustvaart komt in deze nieuwe serie opnieuw tot uitdrukking. In drie achtereenvolgende verhalen vertelt hij over de schouw, een nog steeds populair scheepstype, dat bekendheid heeft gekregen als werkschip en tegenwoordig ook veelvuldig in gebruik is voor de pleziervaart en Scouting Nederland. Dit eerste deel behandelt de schouw als scheepstype en geeft een verslag van de restauratie van de schouw 'Meeuw'; of wel hoe een achtergelaten wrakkig scheepje een tweede leven krijgt.

Tekening van de kleine schouw van Draaisma. Bedoeld is als bijboot bij een vrachtschip.
Tekening van de kleine schouw van Draaisma. Bedoeld is als bijboot bij een vrachtschip.

De schouw

Met de schouw hebben we een scheepstype dat al heel wat eeuwen meegaat. In de tolreglementen uit Zeeland van de 14de en 15de eeuw wordt de naam scoude of zeylscoude in verband gebracht met de schouw. Daarmee moeten we dan ook wel voorzichtig mee zijn, want ergens anders in dezelfde tolreglementen noemt men het een pleyte of scoude. Daarmee is gelijk de nodige verwarring ontstaan. Het type is terug te voeren op de boomstamkano waarbij het oplopend vlak uiteindelijk gedeeltelijk vervangen is door een bord. De opgravingen bij Zwammerdam naar Romeinse schepen leverden een kano op die wel heel veel gelijkenis vertoont met de boerenschouw.
De basiseigenschappen van de schouw zijn een voor- en achter oplopend vlak overgaand in een bord. Dit was een eenvoudige en goedkope manier van bouwen. Ze werden dan ook door het hele land op kleine werven gebouwd en soms zelfs door particulieren. In de diverse bestek- en werfboeken komt de schouw dan ook veelvuldig voor waarbij ook duidelijk wordt dat het gebruik ervan veelzijdig was. Door dit landelijke gebruik zijn er veel plaatselijke variaties te vinden.
Er zijn een tweetal hoofdtypes te onderscheiden die beide op één of andere manier betrokken zijn geweest bij de vangst op paling, te weten de Friese schouw en de zeeschouw. Het verhaal over de schouw bestaat uit 3 delen. Dit eerste deel handelt over de Friese Schouw en afgeleiden daarvan. Volgend jaar verschijnen er nog twee delen de Zeeschouw.

Tekening van een schouw van Van Goor en Spiekman
Tekening van een schouw van Van Goor en Spiekman

De Friese schouw

Deze schouw heeft sterk hellend voorboord en een lengte van 3,5 tot 6 meter, met een breedte van 1,3 tot 1,8 meter, waarbij de kleinste exemplaren meer als roeiboot kunnen worden bestempeld. Als we dan de tekening van de kleine schouw van Draaisma wat beter bekijken zien we dat dit scheepje bedoeld is als bijboot bij een vrachtschip. Ook zichtbaar is dat er een mast op kan worden geplaatst en dan zullen er ongetwijfeld ook zwaarden bij geleverd zijn en kan het als zelfstandig zeilend scheepje worden ingezet. Deze open schouwen kunnen worden gezien als het prototype van de schouw en dit type kleine schouw werd onder andere dan ook door de palingvissers gebruikt in het hele land omdat ze ermee in de kleinste sloten en vaarten konden vissen. Met dit goedkope scheepje konden de vissers of boeren uit de lagere sociale klassen zich extra inkomen verschaffen. Werden de schouwen iets groter dan kwam er voor de vissers al snel een bun in waardoor de gebruiksmogelijkheden en dus ook het inkomen toenamen. De Friese schouw voor de binnenwateren varieerde in lengte van 4,75 tot 6 meter en in breedte van 1,40 tot 1,80 meter. De bovenkant van het boeisel is bijna horizontaal en de zijden, van boven gezien bijna recht. Ze hebben alleen een korte bocht bij de voor- en achterste ven. De zijden waaieren flauw naar buiten met een knik. Op de knik staan dan brede gangen en vaak ontbreekt het berghout. Als er al een voorplecht in zit, dan bestaat deze vaak uit losse planken tot aan de mast.

De 'Meeuw' gerestaureerd door Peter Schouten
De 'Meeuw' gerestaureerd door Peter Schouten

Pleziervaart

Naast de werkschouwen werden er in Friesland nog diverse andere soorten schouwen ontwikkeld voor gebruik in de pleziervaart. Zoals de Lelieschouw, een in 1949 ontwikkelde schouw in gebruik bij de waterscouting, of de kajuitschouwen (oorspronkelijk open schouwen waarop een kajuit was gebouwd). Daarnaast zijn er verschillende watersportverenigingen die een eigen schouw hadden ontwikkeld. Hoewel de verschillen maar klein waren, kregen ze toch de aanduiding die verwijst naar hun oorsprong zoals de G.W.S. schouw (Grouwster Watersportvereniging). Schouwen werden in de omgeving van Grouw ontwikkeld en gebouwd en werden o.a. gebruikt als vervoermiddel naar de afgelegen boerderijen. Daarnaast werd er in het voorjaar volop mee naar eieren gezocht en in het najaar gebruikt voor het snoekvissen. Een palingvisser uit deze omgeving zal er ook mee hebben gevist. Om er wedstrijden mee te varen heeft G.W.S. regels opgesteld waaraan de schepen moeten voldoen om er op deze manier enige eenheid in te krijgen.
Ondanks de hoekige vormen hebben schouwen uitstekende zeileigenschappen. De kleine schouwen met een lengte van 4,75 meter voeren een sprietzeil en een stagfok op een botteloef. De middenschouw, lang 5.50 meter, en de grote schouw van 6 meter voeren beiden een gaffeltuig.

Schrijver en publicist Jan G. Braaksma

Jan G. Braaksma, geboren 1956 te Hantum (Friesland), onderzoekt als hobby en schrijft over de historische scheepvaart en visserij. Zijn eerste boek "De verdwenen schepen van de Dongeradelen" verscheen in 2012 en zijn tweede boek "Blazers, Blazers en nog eens Blazers" wordt in de zomer van 2014 verwacht. Daarnaast schrijft hij artikelen voor het blad Scheepshistorie, dat twee keer per jaar verschijnt. In het nummer van december 2014, Scheepshistorie nr. 18, staat het artikel over "De schouw".
Uitgever: Lanasta / Emmen, www.lanasta.com

Wij hebben van Jan Braaksma toestemming gekregen om het artikel hier te publiceren.

Scheepshistorie nr18: De schouw

pdf Scheepshistorie nr18: De schouw

Terug naar vorige pagina