Wie weet iets over de geschiedenis van de ijzeren tjotter 'Grenaet'?

De huidige eigenaar Arnout Anneveld schrijft:
Wie het gebouwd heeft weet ik niet. Ik heb ooit contact gehad met enkele maritiem musea maar heb helaas geen details gevonden. Afmetingen zijn ongeveer 5 x 2m en 30cm diep. Het opbouwtje is door de vorige eigenaar gemaakt uit eiken. Het hele dek is van hout overigens. Het scheepje is geklonken en op enkele plekken gedubbeld. Wat ik weet van de geschiedenis is dat het scheepje ooit 'De Grenaet' geheten heeft. De Grenaet schijnt een legendarische reuzengarnaal onder een brug in Dokkum geweest te zijn? 

Het casco van (staal)ijzer is geklonken, dus voor mijn gevoel minstens 100 jaar oud. Het vraagt dus wel blijvend onderhoud, maar afgelopen jaar heb ik alles in de 2-componenten gezet. De romp ziet er nu dus goed uit. Volgende foto's omvatten een aantal vakantie foto's van een paar jaar geleden. Afgelopen 2 a 3 jaar heeft het scheepje op de kant gelegen, omdat werk en kinderen  de plannen liefdevol onderbraken. De bijgevoegde foto's van het scheepje op de kant zijn recent.

Regionale Friese Reünie

In 1978 en 1979 vinden we de 'Grenaet' met zeilnummer RD97 terug in de deelnemerslijsten van de Regionale Friese Reünie. Het scheepje wordt vermeld in de groep Friese jachten. De vermelde eigenaar is D.J. Pranger uit de Bilt.

Vraag aan de Stamboekbeheerder in juli 1998

Geachte heer Vos,
Ik sta op het punt een stalen tjotter uit 1897 te kopen, met de naam 'Grenaet' of 'Grenael' en het door de K.N.W.V. in 1978 afgegeven zeilnummer RD97 en ben uiteraard nieuwsgierig naar de geschiedenis van dit bootje. Graag verneem ik van u wat de Stichting kan betekenen met betrekking tot documentatie over dit soort schepen uit die tijd, adressen van werven en winteropslag.
Met vriendelijke groet,
Cees A.J. Stelling
Voorburg

Thom Vos moest Cees Stelling helaas antwoorden, dat in ons archief niets te vinden was over deze stalen tjotter. Pas nu in 2017 kregen we nieuwe informatie over het scheepje en een aantal duidelijke foto's.

Reactie van Lieuwe Bouma uit Oudwoude (30-10-2017)

Ik zag de foto van de "Wylde Baarch". "Wylde Baerch'" ( toen met ae) was overigens de bijnaam van een bekend Fries hardzeiler van ver voor de oorlog.
De lijnen van de tjotter doen mij erg denken aan mijn tjotter "Nooit Volmaakt 3" ( 3.90 x 1.40. holte 80 cm ). Bouwjaar onbekend, Bouwwerf onbekend. Gebouwd van puddelijzer en met dezelfde constructie van het berghout, ook een strip , driedik geklonken.  
Op de foto kan ik de constructie van de stevens niet zien, die is bij mijn tjotter zeer afwijkend (geen doossteven).
Maten van plaat, hoekstalen en nagels in inches. Als dat bij de "Wylde Baarch" ook zo is en als de tjotter ook van puddelijzer is, kan het bouwjaar goed kloppen. Als bouwwerf is voor mijn tjotter wel genoemd : Croles in IJlst.

Antwoord van Gerard ten Cate

Hoewel ik me al jaren verdiep in het wel en wee van ronde jachten, moet ik concluderen dat ik maar heel weinig stalen ronde jachten ken. De afgelopen jaren zijn er wat ontwerpen gemaakt van tjotters van staal. Doordachte ontwerpen, maar niet te vergelijken met de tjotters zoals de geklonken exemplaren, zoals jouw scheepje en de 'Wylde Baarch'.  Jouw opmerking over het puddelijzer is terecht. Ik heb geen idee of de 'Wylde Baarch' hiervan gemaakt is, maar ik sluit het niet uit.  Het is iets wat (nog) uitgezocht moet worden. Ken jij meer van dergelijke scheepjes? Jij noemt de suggestie van de werf van Croles. Heb je hier ooit een bevestiging van gehad?

Wat is er over geklonken tjotters bekend? Het lijkt me een vergeten onderwerp. Welke werven zou je kunnen aanmerken als mogelijke bouwers? In het boek Tjotters en Boatsjes van de heer Vermeer worden volgens mij alleen maar houten tjotters beschreven. Voor zover ik de werfboeken van Van der Zee heb doorgenomen, kan ik me niet herinneren dat ik gezien heb dat zij tjotters van staal hebben gebouwd. Van Iege Blom weten we dat hij zeker één geklonken tjotter heeft gebouwd.
 
NB. Ik ken een paar namen van ronde jachten uit het verleden met een geklonken romp van een ijzerlegering. Opvallend zijn dan vaak de stevens van plaatstaal. Constructietechnisch is dit makkelijker te maken dan een holle stevens zoals je bijvoorbeeld bij tjalken ziet.
 
Wat voor kennis is er op dit gebied? De gelaste stalen ronde jachten wil ik hierbij nu even buiten beschouwing laten.

Uitleg verschillen in soorten ijzer door Dirk Huizinga

Het "staalijzer" was anders dan het iets oudere puddelijzer. Puddelijzer was bros. Het werd niet volledig gesmolten, zodat er slakken in het ijzer bleven zitten. Puddelijzer was niet te lassen. Het staalijzer kan je met enige moeite lassen, maar die techniek werd niet gebruikt. Toen werd er geklonken. Staalijzer was taai. Als je met een staalijzeren tjalk tegen de kant voer, kwam er een deuk in die er weer uit te kloppen was. Bij puddelijzer scheurde het ijzer en had je een probleem.

Reactie Opsporing Verzocht
  • (jpg,jpeg,bmp,tiff,zip,pdf,rar)
  • In ons Privacystatement kunt u nalezen hoe de SSRP met de op dit formulier verstrekte, privacygevoelige gegevens omgaat.

Terug naar vorige pagina