Skipshelling Blom - Hindeloopen

Hindeloopen was een zeestad zonder haven en dus werden er ook geen schepen gebouwd. Natuurlijk was er wel een helling voor reparatie en onderhoud van kleinere schepen, zoals een beurtschip of een boerenpraam. Echte scheepsnieuwbouw ontbrak. Net binnen de Westerzeedijk, nauwelijks honderd meter van de kerk, was zeker vanaf de laatste helft van de 17de eeuw een kleine helling. Schepen konden ervarend komen langs de Dyksfaarten de Yndyk. En via de Syl was de zee te bereiken. De oude hellingschuur uit 1696 hield het vol tot 1964. "Skipshelling I. Blom" staat er in trotse letters op de gevel van de toen nieuwe, grotere schuur.



Spiegel der Zeilvaart november 2023 nummer 9 - Nieuwe aak bij Skipshelling Blom
Natuurlijk werden er op de Skipshelling in Hindeloopen nog geregeld nieuwe casco's op stapel gezet, maar een nieuwe aak naar eigen ontwerp, dat is toch alweer enige tijd geleden. Geen wonder dat de werf blij is voor een ervaren en betrokken klant een nieuwe visserman te mogen bouwen.
Het casco voor de fameuze BS2 werd alweer jaren geleden gebouwd, maar dit was een ontwerp van Van Oossanen. Daarna gaf Dirk Blom Lemsteraken opdracht voor een 15.50 meter aak, die wel een echte door Blom ontworpen aak is. Het schip dat wij onder ogen kregen is een 14,75 meter Blom aak en kan gezien worden als een vervolg op die 15,50 meter.
SdZ 2023 nr09 november - Nieuwe aak bij Skipshelling Blom
Yntje Douwes Wybrands en meewerkende zoon Douwe Yntjes Wybrands
Die oude helling, een van drie vroegere werfjes, ging lang over van vader op zoon. In 1920 was een firma gesticht. Vader Yntje Douwes Wybrands en meewerkende zoon Douwe Yntjes Wybrands zouden in het vervolg beiden firmant zijn. Vader bracht alle materiele zaken in de nieuwe firma onder, de zoon kon volstaan met "arbeid en vlijt". In de jaren dertig (bv. 1938) verzorgden ze reparaties voor Friese schippers en ook voor visserlui van Wieringen, Enkhuizen en Breezand.
De eerste Hindeloopers die zich volgens het archief als klant meldden (in 1939) zijn de gebroeders Blom. Ze bestelden een nieuw roer en laten hun schip breeuwen. Wanneer Dirk Blom in 1939 zijn "schip'' laat hellingen (dat kostte een gulden) is dat waarschijnlijk het ijzeren skûtsje "De Vier Gebroeders". Zoon lege (1915-1995) had eerst met vader terpmodder en turf gevaren, maar stapte rond 1935 met oudere broer Rein over op de visserij. Ze deden dat met een sloep die in 1936 door een Lemsteraak werd vervangen. En daarna kwam er een kotter, maar het ging na de oorlog slecht met de visserij. Rein Blom wilde wegens gezondheidsproblemen graag stoppen. Hij kon zelf in de sanering als de vergunning werd ingeleverd, maar voor broer Iege was er niks. Die moest zich dan maar redden. Juist toen stierf Douwe Yntjes Wijbrands zonder opvolger.
lege Blom zag zijn kans. Altijd was hij al graag nyfeljend bezig geweest. 's Winters als de visserij door vorst stillag, bouwde hij scheepsmodellen o.a. voor het Fries Scheepvaartmuseum. En hij had van de betimmering van een neergestort Engels vliegtuig voor zoon Dirk al eens een schouwtje gebouwd. Op 9 februari 1957 begon zijn avontuur als hellingbaas. De officiële overdracht van de helling met alles wat er bij hoorde (voor fl. 5750) was meer dan een jaar later.
De Hindelooper aak
De overstap van visserman naar hellingbaas was voor Blom niet groot. Hij begon met het verbouwen en inkorten van ijzeren skûtsjes, het restaureren van een kleine boeier, het bouwen van schouwen en bijboten. Hij kon het. Toen koningin Beatrix bij haar achttiende verjaardag in 1957 een luxe Lemsteraak kreeg (ontworpen door de Lemster hellingbaas Arie de Boer en gebouwd in Amsterdam), kwam bij lege Blom een oud idee tot ontwikkeling, vertelt Dirk Blom (1943). Fear, wist wat mooi was, wat goed wilde zeilen, kende die mooie houten aak van Eeltsjebaes en kwam met een eigen ontwerp. En, gaat Blom verder, toen de koningin zo'n schip had, werd een aak bij welgestelden populair.
De 'DouwIegeMoen'
De eerste Hindelooper aak, een zgn. 10-meter ontwerp, werd in 1967 te water gelaten (Stamboekbijdrage Spiegel der Zeilvaart 2013 nummer 2). Dit was de Douwiegemoen, registratie in het Stamboek onder nummer 9301. De tweede was al verbeterd: de kónt ys het behelle. Van dat type Blomaak zijn er veel gebouwd. Vader Iege had een goeie hand van bouwen, bracht de typische welving aan. Hij bouwde op de oude manier, op het oog. Zoon Dirk kreeg het schip op papier en nog later, in de jaren tachtig, in de computer. Gelijk zijn de aken trouwens nooit gebleven. Die van na 2009 hebben een sneller onderwaterschip, vertelt Dirk. Zie daarvoor ook de discussies in de Spiegel der Zeilvaart en andere artikelen over deze 'nieuwe' Lemsteraken.
Tegelijk kijkt hij dierbaar naar het kopergeklonken aakmodel dat zijn vader maakte en dat in een vitrine staat in de als kantoor dienende huiskamer van het huisje naast de helling.
Eerst de 10-meter aak, daarna diverse andere ontwerpen
In 1967 werd door het familiebedrijf Blom de eerste 10-meter Lemsteraak gebouwd, de Douwiegemoun. Dirk zette de lijnen op papier en vader lege gaf aan of de lijnen goed liepen. Iege Blom had een aantal maten genomen van oude schepen, die hij als model had gebouwd. Eén daarvan is de Lemmer 8, die in het Zuiderzeemuseum staat. Aan de hand van de eerste lijnentekening werd er een half model gemaakt op waterlijnniveau, waarbij de waterlijnen op een afstand van 2,5 cm van elkaar kwamen te liggen. Iege moduleerde het model, dat daarna uit elkaar werd gehaald. De gevonden lijnen werden op papier overgebracht en aan de hand daarvan werd de eerste 10 meter-aak gemaakt. Op die manier is ook de 11.20 en 12.60 ontwikkeld.
Dirk Blom: „Ik tekende vroeger tot het berghout. De rest ging via mallen omdat de berghoutslijn nooit klopte met de tekening. Dit kwam voornamelijk door het spanningsverschil in de stalen platen. In een bolle kop worden kleine verschillen op het einde steeds groter. Zo kon het gebeuren dat de kop iets boller of iets schraler kwam te staan. Scheepstechnisch vond ik al die verschillen wel interessant, maar je verprutste veel te veel tijd aan mallen en meten. Dat was in het begin geen probleem, maar die uren werden in de loop der tijd steeds duurder. In het begin was elk schip daarom ook iets verschillend van de vorige."
In de hellingschuur werkt zoon lege (van Dirk) samen met broer Eppie en zwager Jaap, Allen medefirmanten van de Skipshelling. Natuurlijk horen ook leges zoons Dirk en Jacob bij het familiebedrijf. Je zou het een partenscheepsbouwerij kunnen noemen. leder levert zijn bijdrage en krijgt naar rato zijn deel. leder heeft zijn specialisme en samen staan ze sterk.

Tijdschrift "Watersport" in 1987 - Blom-aken herken je direct
Toen vader Iege Blom, na 41 jaar vissen op Zuiderzee en IJsselmeer in 1956 het werfje van Wybrands overnam kon hij niet weten wat er de volgende twintig jaar in Hindeloopen aan de Nieuwe Weide 21 zou gebeuren. Hoewel het begon met het verbouwen van tjalkjes, enz. werd eerst een vletje gebouwd, gevolgd door een schouw. Blom wilde echter rond bouwen en hij bouwde voor zichzelf een tjotter van staal. De volgende stap was het maken van een halfmodel van een Lemsteraak. Toen de vorm van het model in zijn ogen goed was, werden de maten overgebracht op een spantenvloer en kon alles op ware grootte uitgestrookt worden. Toen ontstond de basis voor wat in de ronde- en platbodemwereld een „Blom-aak" wordt genoemd. Een hoge kop waarin de huidplaten „verjongd" heel harmonisch bij de steven komen. De vorm van de Lemsteraak is eigenlijk de moeilijkste vorm van de traditionele schepen: alles is rond!
In de loop der jaren werden er 37 tien meter Aken gebouwd. Snelle zeilers waarmee menig wedstrijd is gewonnen. Er kwam vraag naar een grotere aak. Het werd de 11,20! Ook hiervoor kwamen 28 bestellingen. Van de grootste maat de 12,60 m werden pas drie stuks gebouwd.
Tijdschrift "Watersport" 1987 - Blom-aken herken je direct
Spiegel der Zeilvaart: Skipshelling Blom in Hindeloopen

Verhuizing in 2013
De skipshelling, die al vaker naar een grotere en beter bereikbare plaats had willen verkassen, is in maart 2013 verhuisd naar een moderne locatie. Een paar honderd meter verder is een ruimere plek aan de Suderseewei en direct aan de Yndyk. Wel in Hindeloopen natuurlijk en het blijft Skipshelling I. Blom.
Overzicht van schepen met SSRP-Plaquette, gebouwd door Skipshelling Blom

Nieuwbouw en Restauratie
Op Skipshelling Blom zijn vele Ronde en Platbodemjachten en natuurlijk Lemsteraken nieuw gebouwd en gerestaureerd. Veel van deze schepen staan ingeschreven in het Stamboek.