Praam

P.J.V.M. Sopers schrijft in zijn boek 'Schepen die verdwijnen':

Bekend was, dat pramen meer lading konden innemen dan tjalken bij gelijke afmetingen. Met den heer Crone kan ik echter concludeeren, dat het zeer aannemelijk is de benaming praam als een zeer oude Nederlandsche benaming te beschouwen. De praam in haar grootsten vorm was een veel voorkomend vaartuig, naast de tjalk. Wel zag men deze meer, door haar grootere verbreiding over het geheele land, rnaar naar verhouding was de praam zeker goed vertegenwoordigd, zoodat wij haar stellig als een bekend oud-Nederlandsch type kunnen aanmerken.

Friese preamke

Een type praam dat op dit moment erg in de belangstelling staat is het Friese Praemke: Het Friese preamke was een klein vrachtscheepje met een bezaantuig. Voor had het een voordek. Achter de mast had het preamke luiken, al dan niet met een gangboord. Achterin was een kleine roef met bollenstal. Er waren exemplaren met wat meer zeeg. Het beslissende punt dat zo'n scheepje tot preamke rnaakte, was de aanwezigheid van een bollenstal achterin.Afmetingen: ca. 16 ton. Deze praam werd veel gebruikt voor het vervoer van terpaarde.Le Comte vermeldt in 1831 het bestaan van een Friese praamschuit waarmee turf naar Holland werd vervoerd. Omstreeks 1900 bestond dit type kennelijk niet meer.

Terug naar vorige pagina