Zaan- en Waterlandse schuiten

Het vaargebied van de vaartuigen van Zaanland werd in het zuiden begrensd door de IT-polders, in het westen door de geestgronden, in het noorden door het Alkmaardermeer, de Starnmeerpolder en het Noordhollands Kanaal en in het oosten door de Wijde Wormer en de Twiske (de oude grens tussen Zaanland en Waterland). Later kwam de oostgrens te liggen bij het Noordhollands Kanaal. In dit waterland met zijn vele brede sloten ging alle vervoer te water. De dorpen lagen aan een wegsloot met daarnaast een pad. In de Assendelverpolder waren de weilanden steviger, de sloten smaller en de vaartuigen kleiner.