Antwerpse knots

De uitgebreide informatie over de Antwerpse knots, is opgenomen bij de beschrijving van het type op de Boekenplank.

In de nieuwe opzet van de beschrijving van de in het Stamboek opgenomen scheepstypes staat de tijdlijn van de ontwikkeling van het betreffende type centraal (=vergelijkbaar met bijv. het Stamboek van koeien met de ontwikkeling van het ras. De laatste koe in dat Stamboek is een doorontwikkeling van de eerst opgenomen koe). In die tijdlijn zitten allerlei duidelijk beschreven momenten, waarin aanpassingen werden doorgevoerd en bepalend waren voor de verdere ontwikkeling van het type.
Als een schip van een bepaald type bij het Stamboek wordt aangemeld is aan de hand van de benoemde kenmerken direct duidelijk of het ook echt om een schip van dat type gaat. Met het jaartal van de bouw kan dan direct worden “ingeprikt” in de tijdslijn van het type om duidelijk te zien waar het schip in de ontwikkelingsfase van het type zit en kan het worden gerelateerd aan de sociaal-maatschappelijke en technologische ontwikkelingen in die tijd. Dit wordt weergeven in de algemene Tijdlijn van de ontwikkeling van de Ronde en Platbodemjachten.

We proberen alle in het Stamboek opgenomen scheepstypes op deze manier te beschrijven. Op onze Boekenplank is daarover al veel informatie te vinden. het verhaal is nog lang niet af, maar bij veel scheepstypes staat de verwijzing al naar de nieuwe opzet van de beschrijvingen van de oude scheepstypes.

De ontwikkeling van de Antwerpse knots bekijken we vanuit een breed perspectief, waarbij de ontwikkeling van het scheepstype en de geschiedenissen van de schepen als uitgangspunt worden gehanteerd.

De Antwerpse knots in het kort

Dit is een oud scheepstype, maar dan geen binnenvaartuig maar een vissersschip. Een Mechels Reglement van 1711 spreekt van: 'een cleyn mosselschuit oft Cnotsbol'. Hier dus al het woord 'bol' en het is eigenaardig dat de knots 'ontegenzeggelijk' (aldus Petrejus) wonder veel verwantschap vertoont met het vroegere 'bolletje' van Urk en ook enigszins met het 'jacht' van Blokzijl. Een overeenkomst dus met bepaalde ronde schepen van het Friese type. Wellicht is hier enig verband te zoeken met de omstandigheid dat de bevolking langs de Schelde een Friese inslag schijnt te hebben en dat bij sommige oude Antwerpse plaatsnamen een Friese afkomst is te onderkennen.
De Knots had een bun met daarvoor nog een kleine laadruimte. Er werd gewoonlijk met een kop op bot en garnalen gevist. De tuigage bestond uit een gaffeltuig met een lange, zware gaffel. waarboven een gaffeltopzeil, een fok en een kluiver.
Groot is het aantal knotsen waarschijnlijk niet geweest. In 1912 werden te Zierikzee 7 visvergunningen verstrekt aan knotsen voor de visserij Benedenschelde. In 1920 worden er nog twee vermeld door Frans Blij in zijn werk 'Onze Zeilvischsloepen'. De lengte van de knots bedroeg 10 meter.

Terug naar vorige pagina