Steekhengst

De uitgebreide informatie over de Hengst en haar subtypes, is opgenomen bij de beschrijving van het type op de Boekenplank.

De ontwikkeling van de Steekhengst bekijken we vanuit een breed perspectief, waarbij de ontwikkeling van het scheepstype en de geschiedenissen van de schepen als uitgangspunt worden gehanteerd.

De Steekhengst in het kort

Eén van de hengst-types was de Steekhengst in gebruik bij het zalmsteken. Steken bestonden uit een rij palen dwars op de oever met daartussen gevlochten schuttingen van lange wilgetenen. In die schuttingen moesten de openingen tussen de twijgen tenminste 10 x 20 cm bedragen. Steken werden in 1913 gebruikt in het Haringvliet (22 stuks), de Oude Maas beneden Spijkenisse en Botlek (10 stuks), de Brielse Maas tot aan zee (46 stuks), op de Scheur en de Nieuwe Waterweg (18 stuks) en op het Hollands Diep beneden de Moerdijk (5 stuks). In de 18e eeuw en daarvoor waren ze ook veel te vinden in de zuidelijke Biesbosch. Van de steekschuit geeft Van Konijnenburg een tekening met afmetingen 8,1 x 2,5 meter.
In het algemeen is de meest betrouwbare bron over de vorm van een boot altijd nog een foto. Eerst is gezocht bij de oudheidkundige vereniging van Zwartewaal. Dit leverde een informant, namelijk A. van der Zee te Zwartewaal die als kind deze schuiten zelf had gezien. De tekening van Van Konijnenburg werd vergroot en gaf bij Van der Zee de reactie dat steekschuiten midscheeps een bun hadden en achter een klein achterhuisje met bank. Verder waren ze geheel open. Dat moest ook wel, want met die schuiten werden ook de lange, zware palen vervoerd waarmee de steek in de grond werd vastgezet. Deze palen lagen vanaf de achterbank over het gehele schip om naast de voorsteven overboord te steken. 
De reconstructie van de Steekhengst is gedaan op de maten van Van Konijnenburg. De vorm is getekend met de foto voor ogen. Het binnenste kon worden getekend naar het model van de steekschuit. Het tuig is getekend naar het tuig van de modellen. Ze werden gebruikt in de Botlek, op de Scheur beneden Maassluis en in de Biesbosch; ze zeilden bijzonder goed. Ook waren het waakzame en zeewaardige schepen.

Terug naar vorige pagina