De Lytse Liuw

De Lytse Liuw Niet actief

Dit schip heeft een plaquette van de SSRP aan boord van een eerdere inschrijving, maar staat nu "geregistreerd" in Categorie X in het Stamboek en wordt dus gekenmerkt als 'Inactief'. Schip en eigenaar zijn op dit moment NIET "actief" aangesloten bij de SSRP als Behoudsorganisatie. De huidige eigenaar is (nog) niet in onze administratie opgenomen. Deelname aan Evenementen waarbij de eis wordt gesteld, dat het schip en de eigenaar zijn aangesloten bij dezelfde Behoudsorganisatie als onderdeel van de FVEN, is vanuit de SSRP daarom NIET mogelijk.

Dit betekent dat het schip nog onderdeel is van de Aanmeldingsprocedure (her-inschrijving) of, en dat geldt voor de meeste schepen, de eigenaar heeft het schip niet her-aangemeld en betaalt dus ook geen jaarlijkse bijdrage aan de SSRP voor Inschrijving in het Stamboek. Eventueel vermelde gegevens van schip en oud-eigenaren dateren meestal uit de periode van eerdere 'actieve' Inschrijvingen en zijn waarschijnlijk niet volledig en mogelijk niet correct. Voor dit schip kan, omdat het niet aantoonbaar voldoet aan de Criteria van de SSRP, geen Meetbrief door de KNWV worden afgegeven.
Vanwege de doelstelling van de SSRP om alle historie van de in het Stamboek opgenomen schepen vast te leggen, worden in de Schepenlijst wel de in het stamboekarchief beschikbare gegevens van dit ooit geregistreerde schip en summiere gegevens van de (oud-)eigenaren getoond.
Heeft u informatie over dit schip of bent u eigenaar en wilt u het graag weer 'activeren'? Laat het ons weten!

Dr. ir. J. Vermeer schrijft in zijn standaardwerk "De Boeier":
Het oorspronkelijke schip was ongetwijfeld een open Fries jacht, met een lengte van 5,25 meter. De afkomst als open jacht blijkt nog uit het vrij schuin staande boeisel. Het lijkt ons waarschijnlijk dat de kajuit, die al aanwezig was toen het schip door de heer Rompa van de heer Truffino werd overgenomen, van voor de oorlog stamt. In de jaren twintig en dertig, toen watertoerisme en kamperen aan boord ingang vonden, zijn verschillende open jachten van een kajuit voorzien. Wat de vorm betreft, ondanks de verlenging is de breedte nog betrekkelijk groot, de voorsteven staat vrij steil en de zeeg is vrij fors. Door de ingrijpende verbouwing is het nauwelijks nog mogelijk de werf van herkomst te onderkennen.

Oudste vermelding in het Stamboek 1957

De oudste vermelding vonden we in de schepenlijst van de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten van 1957, waaruit blijkt dat L.P.M. Truffino te Den Haag eigenaar is van een boeier; scheepsnaam noch bouwer noch lengte staat vermeld, het stamboeknummer is 133. De heer Truffino beweerde volgens Huitema dat zijn scheepje zou zijn gebouwd door Eeltjebaas (zie hierna). In de schepenlijsten van 1963 en 1964 blijkt dan dat het schip de naam "Vrouwe Jacoba" heeft gekregen, bouwer en bouwjaar blijven onbekend. De lengte staat vermeld als 6 meter; zoals hierna zal blijken is dat niet juist. De heer Truffino was inmiddels verhuisd naar Beek. De schepenlijst van 1965 vermeldt als eigenaar P.M.J. Rompa te Breda. Deze, directeur van de N.V. Nederlandsche Stoomlederfabriek in Rijen, meldt in een brief uit hetzelfde jaar aan de secretaris van het stamboek, dat hij het Friese boeierjachtje "Vrouwe Jacoba", lengte 5,25 meter, drie jaar eerder heeft overgenomen van de heer Truffino. Hij is bezig in zijn fabriek het scheepje te verlengen tot 6 meter, maar het werk, voor een derde klaar, valt hem kennelijk erg zwaar ... een heidens karwei ... Dit blijkt ook uit het uitgebreide relaas dat een van de huidige eigenaren, de heer P.J.J.M. Rompa te Bussum, oudste zoon en toentertijd student in Utrecht, ons toestuurde. Volgens deze zou zijn vader aan dit karwei zijn begonnen op doktersadvies ... omdat hij overspannen was en de zinnen moest verzetten.

Eigenschappen

Plaquette nummer:133 Zeil nummer:
Categorie:X Tekening nummer:
Type:Boeier

Bouw

Bouwjaar:1966 Ontwerper:
Werf:Onbekend, verlenging in 1965 Rompa/ten Cate Werf plaats:
Motor:Inbouw Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:Eikenhout
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:6,12 m Breedte berghout:2,62 m
Diepgang:0,41 m Masthoogte water:8,50 m
Oppervlakte grootzeil:21,30 m2 Oppervlakte fok:11,80 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:33,10 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1963 – 1965 L.P.H. Truffino, 's Gravenhage / Beek ( Vrouwe Jacoba)
1965 – 1976 P.M.J. Rompa, Breda ( Vrouwe Thea)
1976 – 2000 D. de Ruyter en H. Rompa, Breda ( Vrouwe Thea)
2000 – 2020 P.J.J.M. Rompa, Utrecht ( Vrouwe Thea)
2020 – onbekend T. Arnold Bik, Amsterdam ( De Lytse Liuw)

Geschiedenis

2000

11 mei 2000

11 mei 2000: Opmetingen ten behoeve van Boeierboek

2005

2005

2005: De Boeier 'Vrouwe Thea' in het boek 'De Boeier' van Dr. Ir. J. Vermeer

De romp van het scheepje was bijna vergaan en geheel met blik betimmerd (uitgevouwen en platgeslagen conservenblikken waaronder krantenpapier tevoorschijn kwam). Als mallen voor de nieuw aan te brengen gangen werden aanvankelijk banen van krantenpapier in de vereiste vorm geknipt. De duims eikenhouten planken werden gebrand met behulp van een gasbrander. Omdat men ten slotte tegen onoverkomelijke moeilijkheden aanliep, werd de hulp van een professionele scheepstimmerman ingeroepen, de heer Warnder ten Cate te Tilburg, die dit beroep eerder in zijn vroegere woonplaats Delfzijl had uitgeoefend. De voorgezaagde planken werden nu gestoomd, waardoor ze `als was' werden en met klemmen op hun plaats bevestigd konden worden. In een verslag van een bezoek dat de heer Gerard ten Cate (de eigenaar van het Friese jacht "Bestevaer"), in december 1997 op ons verzoek bracht aan zijn naamgenoot W. ten Cate te Delfzijl, werden nog enige nadere bijzonderheden van de toenmalige herbouw opgetekend. Laatstgenoemde was namelijk als gepensioneerde naar Delfzijl teruggekeerd en aldaar bezig met de (tweede) restauratie van de boeier op verzoek van de kinderen van de heer Rompa, zoals we hierna zullen zien. 

Verhaal van Gerard ten Cate

Hier volgt eerst een samenvatting van wat W. ten Cate over de eerste restauratie in de jaren zestig aan zijn naamgenoot vertelde.
Toen hij als professioneel houtbewerker in 1965 door de heer Rompa te hulp werd geroepen, had deze de boot reeds achter de mast doorgezaagd met de bedoeling haar ongeveer tachtig centimeter te verlengen. Op het kleine scheepje was toen al een kajuit aanwezig. Rompa en Ten Cate kwamen overeen dat de laatste de herbouw op zich zou nemen. Een en ander heeft ongeveer drie jaar in beslag genomen en is rigoureus uitgevoerd; slechts enkele spanten in de kop en het achterschip bleven behouden, verder zijn alle inhouten en huidgangen vervangen. Het verlengde en vernieuwde schip kwam in de vaart onder de naam "Vrouwe Thea".

Hachelijke avonturen met de 'Vrouwe Thea'

De heer Rompa was een ondernemend man. Al in 1968, dus direct na de voltooiing van de verbouwing, toog hij met de "Vrouwe Thea" helemaal naar Heeg om deel te nemen aan de eerste Regionale Reünie voor Friese ronde jachten en schouwen. Het normale vaargebied vanuit de jachthaven in Drimmelen was de Amer en de Biesbos (destijds nog getijwater). De heer Rompa waagde zich echter met de betrekkelijk kleine boeier ook op het Hollands Diep en de Zeeuwse wateren, waar menig hachelijk avontuur werd beleefd. Volgens de huidige eigenaar is de "Vrouwe Thea" enkele jaren zeer intensief gebruikt en heeft aan een aantal Stamboekreünies deelgenomen, waarbij ook aan het admiraalzeilen werd meegedaan.

Vergeten

Na het uitvliegen van de grotere kinderen begin jaren zeventig bleven te weinig bemanningsleden over en kocht de heer Rompa een forse motorboot. De boeier werd opgelegd, eerst in een ongebruikte loods van de leerfabriek. Later verhuisde hij enkele malen en belandde na enige tijd in een hoekje buiten, waar hij onder allerlei troep verdween en ten slotte werd vergeten.

Tweede tewaterlating in 1998

Omstreeks 1990 toonden dochter Hanneke en haar man Dick de Ruyter interesse in restauratie van de boeier. Zij werden voor de symbolische prijs van f 1,- eigenaars. De desolate toestand vroeg echter wederom om een vakkundige aanpak. Men ging op zoek naar Warnder ten Cate, die zoals reeds vermeld, naar zijn oude stek Delfzijl was teruggekeerd. De taak om de boeier voor de tweede keer te herbouwen wilde hij wel op zich nemen. En zo verhuisde het inmiddels schoongemaakte wrak naar Delfzijl. Daar werd opnieuw een wonder verricht, zoals de heer Rompa Jr ons berichtte. De herbouw werd deze keer minutieus in een logboek bijgehouden en in een fotoreportage vastgelegd. De oude heer Rompa leefde nog ten zeerste mee, maar overleed in 1998, voordat het werk klaar was. Een jaar later was het karwei voltooid en kon de boeier ten tweeden male door mevrouw Rompa worden gedoopt en te water gelaten.

Weer terug in de familie

Sedert februari 2000 is de boeier "Vrouwe Thea" in eigendom overgegaan op de gebroeders P.J.J.M. Rompa te Bussum en P.F.J.M. Rompa te Breda. De thuishaven is Jachthaven "Naarderbos" te Naarden. De boot is opnieuw ingeschreven in het stamboek onder het oude nummer 133.

Technische gegevens

Hoofdafmetingen

  • Lengte over de stevens    6,12 m
  • Grootste breedte over de berghouten 2,62 m
  • Holte op het grootspant    1,19 m
  • Diepgang    0,41 m
  • Zeiloppervlak: grootzeil + fok    31,3 m2

Bijzonderheden

  • geen kielbalk
  • rond grootspant
  • kielgang + 10 huidgangen
  • fraai snijwerk op kluisborden, beretanden, kajuitrand en hennebalk
  • op de zijwanden in de roef zijn idyllische taferelen aangebracht
  • roerkop versierd met leeuwtje

2012

2012

2012: Een nieuw vlak voor de 'Vrouwe Thea'

Peter schouten in Kortenhoef heeft er een keurig nieuw vlak onder gemaakt.
Peter schouten in Kortenhoef heeft er een keurig nieuw vlak onder gemaakt.
'Vrouwe Thea' aan de Catharijnesingel in Utrecht onderweg naar Drimmelen
'Vrouwe Thea' aan de Catharijnesingel in Utrecht onderweg naar Drimmelen

2015

4 februari 2015

4 februari 2015: Stamboekschepen op de filmset van Michiel de Ruyter

Het verhaal van Paul Rompa

Misschien wel vanuit de SSRP werd ik via Maarten Vermeulen uitgenodigd om deel te nemen aan een van de film takes op het water, in Veere, Lelystad, Enkhuizen of Den Helder. Ik kon telefonisch mijn aanwezigheid in Lelystad aanbieden, maar zei tegen de producer dat ik maar een prutsbootje had van nog geen 7 m. Dat was prima zei ze want het ging om de aankleding van de opnames en desgewenst kon met de computer mijn boot opblazen worden tot iedere gewenst grootte, als het moest zelfs tot een hele vloot. En zo voeren we zaterdag 28 juni 2014 vanuit Naarden naar de Bataviahaven in Lelystad en meerden daar af.

Lees het hele verhaal over de Stamboekschepen op de filmset van Michiel de Ruyter

2017

2017

2017: Naar de winterstalling

2020

27 maart 2020

27 maart 2020: E-mail van eigenaar Paul Rompa: Boeier 'Vrouwe Thea' overgedragen aan nieuwe eigenaar

Paul Rompa schrijft:
Zoals de hele geschiedenis van de 'Vrouwe Thea' bijzonder is, zo ook deze overdracht. Bijna 2 jaar heeft de boeier op de website van de SSRP gestaan, op zoek naar een nieuwe eigenaar. Omdat daar weinig respons op kwam werd ze aangemeld op de verkoopsite van  Wehmeyer Yachtbrokers te Naarden, haar thuishaven. Ook daar liep het niet storm. Het blijft natuurlijk een bijzondere boot die een heel speciale eigenaar vraagt, iemand met veel liefde voor een houten schip, met bewerkelijk onderhoud.
Op 12 december kreeg ik een uitnodiging van Joan Arnold Bik - in de vereniging geen onbekende - voor een sloepentocht met haar zoon Jan door de Amsterdamse grachten t.g.v. het Amsterdam Light Festival, op 5 januari van dit jaar. Het werd een geweldige avond, die begon en eindigde in Jan's Studio Zeeburg in Amsterdam. Daar ontmoette ik weer eens Thomas, zoon van Jan jr. en kleinzoon van mijn oude, helaas overleden, vriend Jan Arnold Bik. Die Thomas was als scholier al regelmatig bij mij aan boord tijdens diverse VSRP/SSRP zomerreünie’s. Nu een jong volwassen man, bleek hij nog steeds zeer geïnteresseerd in (het varen met) platbodems. Hij was al aan het sparen om er t.z.t. één te kopen. We maakten een afspraak en nog dezelfde week bezichtigden we samen de 'Vrouwe Thea', in enigszins desolate toestand na 2 jr niet gevaren te hebben, in de loods van de Naarder Jachthaven.
De vonk sloeg snel over. Thomas ging nog diverse keren kijken, met zijn vader, met zijn vriendin. We kwamen een verkoopprijs overeen en op 26 jan. jl. wisselde de boeier van eigenaar. Twee mensen blij. Thomas ging onvervaard aan het werk, repareerde verrotte houtdelen, schuurde en lakte dat het een lieve lust was, breeuwde openstaande naden waar nodig en sprak in maart af met de havenmeesters dat de boeier een paar dagen in de kraan in het water mocht hangen.
Gister - 26 maart - bezocht ik de haven en trof de Vrouwe Thea aan, drijvend, schitterend in de verf en lak en met oogverblindend gepoetst koper. De trotse eigenaar aan boord, de zeilen half gehesen, klaar om uit te varen. Hij vertelde me nog dat de naam Vrouwe Thea wel erg verbonden was aan de fam. Rompa (oma), en hij daarom overweegt zijn schip te laten overdopen als "De Lytse Liuw”. Hij kreeg mijn zegen.
Ik was een gelukkig man. Het schip had echt haar nieuwe eigenaar gevonden. Ik kon het hoofdstuk boeier in mijn leven afsluiten.

Links: Tom Bik en mijn broer Pieter in de ‘bollenstal' v/d 'Vrouwe Thea', Enkhuizen 2009. Rechts: Koop gesloten l. Tom Arnold Bik; r. Paul Rompa
Links: Tom Bik en mijn broer Pieter in de ‘bollenstal' v/d 'Vrouwe Thea', Enkhuizen 2009. Rechts: Koop gesloten l. Tom Arnold Bik; r. Paul Rompa
'Vrouwe Thea' wordt 'De Lytse Liuw'
'Vrouwe Thea' wordt 'De Lytse Liuw'
Weer onder zeil na 2 jr loods...
Weer onder zeil na 2 jr loods...

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht