Buizerd

Buizerd

Dr. Ir. J. Vermeer schrijft in zijn boek "De Boeier":
Helaas hebben wij over de vooroorlogse geschiedenis van deze boeier niets kunnen achterhalen. In de eerste schepenlijst van de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten uit 19565 staat een boeier "Buizerd" vermeld, lang 6,50 meter, bouwer en bouwjaar onbekend, eigenaar M. Biesot te Leiden. Deze had het schip in het najaar van 1952 gekocht van de heer Evers te Zutphen, die er van daaruit mee voer naar de grindgaten langs de Gelderse. IJssel. Hij had het geheel in 'blik' gezet nadat hij het kort na de oorlog had gevonden in Zwartsluis.

Twee inwoners van Hoogeveen moeten toen eigenaars geweest zijn. Wie dat waren is onbekend gebleven. Hierdoor is ook de weg naar de vroegste historie geblokkeerd. Op het moment van verschijnen van de eerste schepenlijst was de boeier echter al in andere handen overgegaan. Het navolgende relaas is grotendeels gebaseerd op hetgeen ons is verteld door de voorvoorlaatste eigenaar, de heer A. Wildschut te Leeuwarden.

Feestelijke tewaterlating na restauratie door "Scheepsrestauratie Oude Liefde" in Workum
Feestelijke tewaterlating na restauratie door "Scheepsrestauratie Oude Liefde" in Workum

Eigenschappen

Plaquette nummer:1504 Zeil nummer: RD127
Categorie:A Tekening nummer:
Type:Boeier

Bouw

Bouwjaar:1895 Ontwerper:
Werf: Werf plaats:
Motor:Inbouw Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:Eikenhout
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:6,29 m Breedte berghout:2,90 m
Diepgang:0,35 m Masthoogte water:10,50 m
Oppervlakte grootzeil:26,00 m2 Oppervlakte fok:10,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:36,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Register Varend Erfgoed Nederland

Registratie nummer:1469 Registratie datum:17-03-2022
Geregistreerd als:Varend Monument®

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1945 – 1952 Dhr. Evers, Zutphen ( Buizerd)
1952 – 1955 H. Biesot, Leiden ( Buizerd)
1955 – 1993 A. Wildschut, Leeuwarden ( Buizerd)
1993 – 1999 J.W.C. de Groot, Amsterdam ( Buizerd)
1999 – 2015 M. van Drongelen - van der Wolk, Rijs ( Buizerd)
2015 – Nu (laatst bekend) Erven M. van Drongelen ( Buizerd)

Geschiedenis

1953

1953

1953: De 'Buizerd' in 1953 (eigenaar H. Biesot, Leiden)

1958

13 juli 1958

13 juli 1958: Leeuwarder Courant: Twee amateur-scheepsbouwers redden de Boeier 'Buizerd' van de ondergang

Friese boeiervloot heeft er een gloednieuw exemplaar bijgekregen

De enorme prestatie, die twee Leeuwarder amateur-scheepsbouwers leverden niet de transformatie van een wrakkig en voor de sloop bestemd scheepje in een glanzend nieuwe, hecht-doortimmerde, fraaie kleine boeier, vond zaterdagmiddag zijn bekroning. Voor het eerst na jaren werd op de „Buizerd" het zeil gehesen. Het was een groot moment daar in de Leeuwarder jachthaven voor de heren Wildschut en Wiersma in de eerste plaats - en ook voor al degenen, die hulp hebben gegeven bij het moeilijke en langdurige restauratiewerk. Friesland is een boeier rijker. En wat voor een!

De heer A. Wilschut koopt de 'Buizerd'

In 1956 kreeg de heer A. Wildschut, administrateur bij de Gezondheids-dienst voor Vee en in zijn vrije tijd een verwoed liefhebber van zeilen in het algemeen en van ronde jachten in het bijzonder de tip, dat er in Leiden een aardig boeiertje lag, dat hij vast wel in handen zou kunnen krijgen om op te knappen. Wildschut naar Leiden. Het was februari en in de Herengracht trof hij de ,Buizerd" aan, klem in het ijs en met een dikke klomp bevroren lekwater in zijn rondom met blik betimmerde romp. De mast ontbrak. Al jaren trouwens. De eigenaar, de heer Biesot, voer 's zomers de boeier, als men dit trieste rudiment nog zo zou willen betitelen, mastloos en met aanhangmoter Kaagaarts! De echte liefhebbers stonden dan de tranen in de ogen....
In april haalde Wildschut samen met zijn broer L. Wildschut uit Sappemeer, de „Buizerd" op. De ex-eigenaar stond hun lang na te wuiven en riep bezorgd: „Denk er om, dat jullie me een berichtje sturen, hoor!". Geen overdadige bezorgdheid, want het duo zou het gammele hulkje via het 'IJsselmeer naar Friesland varen. „We hadden de mast tevoorschijn gehaald, al was 'ie half kapot, en zo goed en zo kwaad mogelijk met een stuk bandijzer versterkt. In de kajuit stopten we een op¬gepompte, grote truckbinnenband. Je kan nooit weten.... Overigens: die mast werd gesteund met vier stagen".

Sytsebaes

De „Buizerd" van eertijds zou nooit ofte nimmer de mooie „Buizerd" van nu zijn geworden als de 80-jarige scheepsbouwer S. Hoogeveen oftewel Sytze Baes uit Veenwoud-sterwal de nieuwe boegen niet gebrand had. Een half jaar lang heeft deze bejaarde vakman het scheepje in zijn loods onder handen gehad. Is het wonder, dat de beide jonge Leeuwarders besloten om op het hakkebord. dat thans de ,Buizerd" siert in fraaie letters te vermelden: „Sytze Baes makke mij wer ta nij"?

De restauratie

In feite kwam het er op neer, dat er een geheel nieuwe „Buizerd" groeide, een boeier, die misschien nog een tien percent van het originele materiaal aan, in en op zich heeft, maar voor de rest nagelnieuw is. Anderzijds heeft deze herrezen „Buizerd" geheel de vormen en de afmetingen behouden van het ontwerp dat idem zoveel tientallen jaren geleden door een Friese boeier-werf kunstenaar werd gemaakt. Juist de noodzaak van dit getrouwe vasthouden aan de eerste uitvoering en daarbij het lastige her-construeren (met slechts af en toe de mogelijkheid van machinale hulp) van de ronde vormen der onderdelen heeft dit karwei zulk een bijzonder lange tijd doen duren.

5000 kilometer op de fiets voor de restauratie

De zomer en de winter van '57 en toen het gehele jaar '58 plus het voorjaar van '59 hebben Wildschut en - zij het met enige hiaten - Wiersma hun vrije tijd aan de „Buizerd" gegeven. „Van mijn huis in west naar de Jacht-haven is zo'n twintig minuten fietsen" zegt de heer Wildschut. „Ik schat, dat ik tenminste in onze bouwtijd zo'n 5000 km heb gefietst. 's-Morgens voor m'n werk bij het schip en verder iedere avond in de loods van zeven tot elf.... of tot nog later. In de winter konden we het er uithouden tot acht graden vorst. Maar dan was het geen pretje meer".

„Het is beslist zo, dat wij zonder de raad en de hulp van mensen als Sytze Baes en Nanning Hendrik Bulthuis, zeker nooit iets hadden bereikt" merkt de heer Wildschut met nadruk op. „Er zijn nog maar een paar ouderen, die je kunnen inlichten over de bouw van boeiers en dergelijke schepen. Ze hebben geen opvolgers en straks zal - naar te vrezen is - het hele oude beroep verloren gaan. Reusachtig jammer"

De nieuwe "Buizerd" heeft 'n nieuwe mast Dat is te begrijpen. De zwaarden waren, na een grondige beurt, nog zeer wel bruikbaar, het oude tuig zal als stormtuig dienst doen terwijl een nieuw tuig is aangeschaft.
Hoewel er natuurlijk nog tal van klusjes in en aan het schip zijn uit te voeren is deze boeier nu geheel zeilklaar en geschikt om voor het eerst na jaren als volwaardig en trots schip op de Nederlandse binnenwateren acte de présence te geven.

Films uit de nalatenschap van Jan Wiersma

augustus 1958

augustus 1958: Watersporttijdschrift "De Golfslag": De Boeiervloot verrijkt

Geruime tijd terug schreven wij reeds iets over de oude boeier "Buizerd" die door de Leeuwarder A. Wildschut in 1956 in Leiden was ontdekt.
Het scheepje, dat geheel ingeblikt was en geen mast meer voerde, werd zomers door de eigenaar gebruikt om, met een aanhangmotor naar de Kaag te varen. Het was het trieste restant van wat eens een aardig boeiertje was geweest.
Maar het scheepje lokte de heer Wildschut, al besefte hij ten volle, wat het zou betekenen om het weer vaarbaar te maken. Maar, wat een echte liefhebber eenmaal in zijn hoofd heeft, moet verwezenlijkt worden en zo ging het hier ook.
De oude, gebroken mast, werd op het scheepje geplaatst, op de plaats van de breuk met een bus omkleed en met vier stagen geschraagd. En met een klein lapje zeil op werd zo de overtocht over het IJsselmeer gewaagd: met een flinke zuid-wester in de rug duurde de overtocht tien uren. Maar men kwam behouden in Lemmer aan. Toen door naar Heeg, waar bij de gebroeders De Jong gehellingd werd. En toen pas bleek hoe slecht het er wel uitzag. De meest nodige voorzieningen werden getroffen, waarna doorgevaren werd naar Leeuwarden.
Vandaar werd het scheepje naar de oude helling gebracht van de 80-jarige scheepsbouwer S. Hoogeveen te Veenwoudsterwal, algemeen bekend als Sytse Baes, een van de weinige oude bouwers, die nog het geheim van het branden en buigen van de boegen voor ronde jachten uit de praktijk kent.
Een half jaar heeft deze oude vakman er aan gewerkt, terwijl de nieuwe eigenaar met hulp van zijn vriend Wiersma practisch elk vrij ogenblik besteedde aan de restauratie.
Want niet alleen de boegen moesten vernieuwd. ook de spanten bleken niet deugdelijk meer en moesten stuk voor stuk vervangen worden en daarna de berghouten en tenslotte bleek, dat er zoveel van het oude hout door nieuw vervangen moest worden. dat de "Buizerd" van thans nog misschien tien procent van het oude materiaal behouden heeft.
Maar, wat wél behouden is, dat zijn de oude vormen en afmetingen, zodat het nieuwe schip practisch gelijk is aan het oude. dat tientallen jaren geleden op een Friese werf werd gebouwd. Hoelang geleden? Het is tot nu toe niet gelukt dat uit te zoeken; alleen is bekend. dat het voordat het eigendom werd van de heer Biesot in Leiden, in Zutphen zijn domicilie heeft gehad. Deskundigen schatten de ouderdom op plm. 100 jaar.
Hoeveel uren het gehele karwei. waarmee een paar jaren gemoeid zijn geweest en waaraan allerlei bekenden hun goede hulp hebben verleend, heeft gekost is niet te becijferen. De heer Wildschut schat dat hij op zijn tochten van huis naar het schip en omgekeerd zeker een 5000 km heeft gefietst!
Maar het resultaat loont alle moeite en zorg ten volle. ' De nieuwe "Buizerd" is een prachtige aanwinst geworden voor de Friese boeiervioot. Zaterdag 11 juli was het de grote dag, dat de vernieuwde boeier voor het eerst, met alles er op en er aan, aan vrienden en belangstellenden kon worden getoond. Behalve de heren Wildschut en Wiersma waren oude Sytse Baes aan boord en de houtsnijder Bulthuis uit Huizum. die het fraaie houtsnijwerk verzorgde en op de bedelbalk de toepasselijke spreuk uitbeitelde: "Sytse Baes makke my wer ta nij."  ")

Mochten er lezers zijn die meer weten van de geschiedenis van deze boeier, dan houdt de redactie zich graag aanbevolen voor Inlichtingen.

1994

1994

1994: De 'Buizerd' in 1994 (eigenaar J.W.C. de Groot, Amsterdam)

2005

2005

2005: De boeier 'Buizerd' in het boek "De Boeier" van Dr. Ir. J. Vermeer

A. Wildschut te Leeuwarden wordt eigenaar

In februari 1955 kocht de heer A. Wildschut te Leeuwarden de "Buizerd" van de heer Biesot. De boeier lag aan de Heerengracht te Leiden en er werd zonder mast en met aanhang-motor mee gevaren op het Braassemermeer en de Kagerplassen. Het schip was er zeer slecht aan toe: ingeblikt, enkele spanten ontbraken, leggers waren gedeeltelijk van vurenhout en hardboard was over het dek gespijkerd. De mast was er nog wel, maar naar later bleek aan de voet geheel uitgehold en volgestopt met couranten van 1914! Hieruit blijkt dat de toestand van de mast, en naar alle waarschijnlijkheid ook die van het schip, in 1914 al niet best was. We mogen dus aannemen dat we te doen hebben met een nog in de negentiende eeuw gebouwd schip. Gezien de toch beperkte lengte zijn we geneigd te denken dat het als open jacht moet zijn gebouwd en later van een roef is voorzien. Wildschut meent echter dat het wel altijd een boeier is geweest, gezien het hoge vrijboord en het verzonken dek. Aangezien de herkomst en de opdrachtgever wel altijd onbekend zullen blijven, moet een oordeel hierover teruggehouden worden.

Restauratie van de 'Buizerd' met behulp van Jan Wiersma, S.D. Hoogeveen (Sytsebaes) en Nanning Hendrik Bulthuis

Getroffen door de fraaie rompvorm kocht Wildschut het schip, ondanks de erbarmelijke staat waarin het verkeerde, en bracht het via het IJsselmeer naar Leeuwarden, met het voornemen een totale restauratie te beginnen. Van zijn vriend Jan Wiersma, destijds eigenaar van de boeier "Minke Lokke" vernam hij dat de oude scheepsbouwer Sytse Hoogeveen in Veenwoudsterwal kon boegbranden. De toen reeds 78-jarige Hoogeveen wilde alleen de boegen van de waterlijn tot het berghout vernieuwen en de rest moesten ze zelf maar doen! 'De rest' werd in Leeuwarden door de eigenaar in drie jaar tijd uitgevoerd met hulp van de heer Wiersma en van de bootbouwer Nanning Hendrik Bulthuis uit Huizum, met als resultaat dat de "Buizerd" sindsdien een sieraad is van de ronde-jachtenvloot. De uit hout gesneden vogel in de vorm van een buizerd die de roerkop versierde was gebarsten en daarom heeft Bulthuis (tevens vaardig houtsnijder) een nieuwe gemaakt. Het snijwerk op de nieuwe kluisborden is door Wildschut zelf gesneden naar een ontwerp dat de heer Wiersma oorspronkelijk had gemaakt voor de in 1962 nieuw gebouwde boeier "Boreas". Ter herinnering aan de restauratie en de hulp daarbij van Sytse Hoogeveen is op een hakkebord de tekst uitgesneden "Sytse Baes makke my ta ny".

Na de restauratie

De heer Wildschut was van 1956 tot 1994 bestuurslid van de Vereniging Leeuwarder Watersport. De "Buizerd" had een vaste ligplaats in een botenhuis in de jachthaven van deze vereniging. 
Evenementen waaraan hij heeft deelgenomen: de zomerreünies van de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten in Friesland in 1960, 1965, 1970 en 1975. Vanaf 1972 verbleef hij 's zomers voor de caravan van de familie in Gaastmeer. Van daaruit werd driemaal deelgenomen aan de Regionale Reünie in Heeg. Wegens gevorderde leeftijd van de eigenaar werd de "Buizerd" in 1993 verkocht. De nieuwe eigenaar was dr J.W.C. de Groot te Amsterdam. De boeier werd door hem alleen voor dagtochten gebruikt. Het vaargebied was de Hollandse plassen, de thuishaven Kudelstaart. Enige reparatiewerkzaamheden werden uitgevoerd op de werf van Been te Aalsmeer. In 1999 verkocht de heer De Groot de "Buizerd" aan mevrouw M. van Drongelen-van der Wolk te Ouderkerk a/d IJssel.

Technische gegevens

Hoofdafmetingen

  • Lengte over de stevens    6,29 m
  • Grootste breedte over de berghouten 2,91 m
  • Holte op het grootspant    1,19 m
  • Diepgang    0,37 m
  • Zeiloppervlak: grootzeil + fok    36,0 m2
  • Kluiver   n.a.

Bijzonderheden

  • kielbalk hoog 4 cm, dik 4 cm
  • zwak V-vormig vlak
  • kielgang, zandstrook + verloren gang
  • 5 doorlopende huidgangen
  • hoekige kim tussen derde en vierde gang vanaf het berghout
  • hoog voordek, geen bedelbalk
  • snijwerk op beretanden en kluisborden, hennebalk, kajuitranden en op de zijkanten van de roerkop
  • roer bekroond door vergulde buizerd

Opmerkingen

Daar in het boeisel restanten van de bevestiging van een bedelbalk te zien zijn, heeft de veronderstelling dat het schip als open jacht zou zijn gebouwd enige ondersteuning. De constructiebijzonderheden wijzen niet op Van der Zee.

2 juli 2005

2 juli 2005: Feestelijke tewaterlating na restauratie door "Scheepsrestauratie Oude Liefde" in Workum

2006

maart 2006

maart 2006: SSRP Jaarverslag 2005 - Met subsidie uit het Restauratiefonds FONV uitgevoerde restauraties van in het Stamboek ingeschreven jachten

In het SSRP jaarverslag 2005 wordt melding gemaakt van de volgende restauratie:

Na een vijf jaar durende algehele restauratie is de boeier Buizerd van Margot en Pieter van Drongelen op 2 juli 2005 in Workum onder grote belangstelling feestelijk te water gelaten. In 2005 is het schip gebreeuwd, gerubberd en gelakt. 

 

In een eindsprint is alle beslag, snijwerk etc. weer gemonteerd. Het schip heeft er de laatste halve eeuw niet zó goed uitgezien en misschien is de Buizerd nu zelfs mooier dan ooit tevoren

9 augustus 2006

9 augustus 2006: De 'Buizerd' en de tjotter 'Hilda' op het Slotermeer

2016

22 januari 2016

22 januari 2016: Reactie van Jan Evers, zoon van de eerste eigenaar

Als zoon van de eerst bekende eigenaar van de Buizerd, plaats ik graag enige opmerkingen.
In de lijst van bekende eigenaar staat de hr. Evers te Zwolle vermeld. Dit moet n.m.m. Zutphen zijn. Voorts is het zo dat de verkoper van het schip niet de eigenaar van de boeier was, maar de broer van mijn vader de eigenaar. Na het plotselinge overlijden van mijn ouders, heeft hij het schip verkocht.
Inderdaad heeft mijn vader de boot in het blik gezet, dit gebeurde in de toenmalige haven "het Kabinetje", dat toen nog een open verbinding met de IJssel had. De haven kende een ondiep gedeelte dat in de zomer droog viel. Op dat deel werd in de zomer aan de boot gewerkt. We hebben in de korte tijd dat de boot door ons gezin werd gebruikt, nimmer een grindgat bezocht. We voeren ongeveer 7 km stroomopwaarts en lagen daar in een kribvak aan de westelijke oever, vandaar uit konden we kerktoren van Zutphen nog zien. We verbleven daar ca 14 dagen. Proviand werd na een wandeling bij een boer in geslagen. Overigens ben ik nog in het bezit van de originele foto van de Buizerd in de haven van Zutphen, waar we met ons gezin opstaan, ik heb door prima kopieën van laten maken.

Er is zelfs een koektrommel door een voormalige bakkerij in Zutphen uit gebracht met deze foto op de deksel. Ook hiervan heb ik een exemplaar, zij het met nodige gebruikssporen. Verder weet ik zeker dat toen de boot verkocht werd er de zwaarden bijzaten, die bij een boeier behoorden, die mijn vader eerder in bezit had. Deze is door brand in de oorlog verloren gegaan. Ooit heb ik met mijn gezin een tochtje met de hr. Wildschut met de Buizerd gemaakt. De hr. Wildschut vroeg mij toen of ik wist waarom er afwijkende zwaarden (ik meen te kleine) bijzaten, ik heb hem toe dit verhaal verteld.
Het doet mijn veel plezier de Buizerd , waarop ik 2 zeer mooie vakanties had, in zo'n prachtige staat te zien!

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht