AEbelina

AEbelina

Binnen het skûtsjemuseum De Stripe te Earnewâld groeide het idee om een houten skûtsje te bouwen. Dit idee leidde tot de oprichting van de Stichting Houten Skûtsje. Het stichtingsbestuur werd samengesteld uit een zevental mensen, elk met een eigen discipline. Gekozen werd voor de bouw van een replica van het in Fryslân nog steeds bekende veerscheepje 'AEbelina', later beter bekend onder de naam 'Dorp Grouw'. De 'AEbelina' is tussen 2004 en 2009 gebouwd onder leiding van Johan Prins uit Workum.

De AEbelina onder zeil. Dit is een van de twee nog bestaande foto's.
De AEbelina onder zeil. Dit is een van de twee nog bestaande foto's.

De 'AEbelina' is oorspronkelijke gebouwd als beurt- of veerscheepje. Deze scheepjes weken wat uitrusting en inrichting af van de skûtsjes, die uitsluitend voor vrachtvervoer werden gebouwd. Aan de schepen en schippers werden ook andere eisen gesteld. Een beurtscheepje is niet een specifiek type schip, maar kon elk type binnenvaartschip zijn dat voor de beurtvaart werd gebruikt. In het verleden meestal rond gebouwde, zeer handelbare scheepjes die snel konden zeilen, zoals aakjes, pramen, snikken, tjalkjes, maar er zijn ook schouwen voor gebruikt. Het beurtschip is daarom niet apart als scheepstype in ons bestand opgenomen.

De beurt- of veerscheepjes onderhielden beurtdiensten tussen alle aan het water gelegen plaatsen in Fryslân. In bijna elk dorp en elke stad waren wel één of meer van deze schepen te vinden. Ze waren min of meer de voorlopers van de later (ijzeren) skûtsjes. De latere 'AEbelina' werd in 1861 door scheepsbouwmeester Eeltje Holtrop van der Zee te Joure voor eigen rekening op stapel gezet. In het werfboek staat: 'Een schip gemaakt op de koop, lang 43 voet, hoog voor onder de stoothouten 5 voet en 6 duim - achter 4 voet en 10 duim onder het Berghouten 28 duim, alles onder met de kil'. Het schip werd dus 12,17 m. lang.      

Direct na de voltooiing werd het verkocht aan de beurtschipper Gerben Zuidema te Grouw. Hij gaf het schip de naam 'AEbelina', naar de vrouw van zijn geldschieter. De 'AEbelina' veranderde hierna nog tweemaal van eigenaar, totdat Wijbe Peekema, ook een beurtschipper in Grouw, in 1873 eigenaar werd. Hij veranderde de naam in 'Dorp Grouw'. Het schip voer beurtdiensten vanuit Grou op Sneek en Leeuwarden.

Ere ronde na de tewaterlating van de nieuwe 'AEbelina'
Ere ronde na de tewaterlating van de nieuwe 'AEbelina'

Eigenschappen

Plaquette nummer:2236 Zeil nummer:
Categorie:B Tekening nummer:
Type:Skûtsje

Bouw

Bouwjaar:2009 Ontwerper:Archief Eeltje Holtrop van der Zee
Werf:Johan Prins Werf plaats:Eernewoude Skûtsjemuseum / Workum
Motor:Inbouw Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:Eikenhout
Materiaal zeil:Katoen
Onderwaterschip:Rond Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:12,16 m Breedte berghout:3,10 m
Diepgang:0,45 m Masthoogte water:14,00 m
Oppervlakte grootzeil:52,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:20,30 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:72,30 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Register Varend Erfgoed Nederland

Registratie nummer:5534 Registratie datum:29-11-2022
Geregistreerd als:Varend Erfgoed

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

2009 – Nu (laatst bekend) Stichting Skûtsje Aebelina, Eernewoude ( Aebelina)

Geschiedenis

1881

1881

1881: Het veerschip werd in 1861 door scheepsbouwmeester Eeltje Holtrop van der Zee te Joure voor eigen rekening op stapel gezet.

De originele werfboeken zijn eigendom van de Ottema/Kingma Stichting en worden bewaard bij Tresoar (Rijksarchief) te Leeuwarden. Van de originelen zijn kopieën gemaakt, die echter zo slecht zijn, dat ze bijna niet meer de kopiëren zijn. Een eerdere kopie, een tiental jaren eerder gemaakt is wel beter bruikbaar en ligt in het Zuiderzee Museum te Enkhuizen. Wij publiceren uittreksels van de werfboeken in ons hoofdstuk Publicaties.

2007

mei 2007

mei 2007: Spiegel der Zeilvaart mei 2007 nummer 4 - Herbouw houten veerscheepje Aebelina

De combinatie van schip en zeil vormde een eenheid die in wedstrijden bijna niet te verslaan was. Maar het schip moest het wel van de wind hebben. Zo kwam Peekema bij Harlingen, waar buiten de haven gezeild werd, eens twintig minuten voor de nummer twee binnen. Bij zachte wind moest hij met mindere klasseringen genoegen nemen. Zelf stond hij niet aan het roer. Een collega-schipper, Joege Stok, was de stuurman.
Vanaf 1880 stond zijn zoon Mindert aan het roer. Tot 1909 won het schip bij de zeilverenigingen in Grouw ongeveer 20 prijzen bij wedstrijden van Oostergoo en 16 bij Frisia. In 1880 werd de 'Ebelina' bij Frisia uitgesloten "wegens meerdere bekwaamheid". In de paar jaar van deze uitsluiting organiseerden verschillende schippers, waaronder Peekema, onderlinge wedstrijden. Hier werd om geldprijzen gezeild. Meestal om f 80,-, f 60,- en f30,-. Bij de zeilverenigingen waren de prijzen aanvankelijk zilveren voorwerpen. Na 1880 werd er op verzoek van de (beroeps)schippers om geldprijzen gezeild, die varieerden van f 130,- tot f 10,-.
In 1909 werd de Dorp Grouw verkocht naar Oldeberkoop. Na een paar jaar kwam het schip weer terug naar Grouw. Het werd ingericht als boeier, waarmee met kleine gezelschappen werd gezeild. Het schip was nu wit
geverfd, dat erop zou kunnen wijzen dat het in het blik was gezet. Na 1945 is er niets meer van het oude beurtschip vernomen.

pdf SdZ mei 2007 nr04 - Herbouw houten veerscheepje Aebelina

oktober 2007

oktober 2007: Spiegel der Zeilvaart oktober 2007 nummer 8 - Herbouw houten veerscheepje Aebelina vordert gestaag

Zomer 2005 werd in Earnewâld begonnen met de bouw van dit houten skûtsje volgens de oude bestekken, die waren gevonden in de werfboeken van Eeltje Holtrop van der Zee, die het oorspronkelijke scheepje in 1861 bouwde. Scheepsbouwmeester Johan Prins uit Workum bouwt inmiddels drie zomers met een aantal medewerkers aan het scheepje op het terrein van Historische Scheepswerf De Stripe bij het Skûtsjemuseum in Earnewald.
Nadat gezaagde eikenhouten stammen, zeilend, bomend en jagend met een skûtsje waren opgehaald bij houtzaagmolen de Rat in IJlst kon worden begonnen met het leggen van de kielplank en de eerste gangen. Aan de einden werden de delen gebrand om de juiste ronding te krijgen. De naden tussen de delen zijn niet recht, maar om zo min mogelijk verlies te hebben, wordt de natuurlijke bocht van de stam gevolgd en worden de delen passend tegen elkaar gezaagd.

pdf SdZ oktober 2007 nr08 - Herbouw houten veerscheepje Aebelina vordert gestaag

2009

22 augustus 2009

22 augustus 2009: Doop en tewaterlating 'Aebelina'

september 2009

september 2009: Spiegel der Zeilvaart september 2009 nummer 7 - Aebelina pronkjuweel van het Skûtsjemuseum

We zijn regelmatig bij de bouw gaan kijken en genoten niet alleen van de originele bouwmethode die werd nagestreefd, maar ook van het bijzondere Skûtsjemuseum. Johan Prins heeft zes jaar lang, vooral 's zomers, vier dagen per week de weg van Workum naar Earnewald gereden. Inmiddels kunt u scheepje zelf in het water bekijken.
Eeltje Holtrop van der Zee bouwde in 1861 op zijn werf in Joure voor eigen rekening een veerscheepje met een lengte van 12,21 m. Hij werd in de vorm en uitvoering niet gehinderd door wensen of eisen van opdrachtgevers, dus maakte hij er iets heel moois van. Het scheepje werd tijdens de bouw al verkocht. Onder de naam 'Ebelina' en later 'Dorp Grouw' werd tot 1910 de veerdienst tussen Grouw en Leeuwarden onderhouden. In dat jaar werd een ijzeren 'Dorp Grouw' ingezet. Belangrijker voor de verschillende eigenaars waren de opbrengsten van het hardzeilen met dit snelle, bijna onverslaanbare scheepje. Het is ongelooflijk wat de opbrengsten van het wedstrijdzeilen in die tijd waren. In ieder geval veel meer dan met de veerdienst was te verdienen. De gehele geschiedenis en de bouw staan overigens beschreven in het zojuist verschenen boekje "De doem van eer AEbelina, Pronkjuweel van het Skûtsjemuseum", geschreven door Johan Prins, Piet Herrema, Age Veldboom en Klaas Jansma. De hoofdtitel slaat vooral op de narigheid die de verschillende eigenaren overkwam en de jonge leeftijd waarop ze stierven.

pdf SdZ september 2009 nr07 - Aebelina pronkjuweel van het Skûtsjemuseum

november 2009

november 2009: Spiegel der Zeilvaart november 2009 nummer 9 - Aebelina te water in Earnewâld

Met een vrolijke heilswens gaf de Friese gedeputeerde Jannewietske de Vries zaterdag 22 augustus het startsein voor de tewaterlating van de 'AEbelina'. Honderden aanwezigen zagen hoe de fraaie replica van een 19de-eeuws eikenhouten veerschip dicht bij het Skûtsjemuseum in Earnewâld werd voorzien van roer, zwaarden, strijkbare mast en tuig.
De nieuwe 'AEbelina' is in de afgelopen vijf jaar gebouwd onder leiding van de Workumer scheepsbouwer en restaurateur Johan Prins. Het schip meet 12,16 bij 3,11 meter. De 'AEbelina' is ontworpen en vervaardigd naar negentiende eeuws voorbeeld. 
Het houtbouwproject in Earnewâld is tot stand gekomen op initiatief van het bestuur van het Skûtsjemuseum. Een speciaal opgerichte Stichting Houten Skûtsje fungeerde als opdrachtgeefster en verzorgde de fondsenwerving. Belangrijke subsidiënten waren de provincie Fryslân en de gemeente Tytsjerksteradiel, maar ook fondsen, bedrijven en particulieren droegen royaal bij tot het totale budget van ruim vijf ton. 
De "AEbelina' is getuigd met zeilen die gemaakt zijn van de tuigage van het koninklijke jacht 'De Groene Draeck'. Het zal op woensdagmiddagen een beurtdienst onderhouden van Eamewâld op Grou v.v. Hiertoe ontving de nieuwe eigenares, de Stichting AEbelina, zaterdag volgens oud gebruik een 'octrooi' van de gemeente Tytsjerksteradiel.

pdf SdZ november 2009 nr09 - Aebelina te water in Earnewâld

december 2009

december 2009: AEbelina - De doem van eer

In 1861 bouwde Eeltje Holtrop van der Zee in Joure voor eigen risico een fearskip van ruim 12,21 meter. Hij kon vrij zijn gang gaan. Daardoor werd het een meesterstuk. Onder de namen 'Ebelina' en 'Dorp Grouw' was het schip met Zuidema's en Peekema's als schippers bij harde wind vrijwel onverslaanbaar. Reden om het te herbouwen en, met respect voor de historie, een iets gewijzigde nieuwe naam te geven: 'AEbelina'. Bij het Skûtsjemuseum in Earnewâld kwam het nieuwe schip, vijf centimeter korter, onder leiding van Johan Prins uit Workum tot stand. Het werd een pronkje van verfijnde scheepsbouwkunst.
Het hele verhaal is in boekvorm uitgegeven onder de naam "
AEbelina De doem van eer".

2014

20 februari 2014

20 februari 2014: Fotoalbum houten veerscheepje 'Aebelina'

Op de website van Johan Prins kunt u een aantal fotoalbums vinden, waarin naast onderstaande kleine selectie, nog veel meer foto's staan, van voorbereiding, bouw en het vervolg.

Zeilfoto van Fonger de Vlas
Zeilfoto van Fonger de Vlas

2021

17 november 2021

17 november 2021: In Beeld Dirk Huizinga: De knecht voorop

Dirk Huizinga schrijft:
Wat opvalt bij de Aebelina, maar wat kenmerkend is voor alle grotere platbodems waar de fokkeschoot over een overloop voor de mast wordt geleid, is de positie van de fokkenist. Op de foto zien we de fokkenist van de oorspronkelijke Aebelina de fok te loevert houden, staande naast de mast. Zijn werkplek was voorop en nergens anders. Bij skûtsjes en boeiers zie je nog steeds naast de mast bemanningsleden met de fok in de weer, wat je bij moderne jachten nooit ziet.
In Beeld Dirk Huizinga: De knecht voorop

2024

maart 2024

maart 2024: Spiegel der Zeilvaart nummer 2 - Houten 'Aebelina' tegen ijzeren 'De Rot'

Voor het eerst ontmoeten twee iconische skûtsjes elkaar in de Spiegel. Het zijn de 137 jaar oude 'De Rot', het oudste, nog zeilende ijzeren skûtsje, en de 'AEbelina', een exacte replica van het skûtsje dat in 1861 gebouwd is als het snelste schip van Friesland.
Natuurlijk kennen ze elkaars schepen maar al te goed, de vrijwilligers van de skûtsjes 'AEbelina' en 'De Rot'. Maar samen varen, nee dat hadden ze nog nooit gedaan. De Rot is het oudste skûtsje van ijzer dat nog vaart, de 'AEbelina' het enige van hout. Misschien ligt het nog steeds gevoelig: de bouw van het eerste ijzeren schip voor Friesland luidde een nieuwe periode in, een tijd waarin geen plaats meer was voor houten skûtsjes. Hoe kunnen ze dan toch samen op de foto staan?
Voordat we het daarover hebben, eerst een opmerking vooraf. We wilden de twee schepen heel graag bij elkaar brengen, maar het kostte aardig wat moeite om een ontmoeting te arrangeren tussen deze twee imposante schepen uit de Friese historie. Zo lag De Rot deze zomer op het droge. Niet voor een werfbeurt, maar op het dorpsplein van Rottevalle (gelegen net ten noordoosten van Drachten red.). Het scheepje, de lengte is net geen 12 m, was de hoofdrolspeler in het openluchtspel Izer, een toneelstuk over z'n eigen historie.

pdf SdZ 2024 nr02 maart - Houten 'Aebelina' tegen ijzeren 'De Rot'

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht