ARM27 'De Vrouw Adriana'

ARM27 'De Vrouw  Adriana' Verdwenen

De Hoogaars ARM27 'De Vrouw Adriana' is in 1932 gebouwd, als grootste houten Hoogaars, bij Meerman in Arnemuiden en het is de eerste Hoogaars, ontworpen voor motoraandrijving. Later is de Hoogaars weer zeilend gemaakt. Na een onenigheid met de vorige eigenaar, een man uit Rotterdam, is de ARM27 eigendom van de Stichting Museumhaven Zeeland in Zierikzee geworden. Museumhaven-voorzitter Jaap Verwest vertelt in 2007: “Die man wilde een complete renovatie. Maar daar hebben wij het geld en de mensen niet voor”. Het schip zonk twee keer in de haven. Door het breeuwen van de naden is het drijvend gemaakt.

De Hoogaars ARM27 'De Vrouw Adriana' is in 1932 gebouwd, als grootste houten Hoogaars, bij Meerman in Arnemuiden en het is de eerste Hoogaars, ontworpen voor motoraandrijving. Later is de Hoogaars weer zeilend gemaakt. Na een onenigheid met de vorige eigenaar, een man uit Rotterdam, is de ARM27 eigendom van de Stichting Museumhaven Zeeland in Zierikzee geworden. Museumhaven-voorzitter Jaap Verwest vertelt in 2007: “Die man wilde een complete renovatie. Maar daar hebben wij het geld en de mensen niet voor”. Het schip zonk twee keer in de haven. Door het breeuwen van de naden is het drijvend gemaakt.

Foto PZC in 2015
Foto PZC in 2015

Eigenschappen

Plaquette nummer:9108 Zeil nummer:
Categorie:V Tekening nummer:
Type:Hoogaars

Bouw

Bouwjaar:1932 Ontwerper:Gebr. Meerman
Werf:Gebr. Meerman Werf plaats:Arnemuiden
Motor:Inbouw Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:Eikenhout
Materiaal zeil:Katoen
Onderwaterschip:Knikspant Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:15,60 m Breedte berghout:4,85 m
Diepgang:0,00 m Masthoogte water:0,00 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1929 – onbekend ( ARM27 Aeremuenaer)
onbekend – 1962 Jacob van Belzen, Arnemuiden ( ARM27 De Vrouw Adriana)
onbekend – onbekend Stichting Museumhaven Zeeland, Zierikzee ( ARM27 De Vrouw Adriana)

Geschiedenis

1988

1988

1988: Spiegel der Zeilvaart: De ARM27 of hoe een wereldreis een Hoogaars werd

Ik herinner me nog precies hoe het begon. 't Was winter, eind jaren zeventig, en ik stapte samen met wat sneeuwvlokken het warme verlichte roefje binnen. Daar zaten mijn broer en wat vrienden gebogen over een spelletje Risk. Ik stond op het punt maar weer weg te gaan (ik houd niet zo van Risk), toen het me opviel dat het bord leeg was. Ook de sfeer van strijd ontbrak. Er werd gepraat over zeilen, een goede reden om toch maar te blijven. Kortom, boven deze „wereldkaart" was hun plan ontstaan om zeilend te gaan reizen. Het plan is anders uitgepakt. Ze hebben een veel te oud schip gekocht, een wrak eigenlijk dat meer zin had in een flinke restauratie dan in een zeiltocht, laat staan een tocht rond de wereld. Zeven lange jaren zijn ze nu aan het werk geweest, maar wel met een schitterend resultaat. Het schip is nu de grootste zeilende houten hoogaars die we in Nederland nog hebben. Over de restauratie en wat daar zoal bij komt kijken is dit verhaal geschreven. De aankoop met z'n teleurstellingen, het slopen van het schip en de wederopbouw komen in de eerste aflevering aan de orde. Dan, in deel twee, gaat het schip te water en na een paar jaar had werken wordt het eerste tochtje gemaakt. Deel drie behandelt o.a. de B.Z.-eisen, de intimmering en geeft een overzicht van de materialen en gereedschappen, ook komt hier de geschiedenis van de hoogaars naar voren.
Ik zal de vijf vrienden even aan u voorstellen en dan komen ze zelf aan het woord: Albert v. d. Stolpe 37 j. beeldhouwer; Henny Strijker 35 j. illusioniste; Johan Krikke 37 j. elektriciën; Marijke Rusch 36 j. adm. medewerkster; Wieke Reemer 40 j. scheepstimmerman.

Plan: een tocht rond de wereld

We waren buren en woonden op schepen in Spaarndam. We speelden met het plan zeilend een tocht rond de wereld te maken. De schepen die wij bewoonden waren niet zeewaardig en dus gingen we op zoek naar een geschikter schip. Wij, Albert, Marijke, Johan, Henny en Wieke, kwamen op onze speurtochten onder andere een Thamesbarge en een Barkentijn tegen. De eerste te vergáán en de laatste te mooi en dus onbetaalbaar. 
Verder gezocht. Een advertentie; Te koop: Hoogaars. Naar later bleek de „ARM27", door een vorige eigenaar opnieuw onder zeil gebracht maar verder in slechte staat. We gingen kijken. Kijken is leuk, en kan geen kwaad... Daar lag ze, te rotten in het vervuilde Maaswater, aan een kade in Roermond - er klokte bruin bilgewater uit een slangetje terug in de Maas. Na wat prikken en hakken, wikken en wegen, slapeloze nachten en veel „gebuikvlinder" werd de koop gesloten. Een prachtig oefenobject en we konden ons samenwerken testen, maar eigenlijk was het meer „liefde op het eerste gezicht". En onze handen jeukten.

1980: De eerste inspectie

Bij de eerste inspectie bleek er nog zo weinig verband in het schip te zijn dat ondersteuning van het voorschip nodig was, want boeisel, berghout en reling-rand waren grotendeels weggerot. De mast werd gestreken, de hommer met de achtersteven verbonden, zodat voorstag, bokkepoten en strijktalie-lier de voorsteven omhoog hielden. Denkend voor ongeveer een jaar „handen uit de mouwen" te hebben gekocht, voeren wij haar op eigen kracht naar Spaarndam. Februari 1980, dus korte dagen. Maar gelukkig vonden wij aan boord rood en groen beschilderde jampotjes bedoeld als navigatie-verlichting. Met koude handen en een steeds kokende motor kwamen we na twee dagen aan en meerden haar af tussen onze schepen. Niet lang daarna, de dagen waren nog maar weinig langer, waren we al aan de slag. Het laadruim van één van onze schepen werd ingericht als opslagruimte en werkplaats. Als stroomvoorziening werd daar ook een aggregaat geïnstalleerd, voor kleine klusjes draaide er al een windmolen. Het „hart" van de werkplaats werd een van vriend Emo geleende lintzaag, die na drie dagen sleutelen werd aangedreven door een eigen dieselmotor. De kettingzagen en motorschaaf werden „uit het vet gehaald" en geslepen. Rondom ons begon de natuur langzaam te ontluiken: samen een nieuwe fase in! In de frisse voorjaarslucht verwijderden we de waterklossen en zaagden we het dek rond de spanten weg.

Onderwaterschip

Het onderwaterschip was nu aan de beurt. De hoogste tijd om het schip droog te zetten. Het bovenwater gedeelte van de hoogaars was, samen met de verbandconstructie van balken, staaldraad en kettingtakels, sterk genoeg om het schip desnoods uit het water te takelen. Emiel, van Jachtwerf ,De Rietpol", hees onze hoogaars op het ponton. Een angstwekkende gebeurtenis. Gang na gang werd zichtbaar boven het wateroppervlak en leek door rot aangetast. Kromgetrokken hing ze in de stroppen en werd zachtjes neergezet op acht zeer solide olievaten. Daar staat ze! Wat groot! Wat een aangroei! Eerst dat er maar eens af. Bij de eerste halen met de krabber blijken de huidgangen zo zacht, dat vernieuwen toch écht noodzakelijk is. Dat zoiets kon blijven drijven! Het vlak daarentegen is zeer goed - het is gemaakt van een andere houtsoort: iepehout.

1983: Tewaterlating als het onderwaterschip is gerestaureerd

Het lang verwachte moment was daar! Na een afspraak met „de Rietpol" trokken we het ponton omzichtig onder de hijskraan van Emiel. Een beschrijving van wat toen gebeurde kunnen we helaas niet geven; het uur van de tewaterlating is een zwart gat in ons geheugen. Op foto's zagen we, achteraf, de spanning op onze gezichten. De zenuwen zullen ons geheugen hebben uitgewist.Maar de tewaterlating is geslaagd, het schip bleek dicht en trots voeren we haar, op eigen kiel, terug. Het ponton had zijn taak goed volbracht, het ging ons aan het hart het na die twee jaar vaarwel te zeggen. De hoogaars meerden we als voorheen af aan één van onze woonschepen, een mooi moment om even stil te staan en haar huidige gedaante eens in ogenschouw te nemen. Daar ligt ze nu met haar nieuwe huid, spiegelend in het water. De helft van het werk van de afgelopen jaren, ligt onder de waterspiegel verborgen. De andere helft streelt ons oog, gedubbeld op het water. De oplangers steken zonder boeisel nog kaal omhoog. En waar is het roer? Waar de mast? Er moet nog veel gebeuren! De roef, het dek, de zwaarden! We slaan de handen ineen, tasten maar weer diep in de buidel en bestellen hout voor het boeisel.
Een weekend in mei. We kregen bezoek, zoals wel vaker op mooie dagen. Weer iemand verlegen om een praatje? De bezoeker stelde zich voor als Bernard van Gils, hij bleek ons veel te kunnen vertellen over onze „Aeremuënaar", hem beter bekend als de ARM27, waar hij al jaren naar op zoek was. Hij was bezig een inventarisatie van hoogaarsen te maken. (Verschenen in de SdZ van april 1986).

1985: Het schip gaat met z'n bemanning op pad

7 Uur 's morgens, zaterdag de „voorochtend" van SAIL '85. De Hoogaars ligt in de Haringhaven van IJmuiden. We zijn gewekt door de krijsende meeuwen en zitten onwennig te ontbijten in de vreemd-lege kajuit, als enige betimmering liggen er wat oude scheepsluiken als vloer op de spanten. Jarenlang was het hier een chaos van gereedschap, balken, planken, houtkrullen en zaagsel. In plaats daarvan nu een tafel en wat oude stoelen, achter een gordijn naast de motor verschuilt zich een toilet, een wasbakje hangt aan een paar spijkertjes tegen een spant en in het vooronder ligt een stapel matrassen; ziehier ons interieur. Veel tijd om te wennen aan deze situatie is er niet: we zijn van plan met wat gasten aan boord om 9 uur te vertrekken en de Tall Ships naar de Sail te begeleiden. Zo rustig als het gisteren op het Noordzeekanaal was zo druk is het nu. Bijna boord aan boord varend met honderden andere schepen is zeilen niet mogelijk. Alle tijd om onze ogen uit te kijken en met gepaste trots te constateren dat onze Hoogaars geen gek figuur slaat. Vijf jaar hard werken is niet tevergeefs geweest. De belangstelling op de Sail bevestigt dit en we beginnen zelfs een beetje met onze borst vooruit, de neus in de wind en het hoofd in de wolken rond te lopen. Na zoveel schepen om ons heen waren we nog steeds niet uitgekeken op het watergebeuren, dus was het tijd voor een vakantie, een zeilvakantie, met de ARM27. Via het IJsselmeer naar de Wadden, een goede test. Onderweg hebben we alles eens op een rijtje gezet: onze wereldreis, onze Hoogaars, wij vijven en de financiële (on)mogelijkheden. Marijke en Henny besloten afstand te nemen van de ARM27. Een voor een wereldreis geschikt schip kopen zou de verkoop van de Hoogaars hebben betekend; en daarvoor stond het schip de anderen toch net iets teveel ná aan het hart. Het oorspronkelijke plan, onze wereldreis, hebben we met een één-twee-drie in Godsnaam geofferd aan Neptunus. Albert, Johan en Wieke zochten naar wegen om het schip te kunnen behouden. Verhuren is een voor de hand liggende mogelijkheid, maar dat houdt in dat het schip de nodige aanpassingen moet ondergaan; het interieur met voldoende slaapplaatsen, de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen en een zeil-bediening, die zoveel mogelijk, met de hand geschiedt. Kortom, voortdobberend langs de boeien richting Enkhuizen lieten we onze fantasie de vrije loop. Vanavond, tijdens en na het eten hoeven we ons niet te vervelen!

Een stukje geschiedenis

Na veel speurwerk in oude archieven zijn we in het bezit gekomen van oude zeebrieven en andere documenten. Deze meetbrief is gedateerd in 1941, maar is oorspronkelijk afgegeven in 1935. Tijdens de tweede wereldoorlog zijn er niet alleen veel schepen verdwenen, ook veel informatie is niet meer voorhanden, maar praten met de oude schippers levert al gauw het gewenste resultaat. De schepen kregen niet alleen visserijnummers maar ook namen en zelfs bijnamen. De ARM27 heette „De Vrouw Adriana" en als bijnaam „Koekebak of Spekbak", daarover is nog niet iedereen het eens.

1988: Epiloog

Uit historisch oogpunt mag waterminnend Nederland, in het bijzonder onze Zeeuwse provincie, tevreden zijn dat een belangrijk erfgoed van de ondergang is gered. Met veel liefde voor de maritieme traditie (waarmee ons land mondiaal hoge ogen scoort) is de grootste houten hoogaars, die Nederland nog rijk is, door vijf enthousiastelingen volledig gerestaureerd. 

Tekst: Dion Reemer
Tekeningen: Wieke Reemer

2015

24 september 2015

24 september 2015: Wie de ARM27 wil hebben, mag hem hem gratis ophalen bij de Museumhaven

Artikel in De Provinciale Zeeuwse Courant
Artikel in De Provinciale Zeeuwse Courant

2016

20 april 2016

20 april 2016: Scheepspost: ARM27 klaar voor Spakenburg

Een week later werd bekend dat Spakenburg afziet van overname en restauratie van de Hoogaars ARM27. Redding van de laatste gebouwde visserman Hoogaars lijkt verloren.

2018

14 februari 2018

14 februari 2018: Scheepspost: ARM27 ‘De Vrouwe Adriana’ gesloopt

In Zierikzee is onlangs de Hoogaars ARM27 gesloopt. Het schip was van de Stichting Museumhaven Zeeland en zorgde de laatste jaren voor problemen. Eind 2015 was het schip zo slecht dat er werd gedacht om het af te zinken als duikobject. Dat plan sneuvelde.
De ARM-27 was lek en moest met drie pompen drijvende worden gehouden. Het zonk een paar keer en moest door de brandweer boven water gehaald worden. De stichting had zelf de financiële mogelijkheid en mankracht niet om te repareren en wilde er voor een symbolisch bedrag van 1 euro van af. Uit Spakenburg was belangstelling, evenals van andere kanten. Er waren nog mensen die restauratie mogelijk achtten.De vorige eigenaar hield de verkoop echter tegen, hij had het schip aan de Museumhaven geschonken onder voorwaarde dat het zou worden opgeknapt. Dat kreeg het stichtingsbestuur echter niet voor elkaar met haar beperkte middelen.

Bron: Scheepspost - De Digitale Nieuwsbrief voor het Varend Erfgoed (nummer 161, 14 feb. 2018)

28 september 2018

28 september 2018: Foto van het model van de ARM27 van Catherine Tieleman

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht