Beatrijs

Beatrijs Verdwenen

Ondanks veel inspanning van de inmiddels 87-jarige Egbert Duursma, de bouwer van de schokker, had niemand interesse in het schip. Uiteindelijk nam eigenaar Arco de Visser in 2019 contact op met Henk Kloosterman, conservator van Museum Schokland. Die opperde het idee om de schokker tegen het voormalige eiland 'aan te laten spoelen, dan kon het daar nog jaren blijven liggen, zodat bezoekers konden zien wat voor soort vissersscheepjes vroeger bij Schokland hadden gelegen. En daar ligt de Beatrijs nu, aan de oostkant van het eiland. Je kunt in het scheepje kijken en zo het oorspronkelijke timmerwerk van Egbert Duursma bewonderen. Dit is een - onconventionele - manier om met erfgoed om te gaan; rustig afwachten tot er niets meer van over is.

Stamboekbeheerder Thom Vos schrijft in 2006:
De bouwer/eigenaar heeft het ontwerp ontleend aan de tekeningen in Sopers: “Schepen, die verdwijnen” . Deze zelfde tekeningen hebben ook gediend voor het ontwerp van de schokkers van Vreedenburgh. (Zie: Jan Kooijman, “Tien platbodems”). Hij verwijst in de Waterkampioen van april 1963 naar een publicatie van Vreedenburgh uit 1955 over de vorm van de zwaarden. Hij kende de ontwerptekeningen van Vreedenburgh niet. Hij kreeg éénmaal per week hulp van een scheepstimmerman van de Rijkswerf voor het uitrijen van de delen en het maken van de mast. Verder voor bouwconstructies ging hij kijken bij een gepensioneerde scheepsbouwer die modellen maakte van botters. Die leende hem ook het materiaal voor de mast zoals een haalmes, een speciale bijl en een dissel.

Het laatste nieuws is dat de schokker in 2019 naar het Schokland Museum verhuist.

Eigenschappen

Plaquette nummer:400 Zeil nummer:
Categorie:V Tekening nummer:
Type:Schokker

Bouw

Bouwjaar:1963 Ontwerper:
Werf:Eigen bouw E.K. Duursma Werf plaats:Den Helder
Motor: Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:Eikenhout
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:9,00 m Breedte berghout:0,00 m
Diepgang:0,00 m Masthoogte water:0,00 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1960 – 1984 E.K. Duursma, Monaco ( Beatrijs)
onbekend – 2019 Arco Visser, (Zeeland) ( Beatrijs)

Geschiedenis

1960

1960

1960: De bouw van de Vollenhovense Schokker 'Beatrijs' door E.K. Duursma van 1960-1963 in Den Helder

In het document "Bouw Vollenhovense Schokker Beatrijs" schrijft E.K. Duursma:
In het boekje van Spoiers "Schepen die verdwijnen" staat een Vollenhovensche schokker beschreven die bij de opmeting al 100 jaar was. Hij was 11 meter over de stevens.
Wat mij daarbij aantrok was het feit dat het een knikspant was, wat twee voordelen heeft:

  • De bouw is gemakkelijker dan een rond spant vanwege de moeilijkheid kromme spanten te verkrijgen, en
  • Een knikspant schip buist minder dan een rondspant schip.

Op de Buitenhaven achter het laboratorium (van de vroegere belasting) heb ik een schuur gebouwd van 11x4 meter met daarin een zware horizontale hellingbalk over de gehele lengte. 
Het hout voor de bouw van het schip was in zijn geheel aanwezig bij de scheepswerf De Hoop (Gebroeders Visser) te Den Helder. Het Franse eikenhout had gedurende de oorlog "gewaterd" en de gezaagde planken hadden droog gelegen vanaf de oorlog tot 1960.

Een vriend van mij, die scheepstimmerman was op de Rijkswerf in Den Helder, hielp mij één avond in de week voor het uitrijen van de delen en later bij het maken van de mast. Nadat ik de uitgerijde delen had uitgezaagd (met het handje in 2 duims eikenhout) liet ik deze vervolgens schaven bij de scheepswerf De Hoop. Het leukste werk was het branden van de delen. Dat was vooral een karweitje op zaterdag ochtend. Vervolgens hielp mijn vriend weer met het pas maken, waarna ik de delen vastschroefde (koperen schroeven) en afdopte. De zwaarden heb ik iets langer gemaakt dan op de oorspronkelijke tekening, om hoog aan de wind te kunnen lopen zonder te verlijen. De mast had ik voor 30 gulden van een Volendammer kotter gekocht. Die was vroeger van een botter geweest en werd nu vervangen door een stalen. Deze mast was te lang en te dik, maar van uitstekende kwaliteit. Met behulp van de bijlen, haalmessen en dissels, die ik kon lenen van een oude werfbaas dhr. Kroese, die in Den Helder scheepsmodellen maakte van botters en schokkers, konden we de mast eerst vierkant kappen (gebruikmakende van een schietlood en waterpas), toen achtkant en vervolgens rond. Met een gekrijt touwtje werd de vorm van de mast bepaald.

Ik kreeg natuurlijk vrij veel aanloop, zodat ik een bordje had neergezet met "Wilt u s.v.p. niet vragen hoe ik het schip te water ga laten". Dat gaf inderdaad wat problemen zoals te zien is op p. 3. Het plaatsen van de mast etc. geschiedde op de helling van de werf De Hoop, die me altijd bijzonder behulpzaam zijn geweest.

Nadat we eerst buiskooien in het vooronder hadden, heeft de werf Piersma te Heeg er later houten kooien in gebouwd.

De schokker is een heerlijk schip om mee te zeilen, ze is redelijk snel, kan hoog aan de wind zeilen, buist nagenoeg niet en kan alleen gezeild worden. Althans dat heb ik verscheidene keren gedaan. De Sabb motor is sterk, ook bij getij. Met de tent over de kuip is het ook prettig verblijven als men voor de nacht ergens ligt.

In 1984 heb ik het schip verkocht, wat ons natuurlijk aan het hart ging. Om mijn dochter een prettige herinnering na te laten heb ik vorig jaar een 1:10 model gemaakt van oud eiken hout dat vrij kwam bij het afbreken van een kerk in Monaco.

pdf Bouw Vollenhovense Schokker Beatrijs

1963

1963

1963: Artikel tewaterlating Schokker beatrijs

april 1963

april 1963: Waterkampioen 1963 april nummer 1097 - De Vollenhovense Schokker 'Beatrijs'

In De Waterkampioen van begin juni 1960 staat een stukje van deze „Dudok" (er schijnen er zo veel van te zijn) over de heer Kroese en zijn modellen. Het is geen wonder dat ik door beiden geïnfecteerd werd, en ook bij mijn vrouw kwam het verlangen naar een eigen boot weer boven. Maar dit alles is al weer een jaar of wat geleden, want sedert die tijd heb ik een model van de schokker gemaakt, schaal 1 : 20 voor een lengte van 8,50 meter en is het werkelijke schip, lengte 9,00 meter over de stevens, ook al een heel eind gevorderd. Nu is de constructie van mijn schip niet geheel in overeenkomst met die van de oorspronkelijke schokker. Ook de oude knikspantschokker had zware krommers (niet nodig misschien te zeggen dat dit kromme spanten waren met de nerf van het hout parallel met de kromming), en dit is één van de redenen waarom houten platbodemschepen nagenoeg niet meer worden gebouwd; dergelijk hout is niet meer te bezetten.

Wel hadden we eerst gedacht een stalen casco te laten maken, en van mijn model (1 : 20) was dat gedeelte dan ook in zink uitgevoerd om de constructiemogelijkheden te onderzoeken. De prijs voor zo'n casco was nog niet eens zo verschrikkelijk hoog, maar het zien van die roestige doodkisten, zoals in aanbouw zijnde stalen schepen mij toe lijken, terwijl de huid ervan maar zelden mooi strookt, heeft ons van dit idee afgebracht. De mooie houtvoorraad van brede, 9 meter lange eiken delen, drie jaar lang „gewaterd" en ongeveer vier jaar lang opgeslagen, die bij een werf hier lagen, hebben me ertoe gebracht het schip zelf te gaan bouwen. Nu het casco bijna klaar is, is die mooie houtvoorraad net op.

Op dit moment is de stand van zaken zo, dat het schip nog wel een jaar werk geeft; de zwaarden en de mast zijn klaar. Het type motor hebben we op het oog (een bekend degelijk dieseltje), terwijl het tuig ook al nagenoeg compleet is. Het klinkt misschien merkwaardig, maar het grootzeil komt van een Friese tjotter van 4,75 meter en is voordien (dertig jaar geleden) van een wedstrijdschouw geweest. De kwaliteit is echter nog prima. De fok van deze tjotter past minder als gewone fok, maar is uitstekend als kleine fok, zodat we zelf voor het tuig voorlopig konden volstaan met het laten maken van een botterfok. De vriend van mijn ouders, die ons dit tuig van zijn tjotter schonk zijn wij hiervoor dus zeer dankbaar. De kosten van het eikehout en alle andere materialen (geen ijzer, maar alles messing of rood koper), plus het 38 mm blanke dek van yanghout lopen toch nog wel genoeg op.

pdf Waterkampioen 1963 april nummer 1097 - De Vollenhovense Schokker 'Beatrijs'

2016

2 januari 2016

2 januari 2016: "Levensteken" van de schokker 'Beatrijs'

Peter Hamer mailt uit Zeeland: Tussen de bedrijven door werd ik gewezen op een schip dat in Vrouwenpolder achter een boerderij op een wagen staat te vergaan. Het schip (het plaatje zit er nog op, stamboek nr 400) staat er kennelijk al een jaar of tien. De eigenaar overweegt er 'mogelijk in de toekomst nog iets mee te doen'. Maar naar mijn mening is er weinig toekomst meer voor dit schip, tenzij iemand zich er serieus over ontfermt. En wel op korte termijn.

2017

2017

2017: E.K. Duursma bezoekt de schokker 'Beatrijs' die al jaren op het droge ligt

E.K. Duursma met zoons Tjerk en Onno en zijn kleinzoon Klaas in 2017
E.K. Duursma met zoons Tjerk en Onno en zijn kleinzoon Klaas in 2017

pdf Foto's 2017 Schokker Beatrijs

juli 2017

juli 2017: Model schokker 'Beatrijs'

Model van de Schokker 'Beatrijs', gebouwd van eikenhout van een afgebroken kerkje in Monaco (Chapelle des Carmes), door de bouwer van de "grote" schokker voor z'n dochter, maar dan op schaal 1 op 11
Model van de Schokker 'Beatrijs', gebouwd van eikenhout van een afgebroken kerkje in Monaco (Chapelle des Carmes), door de bouwer van de "grote" schokker voor z'n dochter, maar dan op schaal 1 op 11

2019

augustus 2019

augustus 2019: Spiegel der Zeilvaart nummer 8 - Schokker 'Beatrijs' aangespoeld op Schokland

Een andere omgang met varend erfgoed: Schokker Beatrijs 'aangespoeld' op Schokland

Bezoekers aan Museum Schokland zullen verbaasd opkijken. Het lijkt wel of er onlangs een scheepje is aangespoeld, maar dat kan niet, want het laatste water werd in september1942 uit de Noordoostpolder gepompt en vanaf dat moment was het eiland Schokland omringd door land. Wat is het verhaal achter deze Vollenhovense schokker die hier op het droge ligt?
Peter Hamer woont in Veere en is heel actief in het Zeeuwse behoud van traditionele schepen. Hij mailde ons dat er al een aantal jaren op een boerenerf in Vrouwenpolder een scheepje lag te verkommeren, het ging om de Vollenhovense schokker Beatrijs (met SSRP-plaquette nr. 400). De schokker zou in april van dit jaar naar Schokland worden vervoerd om daar als 'een aangespoeld wrak' de laatste jaren te slijten.
Ondanks veel inspanning van de inmiddels 87-jarige Egbert Duursma, had niemand interesse in het schip. Uiteindelijk werd namens eigenaar Arco de Visser contact opgenomen met Henk Kloosterman, conservator van Museum Schokland. Die opperde het idee om de schokker tegen het voormalige eiland 'aan te laten spoelen, dan kon het daar nog jaren blijven liggen, zodat bezoekers konden zien wat voor soort vissersscheepjes vroeger bij Schokland hadden gelegen. En daar ligt de Beatrijs nu, aan de oostkant van het eiland. Je kunt in het scheepje kijken en zo het oorspronkelijke timmerwerk van Egbert Duursma bewonderen. Dit is een - onconventionele - manier om met erfgoed om te gaan; rustig afwachten tot er niets meer van over is.

pdf SdZ 2019 nr8 oktober - Schokker 'Beatrijs' aangespoeld op Schokland

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht