Bolle Mijn

Bolle Mijn

Dr. Ir. J. Vermeer schrijft in zijn boek "Tjotters en Boatsjes": Helaas is niets bekend omtrent de historie van vóór de Tweede Wereldoorlog van deze tjotter en dus kennen wij ook haar herkomst niet. Het weinige dat wij van haar weten begint in 1947 en is gebaseerd op mededelingen van een latere eigenaar, de heer S. Schou-jo. Die mededelingen zijn vastgelegd in een tweetal brieven, één aan de secretaris van de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten van de hand van de scheepsbouwer Roelof Jans van der Werff te Workum, die in 1977 opdracht kreeg een geschikte koper te vinden en één aan de heer E.G. Duyvis afkomstig van Joost van de Post, die daarin verslag doet van zijn persoonlijk contact met de eigenaar; de heer Duyvis interesseerde zich voor de identificatie van deze tjotter vanwege zijn studie van de Fjouwerachten van Van der Zee.

Nieuwe eigenaar gezocht - Te koop

Voor dit schip wordt een nieuwe eigenaar gezocht.
Voor meer informatie: e-mail M.jonkerroelants@dehaanlaw.nl

Wat de toeschrijving aan Hiemstra betreft merken we nog het volgende op. Ongetwijfeld vertoont dit fraaie scheepje gelijkenissen met de fjouwerachten van de Van der Zee's, zoals de piek van de bodem in voor-en achterschip, de tussen konen terugliggende voorsteven, de zeer schuinstaande boeisels en het functioneel met de gillingen op de boeisels aangebrachte snijwerk. Daartegenover staat, dat de bodem ter plaatse van het grootspant geen piek vertoont, maar rond is gebouwd. De Van der Zee's bouwden hun tjotters en jachten echter meestal met een over de gehele lengte gepiekte of tenminste met een gedeeltelijk V-vormige bodem. Voorts zijn de voor- en achtersteven relatief laag en is de holte gering; het scheepje maakt een wat platte, hoewel niet onelegante indruk. Het doet inderdaad aan navolging van Van der Zee denken en hier komt Hiemstra dan in beeld. Men heeft namelijk wel verondersteld dat Hiemstra als knecht op de werf van Eeltjebaes het bouwen van fjouwerachten zou hebben geleerd. Deze associatie is waarschijnlijk de achtergrond van de toeschrijving aan Hiemstra.

Eigenschappen

Plaquette nummer:1136 Zeil nummer: RD124
Categorie:A Tekening nummer:
Type:Tjotter

Bouw

Bouwjaar:1910 Ontwerper:Hiemstra
Werf:H. Hiemstra Werf plaats:Sneek
Motor: Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:5,05 m Breedte berghout:2,38 m
Diepgang:0,35 m Masthoogte water:8,49 m
Oppervlakte grootzeil:24,20 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:24,20 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Register Varend Erfgoed Nederland

Registratie nummer:1635 Registratie datum:01-08-2024
Geregistreerd als:Varend Monument®

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

onbekend – 1958 W. Matthijs, 's Gravenhage ( Agwi)
1965 – 1978 S. Schou-Jo, Kastrup ( Arken)
1978 – 1984 S.A.J. Ennik, Laren ( It Swarte Skiep)
1984 – 1988 J. Deelen, Drachten ( It Swarte Skiep)
1988 – 2017 F. Lion, Amsterdam ( Greate Lieuw)
2017 – Nu (laatst bekend) M.A. Jonker Roelants, Joure ( Bolle Mijn)

Geschiedenis

1960

1960

1960: Foto uit Malmö

1971

8 juni 1971

8 juni 1971: Brief Schou-Jo uit Denemarken

1977

11 september 1977

11 september 1977: Brief Roelof Jans van der Werff - Scheepswerf De Hoop Workum

1978

1978

1978: Foto's restauratie 1978-1980

1979

24 februari 1979

24 februari 1979: Meetplan van oud-eigenaar A.J. Ennik

1980

26 april 1980

26 april 1980: Uitnodiging tewaterlating tjotter ' It Swarte Skiep' (ex 'Arken')

1988

1988

1988: Foto's 1988

1997

1997

1997: De Tjotter 'Greate Lieuw' in het boek "Tjotters en Boatsjes" van Dr. Ir. J. Vermeer

De inhoud van de brieven van S. Schou-jo en de scheepsbouwer Roelof Jans van der Werff te Workum is hieronder samengevat.
De heer S. Schou-Jo illustrator en technisch fotograaf te Kastrup (Denemarken) kocht de tjotter in 1965 in Zweden. Uit navraag aldaar was hem gebleken, dat zij in 1947 door een zekere Willem Matthijs uit Den Haag vanuit Medemblik daarheen was gebracht. Matthijs heeft haar voor de oorlog gekocht van iemand in Den Haag, wanneer precies en van wie is niet bekend. De tjotter had voordien geen naam en werd "Agwi" genoemd, zijnde de eerste lettergrepen van de voornamen van de eigenaar en zijn vrouw.

Naar Scandinavië

Omstreeks 1958, toen hij het niet meer aankon, verkocht Matthijs het scheepje aan een Zweed, waarvan de naam niet bekend is. Deze had - naar zeggen van Schou-Jo - weinig begrip voor wat hij in handen had en bracht nogal wat veranderingen aan. Nadat de tjotter in 1965 eigendom van S. Schou-Jo geworden was, bracht deze haar zo goed mogelijk in oorspronkelijke staat terug, waarvoor hij zich oriënteerde op de tjotter "Wilhelmina" in het Enkhuizer Zuiderzeemuseum. Wel werd met het oog op de zwaardere deining in Sont en Belt de zwaardophanging aangepast, waardoor de zwaarden zijdelings konden uitzwaaien. De naam werd veranderd in "Arken" ("de Ark").
Volgens het Zuiderzee-museum zou de tjotter, op grond van vergelijkingen met andere, tussen 1870 en 1880 door Eeltje Holtrop van der Zee te Joure gebouwd kunnen zijn. Inderdaad heeft het scheepje kenmerken die verwant zijn aan die van de fjouwerachten van Van der Zee. In de schepenlijst van het stamboek staat deze tjotter heden toegeschreven aan Huite Hiemstra. Voor geen van beide toeschrijvingen bestaat echter enig concreet bewijs. Wij komen hierop nog terug.
Op den duur komt de eigenaar tot de conclusie, dat een scheepje als een tjotter toch meer thuishoort in de Hollandse wateren dan in de Deense.

De tjotter komt via Roelof van der Werff in Workum terug in Nederland

Daarom brengt hij haar in 1977 naar Roelof van der Werff in Workum met de opdracht haar te verkopen, liefst aan iemand aan wie zij voor de volle honderd procent kan worden toevertrouwd. De "Arken" wordt dan eigendom van AJ. Ennik jachtbouwer te Laren(NH), later te Makkum, die haar in het Stamboek laat inschrijven en tesamen met Van der Werff een algehele restauratie begint.
Nieuwe authentieke blokken en een verantwoorde kleurkeuze dragen bij tot een fraai resultaat, zoals uit bijgaande foto blijkt. De naam wordt veranderd in "It Swarte Skiep". In 1984 gaat "It Swarte Skiep" over in handen van Ir J. Deelen te Drachten, die haar echter door omstandigheden niet lang kon aanhouden en haar verkocht aan de huidige eigenaar, de heer F. Lion te Amsterdam. Deze veranderde de naam opnieuw; de tjotter heet nu "Greate Lieuw".

Technische gegevens

Hoofdafmetingen

  • Lengte over de stevens 5,05 m
  • Grootste breedte buitenkant huid 2,38 m
  • Holte op het grootspant 0,90 m
  • Zeiloppervlak: Grootzeil + fok 24,2 m2

Bijzonderheden

  • kielbalk, niet doorlopend, begint ter plaatse van het grootspant
  • in voor- en achterschip gepiekt
  • rond grootspant
  • vlaktilling 0°
  • kielgang + 5 huidgangen
  • vierde gang van boven sluit hoekig aan tegen derde en vijfde
  • tussen konen terugliggende voorsteven
  • Snijwerk aan boeisel, hennebalk en roerkop.
  • zeer schuinstaande boeisels
  • snijwerk op boeisels, bedel- en hennebalk
  • breed roer met in de kop uitgesneden vogel
  • tot de uitrusting behoort nog een kluiverboom

Opmerkingen

Naspeuringen in de betreffende gemeentarchieven heeft geen aanwijzing opgeleverd, dat Hiemstra in Joure heeft gewoond en op de werf aldaar heeft gewerkt. Wat we wel weten is dat Hiemstra inderdaad een grote tjotter heeft gebouwd, de "Argo", waarschijnlijk met de "Albert en Nelly" van Van der Zee als voorbeeld. De heer E.G. Duyvis, die aanvankelijk de mening was toegedaan, dat de "Arken" op de Jouwster werf zou zijn gebouwd, kwam er later op terug. Zijn opmerking, in sommige details gelijkenis te zien met de door Hiemstra gebouw de "Argo", heeft er zeker toe bijgedragen de "Greate Lieuw" aan Hiemstra toe te schrijven. Gezien het feit, dat de vooroorlogse historie volledig duister is, vinden wij dit toch te speculatief en nemen we deze suggestie hier niet over.

2017

2017

2017: Foto's

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht