Friso

Friso Verdwenen

Dirk Huizinga schrijft in zijn boek "Staverse jollen overzicht" over de 'Friso':
In de jaren zestig lag ’s zomers regelmatig een fraaie Wildschutjol in de vissershaven van Stavoren: de ‘Friso’, een jachtjol die omstreeks 1935 in Gaastmeer was gebouwd. Blank gelakt, uiteraard met kajuit en goed onderhouden. Die jol was van de familie Boonstra uit Leeuwarden. In 1954 had P. Boonstra het scheepje overgenomen van Jhr. ds. Cees van Eysinga uit St. Nocolaasga/Ysbrechtum (Epemastate). Deze meende in zijn tijd als jongeman zo nodig met zijn Staverse jol naar Engeland te kunnen vluchten. Hij heeft deze vlucht over zee niet in praktijk hoeven te brengen. Na de oorlog werd de jol verkocht, in 1954, aan P. Boonstra, fabrikant van lijkkisten in Leeuwarden.

P. Boonstra kocht drie jaren later de botter EB17, de 'Séhoun', waarna de ‘Friso’ te koop werd aangeboden. Van 1960 tot 1964 zou de jol van dhr. E. Ebels in Leeuwarden zijn geweest. In 1964 echter, na het overlijden van Boonstra, van de erven van P. Boonstra. In het midden van de jaren zestig was zijn jongste dochter Joke Boonstra een van de drijvende krachten om een jaarlijkse jollenwedstrijd te houden in Stavoren. Uiteraard was de ‘Friso’ een van de deelnemende jollen. Joke Boonstra trouwde met Hantsje de Vries, een visserszoon van visser De Vries (ST50) uit Stavoren. De jol werd wat klein gevonden en zij schaften zich in 1974 daarom een zeeschouw aan in vissermanuitvoering. De jol werd verkocht aan Wim Pannemans in Wervershoof.

Eigenschappen

Plaquette nummer:201 Zeil nummer:
Categorie:V Tekening nummer:
Type:Staverse jol

Bouw

Bouwjaar: Ontwerper:Gebr. Wildschut
Werf:Gebr. Wildschut Werf plaats:Gaastmeer
Motor: Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:6,80 m Breedte berghout:0,00 m
Diepgang:0,00 m Masthoogte water:0,00 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

onbekend – 1954 Jhr. ds. Cees van Eysinga , Sint Nicolaasga/Langweer ( Friso)
1954 – 1960 P. Boonstra, Leeuwarden ( Friso)
1960 – 1964 E. Ebels, Leeuwarden ( Friso)
1964 – 1974 Erven P. Boonstra, Leeuwarden ( Friso)
1974 – onbekend W. Pannemans, Wervershoof ( Friso)
onbekend – onbekend Rob Hulsbosch ( Friso)
2015 – onbekend Lars de Bok, Workum ( Friso)

Geschiedenis

2004

2004

2004: De 'Friso' in de Tagrijn 2004, nr. 4

2021

25 januari 2021

25 januari 2021: Dirk Huizinga schrijft verder in zijn boek "Staverse jollen overzicht"

Rob Hulsbosch schreef in de Tagrijn (2004, nr. 4, p.8,9) hoe hij in het midden van de jaren tachtig met een botter de Eem opvoer en een houten scheepje op de wal ontdekte. Hij schonk er verder geen aandacht aan, maar tien jaren later kreeg hij het bericht dat aan de Eem een bolletje in het weiland stond. Ter hoogte van de afwatering van Eemnes. Uiteindelijk bleek dit een jol te zijn, half verscholen onder de bomen. Hij schrijft: “De jol was van iemand uit Den Haag en stond er al zo’n zestien jaar. (…) Het was een vrij grote jol die voorzien was geweest van een kajuit die uit pure ellende op het vlak beland was. Familie van de vroegere eigenaar, die ermee gevist had, was nog eens komen kijken. Daaruit bleek dat het hier om een ‘visserman’ ging en niet om een jacht.” Die conclusie werd door Hulschbos iets te snel getrokken.
Rob Hulsbosch zag wel iets in de jol. Ze had een mooie lijn en delen van de romp waren nog sterk genoeg om haar te kunnen vervoeren. De gemeente drong ondertussen aan op een snelle verwijdering van het wrak, zodat Hulsbosch werk moest maken van het plan de jol te behouden. Hij belde de eigenaar en die wenste hem ‘veel geluk’ met de jol. Vervolgens werd Erick Mulder, toenmalig werfbaas in Workum, bereid gevonden een plekje vrij te maken voor de Friso. De jol moest toen eerst leeggehaald worden, want ze lag vol rommel. Kajuitresten, verrotte inventaris, blad, takken en andere troep. Daarna kon de romp met een vrachtwagen op transport naar Workum. Hulsbosch besluit zijn artikel met: “Duidelijk is dat we de jol gaan restaureren. In wat voor samenwerkingsverband en wanneer zien we nog wel. Een plan van aanpak is al wel ontworpen, waarbij we uitgaan van een periode van twee jaar om de jol weer vaarklaar te krijgen. Inmiddels heeft het scheepje aardig wat bekijks in Workum en we hopen gauw wat reacties uit Stavoren te krijgen betreffende het verleden.” Tien jaren later is de restauratie nog niet van de grond gekomen en zelfs het verleden van de jol bleef grotendeels onbekend.

De 'Friso' weer naar buiten

In 2015 nam werfbaas Harold de Lange vrij onverwacht het besluit om fulltime brandweerman te worden. Zijn opvolger op de historische scheepswerf bij de sluis werd Ivor van Klink, die al de nodige bekendheid als uitstekend scheepsbouwer in hout had verworven met zijn werk in een schuur in Makkum. Hij nam uit Makkum bovendien wat lopend werk mee naar Workum. De 'Friso' werd uit de loods verwijderd en kwam buiten te staan, aan de overzijde van de vaart, bij de Blazerhaven. Erick Mulder had reeds een begin gemaakt met de restauratie, maar nu het scheepje buiten de timmerschuur van alle kanten goed bekeken kon worden, werd ook zichtbaar hoe zeer het in tien jaren tijds verder achteruit was gegaan. In het najaar van 2015 werd de Friso overgenomen door Lars de Bok, die reeds enige jaren werkzaam was op de werf en nu zijn tanden mag zetten in de restauratie van zijn eigen jol.

Workum, oktober 2015. De Friso op de kant bij de Blazerhaven t.o. de werf. (Foto’s: Dirk Huizinga)
Workum, oktober 2015. De Friso op de kant bij de Blazerhaven t.o. de werf. (Foto’s: Dirk Huizinga)

Ook goed zichtbaar en verrassend is de kielconstructie. De Friso had geen doorlopende kiel ‘zoals dat hoort’ bij Staverse jollen, maar een doorlopende kielbalk van 20 centimeter met in de kop een loefbieter die 10 centimeter dieper steekt en achter een scheg. Beide lopen geleidelijk, onder scherpe hoek, naar de kielbalk, die midden onder het schip dus slechts 20 centimeter is.

Workum, 2015. De restauratie van de Friso vergt een volledige wederopbouw van het schip. Verrassend vind ik de kiel van slechts 20 cm., die in kop en kont iets verdiept is. Deze constructie is waarschijnlijk reeds tijdens de bouw door Wildschut aangebracht. De aan de windse eigenschappen verbeteren er zeker niet door. De oude boeier ‘Tjet Rixt’ heeft een kielbalk die 20cm. onder het vlak uitsteekt en ook sommige botters hebben een ‘kiel’ van 20 cm. Normaal heeft een jol van deze lengte een kiel van 35 cm. De romp steekt eveneens zo’n 35 cm. in het water, zodat de jol ca. 70 cm. diep steekt. 

Van opzij is goed de afwijkende vormgeving van de kiel te zien. (Foto’s: Dirk Huizinga)
Van opzij is goed de afwijkende vormgeving van de kiel te zien. (Foto’s: Dirk Huizinga)

Nieuwe informatie over de geschiedenis van de 'Friso'

In 2021 neemt de koper van de jol uit 1974, Wim Pannemans uit Wervershoof, contact op met de SSRP. Hij heeft nog enige informatie en foto’s die relevant kunnen zijn. De Friso die hij in 1974 van de familie De Vries kocht, was ingeschreven bij het Stamboek onder nummer 201.

26 januari 2021

26 januari 2021: Reactie van Wim Pannemans uit Wervershoof

April, 1974 kochten we De Friso, een als jacht gebouwde Staverse Jol  van de familie H. de Vries uit Stavoren. (Voorstraat 41) Het jacht is ingeschreven in het Stamboekregister onder nummer 201. Met de Friso verdween de laatste jol uit Stavoren. De nieuwe thuishaven werd de net gerealiseerde jachthaven De Kreupel in Andijk.
Ik heb de jol dat jaar gebreeuwd, gepekt en gelakt. Ook werden we tweede in een jollenwedstrijd voor de kust van Stavoren. Prijs: een test. Ons vaargebied was het IJsselmeer en Friesland. Tijdens een van de najaarsstormen in 1976 werd het water ruim een meter opgestuwd. Het was in de haven net zo ruig als op het IJsselmeer. De Friso lag voor de wal afgemeerd en werd op de keien van de zeedijk gezet. De kielbalk raakte beschadigd en het water gutste naar binnen. Ze is daarna op transport gesteld. De firma J v d Meulen uit Sneek heeft er een nieuwe kielbalk onder geplaatst. Ook zijn het zaadhout en enkele leggers vervangen.
De Friso was een prachtig schip met mooie lijnen en een volle kop. Zij kon met een kluiver gevaren worden. De grote fok stond op de botteloef en kon gereefd  worden. De mast was ongestaagd en kon door de uitwip gestreken worden. Door het contragewicht op de voet van de mast was die makkelijk  te strijken. Onder het dek zat een imposant zeilwerk dat de boel bij elkaar moest houden. Binnen was de Friso sober. Twee langsbanken en aan bakboord een klein kastje. Vlonders op de vloer en latwerk over de spanten. Al met al een prachtig schip met een fantastische uitstraling.
De langstaart buitenboordmotor werd al gauw vervangen door een inboord motor. Zo konden we veiliger in en uit de haven van Andijk komen  als de wind aanlandig was en de golven hoog. We hebben met de kinderen fantastische zeilvakanties met de jol gehad. Toen ze ouder werden hadden ze meer ruimte nodig en werd de Friso verkocht aan iemand uit de buurt van Gouda. Jaren later kwam ik, na een tip, de Friso weer op het spoor. Ze bleek op Het Kromhout te liggen. Ik kon geen info over de eigenaar krijgen (een Belg naar verluidt). Wel kreeg ik te horen dat er een restauratieplan was opgesteld en dat dat jaar het onderwaterschip zou worden vernieuwd. Die klus was op een haar na gevild.
Waarom dat restauratieplan verder nooit is uitgevoerd zal wel een raadsel blijven. Als ik de foto van het wrak bekijk dan valt op dat het onderwaterschip de tand des tijds beter heeft doorstaan dan alles daarboven.

'Friso', de eerste boot in de nieuwe bootlift in Andijk
'Friso', de eerste boot in de nieuwe bootlift in Andijk

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht