Groote Beer

Groote Beer

Het is gebouwd voor een Duitse farmaceutische artikelen, Theodoor Temmler, die in 1940 Janus Kok te huizen de opdracht gaf om voor hem een zeilklaar botterjacht van 15 meter te bouwen. De bouw vertraagde, of werd moedwillig vertraagd, waardoor de botter pas in 1946 opgeleverd kon worden. Van leverantie aan een Duitser kon toen geen sprake meer zijn waarop het schip werd geveild door de overheid in 1947. Koper werd Willem Greeve die het interieur geheel liet inrichten door een binnenhuisarchitect en een beeldhouwer. Na een Amerikaanse periode is het schip weer teruggekeerd in Nederland en in de jaren daarna gerestaureerd in Spakenburg bij Nieuwboer.

Jan Willem de la Porte, een stiefkleinzoon van de eerste Nederlandse eigenaar, Willem Greeve, vond de 'Groote Beer' in 2001 in Warrenton, Oregon aan de mond van de Columbia Rivier. Zij had daar al een jaar of zeven ongebruikt gelegen. De la Porte heeft haar, met behulp van de Perkins diesel, naar Vancouver in Canada gebracht. Als deklading is de botter vandaar naar Antwerpen verscheept. Daar ging hij met de mensen van de botterwerf Nieuwboer in Spakenburg het schip bekijken. Ze maakten het schip zo goed mogelijk waterdicht en op de motor ging de tocht naar Spakenburg. Jan Willem gaf opdracht op te starten met de restauratie op de werf van Nieuwboer. Door nagelrot bleken alle gangen los te zitten van de spanten. Het vlak en de gehele huid werd vernieuwd. Op 5 juni werd het botterjacht weer te water gezet en de technische installatie volgt op Scheepswerf Balk in Elburg. In de winter wordt het gerestaureerde interieur weer in Spakenburg aangebracht en in 2004 zal De la Porte weer met de 'Groote Beer' in haar volle glorie te kunnen zeilen.

Wat een ruimte en wat een snelheid op zo'n 16,5 m lang botterjacht. Foto John Riisi, Latitude 38.
Wat een ruimte en wat een snelheid op zo'n 16,5 m lang botterjacht. Foto John Riisi, Latitude 38.

Vlak voor de tewaterlating is het schip uit de takels gevallen, heeft een auto vermorzeld en zelf een kapitale schade opgelopen. Na veel overleg met de verzekeringen kwam uiteindelijk voor de eigenaar (een kleinzoon van Willem Greeve) het groene licht voor herstelrestauratie.

In de Stentor staat op 25 mei 2011 het volgende te lezen:

De Stentor
De Stentor

Eigenschappen

Plaquette nummer:2242 Zeil nummer:
Categorie:A Tekening nummer:
Type:Botter

Bouw

Bouwjaar:1946 Ontwerper:J. Kok
Werf:J. Kok Werf plaats:Huizen
Motor:Inbouw Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:Eikenhout
Materiaal zeil:Clipper canvas
Onderwaterschip:Knikspant Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:16,40 m Breedte berghout:5,80 m
Diepgang:1,20 m Masthoogte water:20,00 m
Oppervlakte grootzeil:60,00 m2 Oppervlakte fok:35,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:30,00 m2
Oppervlakte totaal:125,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1940 – 1947 (In beslaggenomen) Theodor H. Temmler, Berlijn ( Groote Beer)
1947 – 1953 Willem Greeve ( Groote Beer)
1953 – 1955 Charles M. Donnely, Greenwich ( Groote Beer)
1955 – 1958 Robert Johnson, Portland ( Groote Beer)
1958 – 1961 St. Elisabeth Parish "Youth Afloat", Portland ( Groote Beer)
1961 – 1964 Howard Luray, Malibu ( Groote Beer)
1964 – 1966 Mrs. Robbie Keating, Santa Monica, ( Groote Beer)
1966 – 1973 Mr. Dale Cooper, Irvine ( Groote Beer)
1973 – 1978 Stuart Anderson, Seattle ( Groote Beer)
1978 – 1982 Boy Scouts of America, Seattle ( Groote Beer)
1982 – 2001 Clifford Fremstad, Soldotna, Alaska ( Groote Beer)
2001 – Nu (laatst bekend) J.W. André de la Porte, Lochristi ( Groote Beer)

Geschiedenis

1953

december 1953

december 1953: De Waterkampioen nummer 930 Rubriek "De Uitkijk"

Het grote botterjacht „Groote Beer", dat gedurende de oorlog voor Duitse rekening op stapel werd gezet bij de scheepswerf J. Kok te Huizen (NH), maar dat eerst na de oorlog voor een Nederlandse eigenaar werd voltooid, is naar Amerika verkocht. Weer een grote platbodem die wij moeten missen.

Intussen blijkt dit jacht ook in Amerika opzien gebaard te hebben. „Yachting" geeft in 1953 twee bladzijden met foto's, zowel zeilende als van het interieur en van details.

Het blad schrijft hierbij het volgende:
„Een van de meest interessante jachten, nu varende in Amerikaanse wateren, Is de „Groote Beer", een 55 voets botterjacht, kort geleden uit Holland ingevoerd door Charles M. Donnelly, President van Feadship Inc. De geschiedenis van haar ontwerp en 'bouw is bijzonder, en vindt zijn begin in de vroege dagen van wereldoorlog II. Toen was het Herman Goering, luchtmaarschalk van het derde rijk, die besloot yachtsman te worden. Met het plan een boot te bouwen toog hij naar Amsterdam om de leider van een beroemde scheepswerf op te zoeken. Na veel gedachtenwisseling viel de keuze op een botterjacht, een scheepstype, dat voor generaties als beroepsvisserman werd gebruikt.
De werf begon met de bouw, maar de bouwers waren zo listig in ophoud-taktiek, dat aan het einde van de oorlog alleen de romp en een deel van het binnenwerk waren voltooid. De Nederlandse regering nam het schip in bezit en het werd vervolgens verkocht aan een Nederlandse zeiler, die het jacht in 1948 liet afbouwen onder directie van een van Hollands best bekende architecten, H. W. de Voogt. Thans waait van de „Groote Beer" de standaard ván de Indian Harbour Yacht Club".

1954

januari 1954

januari 1954: De Waterkampioen 1954 nummer 931 - Reactie van bouwer J. Kok

Het botterjacht 'Grote Beer'

Naar aanleiding van een bericht, opgenomen onder „De Uitkijk" in De Waterkampioen van December 1953 terzake de „Grote Beer", dat een citaat inhield uit het Amerikaanse blad „Yachting", gevoel ik mij verplicht als ontwerper en bouwer van dit schip hierover het juiste licht te laten schijnen.
In de zomer van 1941 ontving ik van een Hollandse scheepsmakelaar opdracht voor de bouw van een botterjacht van 16 meter. Deze opdracht gaf mij grote voldoening, aangezien ik bouwer van dat type ben voor de Noord- en de Zuiderzee. Door de drooglegging van de Zuiderzee raakten die botters hoe langer hoe meer op de achtergrond. Voordien bouwde ik botterjachten van 9.10 en 11 m lengte. Dat het bouwen van een 16 m botterjacht een kolfje naar mijn hand was, behoeft wel geen nader betoog. Het vaartuig werd op stapel gezet en eerst in 1942 vernam ik, dat het jacht voor een Duitser was bestemd. Van dat ogenblik af heb ik de afbouw zoveel mogelijk getraineerd, omdat ik onder geen enkel beding wilde medewerken met de vijand. De oplevering zou eind 1942 moeten geschieden, doch het schip was bij het einde van de oorlog slechts voor de helft klaar. Uiteraard heeft het mij heel wat moeilijkheden en hoofdbrekens gekost om de boot uit handen van de Duitsers te houden, temeer omdat begin 1945 mijn werf door de Duitsers werd bezet en ik daar geen voet meer mocht neerzetten.
Medio 1946 werd het schip via Rechtsherstel aan een Nederlander verkocht, die mij opdracht gaf tot afbouwen. Met de heer de Voogt is toen overlegd om de bestaande hutten op te schuiven en de salon groter te maken. Het interieur is vervolgens ontworpen door de heer Jan van Erven Dorens, architect, en de heer A. Fortuin, beeldhouwer. Deze samenwerking is een groot succes geworden, aangezien het interieur zeer smaakvol en in echt oud Hollandse stijl is uitgevoerd, waardoor uiterlijk en innerlijk van het schip volkomen met elkaar in harmonie waren.
Ik hoop dat deze rectificatie in De Water-kampioen zal worden opgenomen.
Huizen (NH) December 1953

1963

16 augustus 1963

16 augustus 1963: Er werd een lange-afstand-wedstrijd voor platbodems gehouden op het IJsselmeer met de 'Hollantsche Leeuw' en de 'Groote Beer'

december 1963

december 1963: De Waterkampioen nummer 1114 - De botter Groote Beer

De naam Groote Beer voor een botter zal wellicht herinneringen kunnen opwekken aan een botter van bijzonder grote afmetingen, zogenaamd gebouwd voor Hermann Goering en later verkocht naar Amerika. Inderdaad kreeg de boterbouwer Kok te Huizen in het begin van de oorlog van een Nederlandse jachtmakelaar opdracht tot de bouw van een botter van 52' x 17' x 4' (15,80 x 5,18 x 1,20). Dit is dus inderdaad heel wat groter dan een normale Zuiderzeebotter, die gewoonlijk omstreeks 44' (13,50 m) lang is. Toen later bleek, dat de opdrachtgever een Duitser was, een zekere Temler uit Berlijn (en niet Goering!), vertraagde Kok uiteraard de bouw zoveel mogelijk, zodat in 1945 het schip nauwelijks gereed was. Als vijandelijk vermogen werd de botter in dat jaar door de staat in beslag genomen en daarna verkocht aan de heer Greeve in Wassenaar.
De binnenafwerking vond daarop plaats door de firma Pander, onder toezicht van de binnenhuisarchitect van Erven Dorens. Het vele houtsnijwerk werd verricht door de beeldhouwer Fruin.
In 1953 ging de Groote Beernaar Amerika en werd daar allereerst door de Nederlandse exportcombinatie Feadship als tentoonstellingsschip gebruikt langs de Amerikaanse oostkust. In die periode beleefde ze een paar stormen „which made matchwood out of lesser vessels". Na van eigenaar te zijn verwisseld ging de Groote Beer naar Amerika's westkust en werd daar in 1961 eigendom van de heer Howard Luray in Los Angeles.
Deze nieuwe eigenaar is bijzonder ingenomen met dit prachtige, maar inmiddels verwaarloosde schip en is druk bezig de Groote Beer in zijn oude glorie te herstellen. Daarbij is een uitvoerige correspondentie met de Stichting ontstaan over talloze details en technische bijzonderheden, hetgeen er weer toe heeft geleid, dat het hoofdstuk over de botter uit het boek „Ronde en Platbodemjachten" in het Engels werd vertaald.
Eind vorig jaar bestelde de heer Luray bij Molenaar in Grouw een nieuw grootzeil: ongeveer 95m2, te maken van bruingeverfd Amerikaans katoen no. 4. Het zeil werd in het begin van dit jaar afgeleverd en vol trots zond de eigenaar mij onlangs bijgaande foto van de Groote Beer ergens in de Pacific.
Ook al blijkt daaruit, dat deze botter nog niet helemaal „in vorm" is, toch doet het goed te zien, met welke zorg dit echt Nederlandse schip in die verre wateren wordt omringd. In het tijdschrift Sea and Pacific Motorboat plaatste de heer Luray een artikel over zijn botter. Dat een dergelijk schip met zwaarden is uitgerust, schrijft hij daarin, spreekt wel vanzelf, want zwaarden „signify Holland as much as tulips and windmills."

pdf Waterkampioen 1963 nr1114 december - De botter Groote Beer

De Waterkampioen september 1964
De Waterkampioen september 1964

2002

maart 2002

maart 2002: Spiegel der Zeilvaart nummer 2: Botterjacht 'De Groote Beer' terug in Nederland

De 'Groote Beer', een uniek botterjacht, is na een verblijf van vierenveertig jaar in de Verenigde Staten weer terug in Nederland. Het botterjacht is, met een lengte van 16,40 meter, een breedte van 5,80 meter en een gewicht van circa 38 ton, een van de grootste botterjachten ooit gebouwd en geldt als het kroonjuweel van de Huizer scheepsbouwer Hans Kok met houtsnijwerk van beeldsnijder Janus Kok. Eigenaar J.W de la Porte trof het botterjacht aan in de haven van Oregon. Scheepswerf Spakenburg verzorgt de restauratie. Na voltooiing hiervan wil De la Porte de botter als Varend Erfgoed laten registreren bij de Federatie Oud Nederlandse Vaartuigen.

pdf SdZ Maart 2002 nr02 - Botterjacht Groote Beer terug in Nederland

2003

juli 2003

juli 2003: Spiegel der Zeilvaart nummer 6 - Geschiedenis van de fabelachtige Botter 'Groote Beer'

Omslagfoto: Botterjacht 'Groote Beer' voor de Golden Gate Bridge te San Francisco
Omslagfoto: Botterjacht 'Groote Beer' voor de Golden Gate Bridge te San Francisco

In SdZ 2002.2 toonden we foto's van het botterjacht 'Groote Beer' dat na een verblijf van 34 jaar in de Verenigde Staten weer terug was gehaald naar Nederland. Het botterjacht, met afmetingen van 16,40 x 5,80 m en een gewicht van 38 ton, is een van de grootste botterjachten ooit gebouwd. Medio juni is het schip, na een grondige restauratie op de werf van Nieuwboer in Spakenburg, weer te water gelaten. Jaap (Jack) van Ommen emigreerde als 19 jarige in 1957 naar Amerika en heeft daar enkele malen met de botter gezeild. Hij ging voor de Spiegel op zoek naar de geschiedenis en haalde heel interessante gegevens en foto's boven water.
Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog vaart er nog altijd een ware fantasievloot rond van jachten die aan meerdere beruchte Nazi's toegeschreven wordt. De ook uit Duitse oorlogsbuit in Amerika verzeilde yawl 'Ostwind' werd hier aan Hitler toegeschreven. Maar waar luchtmaarschalk Hermann Goering de tijd vond voor zijn Luftwaffe is een raadsel. Hij zou behalve de regelmatige bezoeken aan de bouw van de 'Groote Beer', onder andere spelevaren met zijn 29 meter motorjacht 'Carin II', de nu in Engeland varende 'Skagerak' en met de 48 meter lange schoener 'Te Vega'.

Het botterjacht de Groote Beer blijft tot heel recent nog altijd een rijke bron voor journalistieke en commerciële inspiraties. Ter gelegenheid van de repatriatie van de Groote Beer uit Amerika schreef Bart Olmer in "de Vaarkrant" van 22 december 2001 over de "Nazi-Botter" en dat "een hoge nazi-generaal Temmler of mogelijk zelfs de beruchte Goering de Groote Beer bestelde". Tegelijkertijd verscheen een uitstekend artikel van Peter Dorleijn in de "Tagrijn" van december 2001 waarin de bouw en overdracht na de oorlog uitvoerig beschreven wordt. Dorleijn schrijft dat de de rol van de makelaar en de achtergrond van Temmler nog altijd onduidelijk blijft. Mijn interesse in dit verhaal begon in 1982 toen, in een gesprek over de botter met mijn oom Siebold de Vries, bleek dat hij mast en blokwerk voor deze botter leverde aan Janus Kok, de botter-bouwer in Huizen. De Groote Beer had haar thuishaven toen hier in onze buurt bij de Seattle Yacht Club.

pdf SdZ Juli-Augustus 2003 nr06 - Geschiedenis van de fabelachtige Botter Groote Beer

Jack van Ommen heeft een eigen website met daarop zijn eigen persoonlijke belevenissen , maar ook meer informatie over botters en specifiek het botterjacht 'Groote Beer'.

https://cometosea.us/?page_id=1796

2015

april 2015

april 2015: Spiegel der Zeilvaart nummer 3 - Restauratie van de 'Groote Beer'

Het duurde tot mei 2014 voordat de 'Groote Beer' na het ongeluk naar Botterwerf Spakenburg kon worden gebracht. Daar werkt een team scheepsbouwers nu aan het herstel van dit bijzondere schip. Medio 2015 wordt de Groote Beer na de eerste herstelwerkzaamheden weer te water gelaten. Voor de volledige restauratie is een meerjarenplan opgesteld. In 2001 werd de Zuid-Afrikaan Jan Willem de La Porte eigenaar van de botter. De 'Groote Beer' was al eerder in bezit geweest van zijn familie. De La Porte bracht het schip na een verblijf van ruim vijfenveertig jaar in de Verenigde Staten weer terug naar Nederland. 

Kraanbedrijf Pater was met een telekraan ingehuurd om het schip weer te water te laten. Tijdens het hijsen brak een singel aan de voorzijde en viel de 38 ton wegende jachtbotter van vier meter hoogte op de kade. Een deel van de val werd gebroken door een auto die daarbij werd geplet. Dit kon echter niet verhinderen dat het schip zware schade opliep. Onder meer de kielbalk en voorsteven waren gebroken en verschoven, spanten, gangen en liggers waren geknakt, de hak en het roer werden weggeslagen en ook het interieur werd ontwricht. De werf nam direct contact op met de eigenaar die op dat moment weer in Zuid-Afrika verbleef. De La Porte reageerde geschokt en vloog direct naar Nederland om de schade te bekijken en met de werfbaas te overleggen wat de herstelmogelijkheden waren.

pdf SdZ April 2015 nr03 - Restauratie van de Groote Beer

2017

juni 2017

juni 2017: Spiegel der Zeilvaart nummer 5 - Port Salut 45: Aankomst Jachtbotter 'Groote Beer' in New York 1953

In 1953 is Charles Donnely uit Greenwich, Connecticut agent van Feadship Inc., het nog jonge samenwerkingsverband van de jachtwerven De Vries, Van Lent en De Voogt Naval Architects, opgericht om de Amerikaanse markt te veroveren. Donnely houdt kantoor aan huis en het Feadship 'head office' is in die jaren dan ook gevestigd in Greenwich CN. Dat voorjaar koopt hij de Groote Beer, naar eigen zeggen om in Amerika te laten zien wat de Nederlandse jachtbouw vermag. Alhoewel op stapel gezet door Kok in Huizen in 1941, wordt het luxe botterjacht pas opgeleverd in 1948 (zie SdZ 2002.2, 2003.6 en 2015.3). Het is dus zo goed als nieuw. Veel Nederlandse jacht werven, zoals De Vries, bouwen in die jaren nog in hout, dus zo gek is die gedachte niet.
Charles M. Donnely is een ras verkoper en hij laat er geen gras over groeien om zijn aanwinst, en daarmee zijn 'product', de Nederlandse jachtbouw, te promoten. Op 22 juni, daags na aankomst in New York, maakt een persfoto¬graaf deze plaat. Hij zelf in hagelwit shirt met witte sokken in witte gympen, centraal op de foto, zittend op een glanzend gelakte twaalfvoetsjol. Vast niet toevallig. Feadshipwerf De Vries (Scheepswerf "De Vlijt") geldt als een van de belangrijkste jollenbouwers van ons land. De informatie die Donnely aan United Press Photo verstrekt leest als een advertentie:
The 36-ton vacht is 52 feet, 6 inches long, has a beam of 16 feet, 11 inches and a draft of 4 feet. The single-masted craft is equipped with a Kermath diesel engine developing 6o horse-power. Her cruising speed is about 9 knots. The Groote Beer's oak hull is 3 inches thick, while her deck, superstructure and interior fittings are of teakwood'.

(In iedere Spiegel der Zeilvaart belicht Frits Loomeijer een bijzondere oude prent, foto of ansichtkaart. Frits Loomeijer is directeur van het Maritiem Museum Rotterdam.)

pdf SdZ 2017 nr05 juni-juli - Port Salut 45: Aankomst Jachtbotter 'Groote Beer' in New York 1953

2018

26 april 2018

26 april 2018: Groote Beer, more of the story of a former SYC NW yacht

Tjabien Wissenraet stuurt ons de volgende mail-wisseling over de 'Groote Beer'

Bertus de Groot schrijft hem: Dan Barr is een goede vriend van mij uit Seattle. Hij is een zeer actief levenslang lid, ook ooit zijn vader overigens, van de Seattle Yacht Club waar ik zelf ook veel geweest ben. Toen ik met Dan langs Spakenburg toerde, herkende hij plotsklaps het beerbeeld op het roer van de 'Groote Beer' en vertelde het verhaal erbij en zei dat hij het schip ooit in Seattle had gezien.

"My friend Baird turned up more of the colorful history of this boat. See below. I have one more story from when talking to the folks in this really quaint Dutch town with lots of colorful older boats, and getting aboard. October, 2015 w my friend Bertus. When being restored, she was dropped and they had to sue the insurance company to get sufficient funds for repair. I believe she was in SF and Vancouver for a while, as well as on Dock 1 at SYC.

Groote Beer's true commissioning owner, it turns out, was Theodor Temmler, owner of a German pharmaceutical company, who ordered the boat built at a yard belonging to Janus Kok in 1940. By the end of the war it was still unfinished and was seized by the Dutch government and sold at auction to one Willem Greeve, who finished the boat and had all the custom woodwork installed in 1948.
 
Greeve in turn sold Groote Beer in 1953 to an American, Charles Donnelly, president of Feadship, who shipped her to New York and evidently wandered the East Coast aboard her telling fantastic stories of her origins. These were repeated in local newspapers and eventually made their way into Esquire magazine, and so was the Goering legend born and promulgated.
 
In 1955 Groote Beer was purchased by Robert Johnson (later owner of Ticonderoga andWindward Passage), who brought her to the West Coast through the Panama Canal and sailed her as an unofficial entrant in the 1957 Transpac. He sold her again in '58, and she then passed through various hands, until Cliff and Ruth Ann bought her in 1982. They finally sold her in 2001 to Jan Willem de la Porte, the step-grandson of the Willem Greeve who originally bought the boat from the Dutch government, and he shipped her back to Holland, where she has since been restored to her former glory."
 
"In 1979 while staying at the RYS in Cowes in advance of the Admirals Cup, I saw two sister-Botters sail into Groves & Guttridge…I had few days to kill and became friends with the owners…one was the “Red Adair” of N Sea gas fields & the other Managing Director of Royal Dutch Shell’s mineral division…sailed on one (Shell Oil) both of next 2 days (with Red aboard as guest on one day)…great fun & great memories & boy can those boats go to weather…close winded surprisingly…bt"

De genoemde feiten die in deze brief worden genoemd, komen geheel overeen met de inhoud van het uitgebreide artikel in de Spiegel der Zeilvaart van 2003 van Jack van Ommen, wat eerder in de tijdlijn uitgebreid staat beschreven.

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht