Gysbert Japiks

Gysbert Japiks Verdwenen

De heer Mulder uit Hoornsterzwaag gaf in 1884 aan Eeltje Holtrop van der Zee, den beroemden scheepsbouwer te Joure, opdracht voor hem een sprietboot te maken, die sneller moest varen dan de toen bekende. De stevens werden ingebouwd, zodat de lengte 4.40m geheel benut werd, terwijl ’t vlak sterk afgerond werd, (de boot had eigenlijk geen vlak) zoodat de boot wankel lag en beslist met ballast gevaren moest worden.

Rond 1884 werd de benaming tjotter nog niet gebruikt. Wat wij nu de tjotterklasse 4.70m - 1.70m. noemen, werd toen genoemd: klasse groote sprietbooten, met dit verschil, dat deze booten 4.40m. lang waren en getuigd met een sprietzeil aan geen maten gebonden. Zij werden groote sprietbooten genoemd, omdat er ook nog een klasse kleine sprietboten was.

Eigenschappen

Plaquette nummer:9214 Zeil nummer: OF26
Categorie:V Tekening nummer:
Type:Tjotter

Bouw

Bouwjaar:1884 Ontwerper:E. Holtrop van der Zee
Werf:E. Holtrop van der Zee Werf plaats:Joure
Motor: Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:
Materiaal zeil:Katoen
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:4,50 m Breedte berghout:1,70 m
Diepgang:0,30 m Masthoogte water:0,00 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1884 – 1894 O.W. Mulder, Hoornsterzwaag ( Gysbert Japiks)
1894 – 1921 Wietse en Lammert Mulder, Langweer ( Gysbert Japiks)
1921 – onbekend O.H. Faber, Sneek ( Swalker)
onbekend – onbekend Dhr. de Groot, Sneek ( Swalker)
onbekend – (laatste vermelding 1941 Akkrum met onbekende eigenaar)

Geschiedenis

1884

1910

1910

1910: De 'Gysbert Japiks' in een wedstrijduitslag

1924

1924

1924: De 'Swalker' in het Nederlandsch Jachtregister 1924-1925

1932

mei 1932

mei 1932: Noordelijk Sportblad 'T Groentje: Uit 't leven van een oude tjotter

Toen ik in ’t vorige nummer las van de vroegere zeilwedstrijden te Langweer, waarvan het glanspunt was de klasse sprietboten, schoot mij te binnen, de naam van een dier booten, n.l. de “Gysbert Japiks”, waarvan ik iets wil vertellen. Misschien, ja vrij zeker zullen er onder de lezers van dit blad nog wel zijn, die zich die boot herinneren en zich hiervoor interesseren.
Laat ik beginnen met te zeggen, dat men in dien tijd - ’t was omstreeks ’t jaar 1890 - den naam tjotter niet gebruikte. Wat wij nu de tjotterklasse 4.70m - 1.70m. noemen, werd toen genoemd: klasse groote sprietbooten, met dit verschil, dat deze booten 4.40m. lang waren en getuigd met een sprietzeil aan geen maten gebonden. Zij werden groote sprietbooten genoemd, omdat er ook nog een klasse kleine sprietboten was. Dat ze heel wat zeil voeren, is in ’t vorige nummer reeds verteld. Ze hadden in den regel drie tuigen, waarvan ’t grootste zoo groot was, dat men de boot met ballast staande moest houden.
Langweer was in den regel goed vertegenwoordigd in deze klasse groote sprietbooten. Eigenaars waren, als ik mij goed herinner, O.W.Mulder, G.Semplonius, B.D.Dijkstra, Kl.van Dijk, W.Hepkema (later W. Westra) en Br. de Boer.
De ”Gysbert Japiks” waarvan ik iets wilde vertellen, behoorde aan den heer O.W. Mulder, die afkomstig uit Hoornsterzwaag - dus niet uit ’t land van de watersport- zich als veehouder vestigde te Langweer en zich direct interesseerde voor de zeilsport en wiens zoons, Wijtze en Lammert, al spoedig zeilers werden, die voor de Langweerder wedstrijdzeilers niet behoefden onder te doen, ja, aan sommigen hunner misschien nog menig lesje hebben gegeven.
De heer Mulder dan, gaf aan Jiltsjebaas, den beroemden scheepsbouwer te Joure, opdracht voor hem een sprietboot te maken, die sneller moest varen dan de toen bekende. De stevens werden ingebouwd, zodat de lengte 4.40m geheel benut werd, terwijl ’t vlak sterk afgerond werd, (de boot had eigenlijk geen vlak) zoodat de boot wankel lag en beslist met ballast gevaren moest worden.
Het eerste jaar beantwoordde de boot niet aan de verwachtingen. In elken wedstrijd lag hij in de achterhoede. De gebroeders Mulder, bijgestaan door Hans Rimmelts, waren echter geen mannen om direct den moed op te geven, totdat men weer eens van een zeilwedstrijd (ik geloof Grouw) terugkeerde, waar de “Gijsbert Japiks” weer niet mee kon komen. De gebroeders Mulder zeilden met een mededinger, die hen, dien dag had verslagen, huiswaarts. Toen men een poosje boord aan boord had gezeild, schoof een der gebroeders een weinig naar voren en …… daar liep de boot heen en liet zijn tegenstanders verre achter. Van dien dag af keerden de kansen. De ligging van de boot werd sedert nauwkeurig gecontoleerd (ik geloof dat de hak van ’t roer juist boven ’t water moest uitsteken) en de scheepsbouwer kreeg gelijk: de “Gijsbert Japiks” werd de snelste boot in zijn klasse. Van bijna elken wedstrijd, kwam hij met de vlag in top thuis.
Bij stil weer werd natuurlijk ’t groote tuig bijgezet, waarvan ze soms terdege last kregen, als de wind tijdens de wedstrijd aanwakkerde. Zoo is’t eens gebeurd, dat de “Gijsbert Japiks” tijdens een wedstrijd om viel, doch zóó ver voor was, dat hij, na overeind gebracht en leeggeschept te zijn, de reis voortzette en als eerste aan kwam.
De Langweerders waren trotsch op hun boot, die hen op de meeste wedstrijden vertegenwoordigde; en met eere - door bijna steeds met den prijs te gaan strijken. Vooral de jeugd beschouwde deze boot als een wonder en met open mond stonden de jongens te luisteren naar de mannen, die om strijd den roem van deze boot verkondigden. Of alles wat er verteld werd altijd door den beugel kon, betwijfel ik wel, doch de jongensooren namen ’t gretig op en uren aaneen stonden zij ’s avonds bij de “lytse haven”, om uit te zien, of de “Gijsbert Japiks” ook met de vlag in top, van een zeilwedstrijd terugkeerde.
Toen in 1892 koningin Emma met Prinses Wilhelmina Sneek bezocht en haar ter eere een zeilwedstrijd werd gehouden, behaalde de “Gijsbert Japiks” den prijs. Men zegt, dat toen ’s nachts bij de boot de wacht is gehouden, om te voorkomen, dat concurrenten ’t vlak zouden vernagelen. (Ook sportief!)
Alle roem is echter vergankelijk. Zoo ging ’t ook met de “Gijsbert Japiks”. De scherpe schepen kwamen in de mode en de mooie, ronde Friesche booten moesten verdwijnen. De klasse sprietbooten stierf uit en verdween. De “Gijsbert Japiks” werd, na 99 prijzen bemachtigd te hebben, in ’t schiphuis gelegd en kwam er niet meer uit. Hoe lang het scheepje daar heeft liggen droomen over zijn ouden roem, weet ik niet precies, maar misschien wel 20 jaar. Na den oorlog, omstreeks 1918, toen de eigenaars reeds lang waren overleden, werd ’t verkocht naar Leeuwarden en kwam spoedig daarna in bezit van een Sneeker zeiler (thans emeritus-zeiler, O.H.Faber), die er zich, in den beginne athans, niet van bewust was, dat hij de “Gijsbert Japiks” gekocht had.
Hij was omgedoopt en heette nu “Swalker” en een zwalker is hij gebleven. ’t Scheepje was nu getuigd met een gaffelzeil, dat uit ’t oude middeltuig was gesneden. Toen de nieuwe eigenaar zich bewust, dat hij een oud concourspaardje had gekocht, besloot hij ’t weer in de wedstrijd te brengen. De oude klasse sprietboten was weer herleefd in de tegenwoordige klasse tjotters 4.70m. en in deze klasse zou hij mede dingen. Na 1923 toen de NNWB-tjotter op het water verscheen. Een van de beste Sneeker zeilers zou dehelmstok hanteeren - het was een clubwedstrijd van de S.Z.C. – doch zonder succes. De Langweerder zeilers die de “Gijbert Japiks” gekend hadden in zijn roemruchte dagen en hoorden dat hij weer uitkwam in de wedstrijd wilden niet gelooven, dat deze boot verslagen kon worden door de tegenwoordige tjotters. Weddenschappen zijn er over gehouden, doch ’t hielp niet, totdat “âlde Hans” van Langweer, zijn oude pikeur, te kennen gaf , dat hij ’t scheepje graag nog eens zou besturen in een zeilwedstrijd te Langweer. Dit geschiedde. Er was belangstelling in Langweer, toen “âlde Hans Rimmelts”, op ’t eind van de haven in zijn oude schuit stapte en hem zeker ter overwinning zou voeren. Wat ’n teleurstelling, toen hij als laatste aankwam.
Arme schuit, uw roem was voorbij. Op ’t zelfde meer, waar ge zoo vaak de overwinning had bevochten ten aanschouwe van en bewonderd door plaatsgenoot en vreemdeling, moest ge thans een beslissende nederlaag lijden. Neen, de “Swalker” was geen “Gijbert Japiks” meer.
Ook: arme man. Hij zou zoo gaarne den nog ontbrekenden honderdersten prijs bemachtigd hebben, doch zijn mededingers kenden geen medelijden, waren misschien ook niet bekend met ’t tragische van ’t geval en lieten hem achter zich. De “Gijbert Japiks” had afgedaan en de oude “Swalker”, zwalkte verder.
Hij ging over in handen van den heer Groot te Sneek, die hem nogal eens liet uitkomen in verschillende wedstrijden, doch steeds zonder succes, totdat hij tenslotte verhuisde naar Akkrum, waar hij, omdat hij bouwvallig werd, in ’t ijzer werd geklonken. Een enkele maal verscheen hij nog aan de finish - ’t oude bloed scheen niet tot rust te kunnen komen – doch de zeilers namen geen notitie meer van hem en met een medelijdende glimlach werd hij door het publiek nagekeken, totdat hij door ’t overlijden van zijn eigenaar uit de baan werd genomen en aan de vergetelheid prijs gegeven.
Waar hij thans is, ik weet ’t niet. Misschien doet hij nog dienst als grasboot bij den eenen of anderen koemelker, misschien ligt hij te rotten in een oude moddersloot of is in sloopershanden gevallen.

Sic transit gloria mundi (aldus gaat de glorie der wereld voorbij).
H.

pdf Het verhaal van de 'Gysbert Japiks' in Noordelijk Sportblad 'T Groentje

1952

19 oktober 1952

19 oktober 1952: Brief geschreven door Eeltje Romkema aan C.J.W. van Waning

……..Om terug te komen op Eeltjebaes en zijn zoon Auke. Auke was meestal in de kleine schuur werkzaam met de kleinere boten en grootvader in de groote schuur met groter en zwaarder werk. Elk van hun had dan zijn favorieten bij zich, of wel die om de leeftijd of omgeschiktheid het best bij hun werk pasten. Zoo dus maakte Oom Auke ook buiten visschersboten, ook sprietboten. Deze sprietboten waren de boten voor de boeren. Eén ervan de “Gysbert Japix” behoorde indertijd aan de veehouder Oene Mulder te Langweer. Ik zelf heb het bootje er wel mee heen gebracht als het weer was opgeknapt en gepotlood vóór een wedstrijd. Deze “Gysbert Japix” heeft over de 100 prijzen gewonnen o.a. nog een grote gouden van H.M. Koningin Wilhelmina. Waar het nu uithangt weet ik niet, misschien wel bij een verhuurder in Leeuwarden. V.l. jaar meen ik, heeft er van dit roemruchte bootje nog een stuk in de Heerenveensche Courant gestaan. ……..

2023

december 2023

december 2023: Eindejaarsnummer "Uit het Stamboek" van Gerard ten Cate

Lange tijd was het mij onduidelijk wat voor een scheepje een sprietboot was. Op oude wedstrijdaankondigingen en in oude wedstrijdverslagen, uit de tweede helft van de 19e eeuw, kom je de klasse “sprietbooten vrijgesteld van belasting” regelmatig tegen bij Friese zeilverenigingen. Soms met de toevoeging 4.40 meter of korter en maximaal 1.72m breed buitenwerks. Bij de verschillende verenigingen werden in de loop der tijd meerdere breedtematen gehanteerd voor de klassenindeling van de sprietboten. Bij “Oostergoo” steeds 1.72m, bij “Langweer” 1.60, 1.75, 1.80 en 1.55m. Die met een breedte kleiner dan 1.55m zijn genoteerd als “kleine sprietboten”. Een omschrijving die in 2023 niet meer verwijst naar een herkenbaar type schip. (In het jubileumboek uit 2009 van de Koninklijke Watersportvereniging Langweer valt te lezen dat er in 1924 in de klasse sprietboten nog een prijs gewonnen is).
 
Lange tijd heb ik gemakshalve maar gedacht dat een sprietboot een soort schouw zou zijn. Maar, een schouw wordt expliciet als schouw gemeld. Een schouw was het dus niet. De eerste keer dat ik bewust tegen het begrip sprietboot aanliep en er over na ging denken wat voor type scheepje het zou kunnen zijn, was toen ik een brief las van Eeltje Romkema aan de heer Van Waning. Hij schrijft over de 'Gijsbert Japiks', een scheepje dat alle wedstrijden won.

Eindejaarsnummer "Uit het Stamboek" van Gerard ten Cate met meer informatie over de Sprietboten

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht